Het is carnaval, voor sommigen dan. De regen valt met bakken uit de lucht. Geen buitje, geen wolkbreuk, maar gewoon Regen (met hoofdletter). Om deze dag niet helemaal in het regenwater te laten vallen, stel ik voor om uit te wijken naar een binnenspeeltuin in Limburg. Mijn twee grotere kinderen (7 en 9) springen een gat in de lucht.
In de speeltuin is het erg rustig. De locals hangen vast al wel in de kroeg of slapen hun roes uit. Terwijl de regen tegen de ruiten slaat, vermaken wij ons opperbest. Mijn jongste zoontje van 20 maanden speelt in een apart hoekje met grote kussens en (zacht) plastic lego blokken. Hij maakt contact met een ander kindje, een meisje dat iets ouder is dan hij. Haar moeder is ook in de buurt, bolle buik en een grote zucht, kennelijk een zware zwangerschap. Nog maar vijf weken, zegt ze. Weer een zucht. Blij dat het eind in zicht is.
Een opvallend zwaar opgemaakte jonge vrouw met platina blond haar en een jongetje op de arm, komt binnen. Het jongetje is zo te zien in dezelfde leeftijd van mijn mannetje. Onder haar dikke laag make up glimlacht ze voorzichtig. Uiteraard zoeken onze kindjes elkaar op.
Ik kijk even waar mijn grote kinderen zijn. En dan zie ik daar, middenin die speeltuin, zit dezelfde moeder met blond haar weer met haar kindje. Hij drinkt bij haar, heel discreet; hij drinkt onder haar trui, er is niks bloots te zien. Maar ze doet het. Zo te zien is het ook heel normaal voor haar en haar kindje.
Als het kereltje klaar is en onze kinderen weer verder spelen, ontstaat er een gesprekje tussen mij en deze moeder. Ze spreekt gebrekkig Engels. Ze vertelt dat ze gevlucht is uit Syrië en nu in de buurt verblijft. Ik vraag haar hoe het met haar is. Ze haalt haar schouders op en glimlacht weer.
En dan natuurlijk mijn vraag; ‘Is het gebruikelijk dat kindjes op deze leeftijd borstvoeding krijgen, in Syrië?’
Haar grote mascara ogen worden nog een tikje groter. Het kan heel goed, zegt ze. Hij is haar enige kindje, dus het gaat zo makkelijk. Het is fijn om hem gerust te stellen bijvoorbeeld.
Het gesprek verloopt moeizaam qua woorden, maar ergens voel ik ook dat we elkaar gevonden hebben. We begrijpen elkaar. Spreken dezelfde borstvoedingstaal.
Ik vertel mijn twee grote kinderen deze moeder en haar kindje zijn gevlucht voor oorlogsgeweld in Syrië. Zij geven een speelgoedautootje van ons aan het jongetje. Hij pakt het gretig aan. Moeder glimlacht. Ze eet een groot stuk chocolade, haar zoontje krijgt ook een hapje.
Als hij later valt, biedt ze weer de borst aan. In een grote zaal vol koele Hollanders, met ogen als schoteltjes, verkleed als zichzelf. Maar deze moeder en ik: wij verstaan elkaar, wij begrijpen elkaar. Waar we ook zijn en vandaan komen; dit is iets dat spreekt.
Borstvoeding is voeding en communicatie. Alaaf!
- Reageren? Dat kan op de Facebookpagina van Kenniscentrum Borstvoeding