Een lactatiekundige schreef onlangs op haar facebookpagina: ‘Een moeder belde mij met de intense wens om haar tweeling succesvol te blijven voeden.
Ze vertelde dat haar huisarts (een vrouw!) haar afraadde om een lactatiekundige te consulteren.
Volgens deze huisarts hebben lactatiekundigen last van tunnelvisie. De moeder moest maar stoppen met de borstvoeding want ze had vast gewoon niet genoeg melk voor haar tweeling. Dat is, natuurlijk best een kort door de bocht conclusie.
Ik vraag me af wie er nu last heeft van tunnelvisie?’
Wanneer je zwanger bent, weten zorgverleners je goed uit te leggen waarom je borstvoeding moet gaan geven. Het begint al bij de verloskundige. Wanneer je twijfelt of nog niet over de keuze hebt nagedacht, wordt je nadrukkelijk verteld hoe goed en gezond borstvoeding wel niet is.
Wanneer je in de loop van de zwangerschap enthousiast alle gratis cadeaudozen ontvangt en uitpakt zijn er de glimmende boekjes, folders en magazines met informatie over ‘het beste voor je baby’. Toch vind je ook gratis zakjes kunstmatige zuigelingenvoeding nr.2, lieve spuugdoekjes met logo’s en zo’n mooie stevige bewaardoos om aangebroken pakken kunstmatige zuigelingenvoeding in te bewaren. Dit alles terwijl borstvoeding helemaal niet ‘het beste’ is. Het is de norm. Het logische vervolg op zwangerschap.
Na maanden wachten is het dan zo ver, je baby in je armen en aangegeven dat je borstvoeding wilt geven en dan…‘¨
Er zijn tientallen verhalen te horen over hoeveel ellende een moeder moet doorstaan om haar baby aan de borst te krijgen. Moeders moeten urenlang wachten, de baby word gewelddadig aangelegd of de flesjes kunstvoeding zijn al gegeven voordat de baby door de moeder gezien is.
Na enkele dagen tot weken komen de adviezen om ‘gewoon te stoppen omdat er vast niet genoeg melk is’, ‘je melk onvoldoende voedingsstoffen bevat’ of ‘je ook om jezelf moet denken’. Borstvoedingsondermijnende adviezen van medemoeders of familieleden, maar ook van verloskundigen, huisartsen en kinderartsen.
Zorgverleners verlenen zorg. Om goede zorg te kunnen verlenen moet de zorgverlener in het bezit zijn van empathie, de juiste attitude, de juiste én nieuwste kennis en inzichten. Een zorgverlener werkt van mens tot mens en brengt daar zijn of haar eigen ervaringen in mee. In de (borstvoedings-) zorg rondom moeder en kind gaat het daardoor nog wel eens mis.
De attitude is er wel.
Maar door werkdruk en budgettering zijn zorgverleners vaak onvoldoende geschoold. Worden persoonlijke ervaringen benoemd, terwijl er zou moeten worden stilgestaan bij wat de moeder écht wil.
Zorgverleners die wél voldoende kennis hebben, worstelen vaak weer op de dunne scheidslijn tussen het aanmoedigen en pushen van de moeder. Onrealistische verwachtingen en onvoldoende voorbereiding bij de moeder maken het voor een gemotiveerde zorgverlener elke keer weer een dilemma. Probeer ik te motiveren of loop ik op mijn tenen om de moeder niet het gevoel te geven dat ik haar dwing?
Misschien is internet wel de oplossing voor het normaliseren en verspreiden van kennis over borstvoeding. Ondanks dat er ook veel onjuiste informatie is te vinden weten steeds meer (toekomstige) moeders hun weg naar een groep over borstvoeding te vinden. Waar je zo nodig word geadviseerd contact op te nemen met een van de borstvoedingsorganisaties of met een lactatiekundige IBCLC.
Ik hoop dat via deze weg steeds meer moeders de juiste informatie weten te vinden én vooral ook melding zullen maken bij de zorginstantie wanneer
borstvoedingsondermijnende adviezen zijn gegeven. Alleen zó kan er bewustwording bij de zorginstanties worden gecreëerd zodat er meer wordt geïnvesteerd in het vergroten van de juiste borstvoedingskennis.
- Reageren? Dat kan op de Facebookpagina van Kenniscentrum Borstvoeding