‘Voedingsrecht uit de Arbeidstijdenwet’ is de officiële naam van het recht dat in de volksmond ‘kolfrecht’ wordt genoemd. Dat weet lang niet iedereen en daarom ga ik daar wat aan doen. Niet aan het recht zelf, maar aan hoe ‘we’ dit recht meer recht kunnen doen door het beestje voortaan bij de naam te noemen waar het recht op heeft.
Zo, dat is een lekker ingewikkelde zin. Maar hier staat wel precies wat ik bedoel. Wie het voedingsrecht, vastgelegd in artikel 4.3.8. in de Arbeidstijdenwet, ‘kolfrecht’ noemt, doet borstvoedende moeders, al dan niet buitenshuis werkend, tekort. Het zit zo.
De wetgever geeft borstvoedende moeders het recht om gedurende de eerste negen levensmaanden van hun kind de arbeid te onderbreken ten einde in de nodige rust en afzondering hun kind te zogen, dan wel de moedermelk te kolven. Het ‘live’ voeden, (het echte werk), of het kolven, mag plaatsvinden zo vaak en zo lang als nodig is, maar bij elkaar is de ‘toegestane tijd’ niet meer dan een kwart van de arbeidstijd per dienst. De werkgever is verplicht het salaris gedurende die tijd door te betalen én de werkgever is verplicht een ruimte in te richten waar de moeder in alle rust kan voeden dan wel kan kolven.
De essentie is dat een moeder niet alleen haar kind mág voeden, nee het is sterker: ze heeft het recht om haar kind te voeden als haar kind het nodig heeft want de behoefte van het kind is leidend. Zo blijkt uit de toelichting op de wet. Daarbij heeft de moeder ook het recht om de melk af te kolven.
Misschien was het je nog niet opgevallen, maar aan het voedingsrecht heeft de wetgever geen locatie verbonden: een moeder mag haar kind voeden waar zij dat wil. Ook al heeft de werkgever een pracht van een kolfruimte, als de moeder haar kind op het kinderdagverblijf, bij de oppas of thuis, live wil borstvoeden, dan staat zij in haar recht.
Door het voedingsrecht kolfrecht te noemen, wordt automatisch de link gelegd naar het op afstand voeden met moedermelk; de mogelijkheid van ‘live’ voeden wordt buiten beschouwing gelaten. Kolfrecht suggereert dat het allemaal draait om de kolfruimte die beschikbaar moet zijn met als implicatie dat deze ook gebruikt zou moeten worden.
En dus doen we de buitenshuis werkende en borstvoedende moeders te kort. Wat soms tot toestanden leidt die voorkomen hadden kunnen worden.
Zoals die moeder van wie de werkgever erop staat dat zij van de ingerichte kolfruimte gebruik maakt, terwijl zij een flesweigerend kind heeft en kolven voor haar geen optie is. Of die moeder die toch wel naar huis gaat om te voeden, maar zich daar vreselijk schuldig over voelt. Of die moeder die op aandringen van haar werkgever een paar dagen extra vakantie opneemt, aansluitend aan haar zwangerschapsverlof, om haar kind te leren uit de fles te drinken, wat niet lukt en tot vreselijke stress leidt bij moeder en baby.
Ik stel voor het woord kolfrecht schrappen uit ons vocabulaire en het niet meer gebruiken en het voortaan over voedingsrecht hebben als het over voedingsrecht gaat.
Laten we vooral duidelijk zeggen waar het op staat en onszelf en anderen niet te kort doen.