Lente liep afgelopen week de avondvierdaagse. Op de laatste dag van de intocht werden de kinderen overladen met snoepkettingen, snoepmutsen en snoepparaplu’s. Je zou het bijna een snoepvierdaagse gaan noemen.
Mare liep ook mee bij papa in de rugzak. Zachtjes fluisterde ze in mijn oor: ‘Mama, ik krijg helemaal niks’. Gelukkig had de buurvrouw ook een zakje snoep voor haar wat ze heerlijk verorberde. Ik dacht terug aan hoe we begonnen waren met de culinaire opvoeding van Lente.
Zes maanden uitsluitend borstvoeding. Daarna kreeg ze de eerste groentehapjes, anders zou ze teveel aan de zoete smaak van fruit wennen. Zoet beleg of snoep was absoluut taboe in haar eerste twee levensjaren. Op het kinderdagverblijf maakte ik voor haar eerste en tweede verjaardag verantwoorde en kunstig geknutselde hapjes van rijstewafeltjes, soepstengels of rozijntjes. Ik snapte niet dat peuters ook al zakjes chips of smarties uitdeelden of dat ouders rustig hun baby van amper één jaar taart met slagroom voerden op verjaardagen. Pas in Lente’s derde levensjaar kwam er wat snoep in haar leven. Maar altijd was er nog mama’s vitaminestoot voor het slapen gaan en bij het opstaan.
Hoe anders gaat het nu bij Mare. Met een oudere zus maakt zij veel eerder kennis met alle zoetigheden. K3 hagelslag leek onze jongste meid veel lekkerder dan geitenkaas. Grote zus kan inmiddels het kinderslot van de snoeplade opentrekken en Mare voorzien van een doosje smarties, als zij zelf ook wat mag pakken. De invasie van snoep is bij Mare niet goed tegen te houden. Dit is toch wel het lot, of vanuit Mare bezien het genot, van een tweede.
Met een tweede gaat alles veel sneller, zegt men. Mare speelt nu al met barbie’s, kijkt alle spannende Disney films mee met grote zus en wilde voor haar derde verjaardag ‘My littlest pet shop’ hebben (4+) want dat had ze op een TV reclame gezien. Haar actieradius met buitenspelen is ook al significant vele meters groter dan bij Lente bij op deze leeftijd.
Maar op één gebied gaat het niet zo snel en blijft ze misschien wel langer ‘klein’ dan Lente. Namelijk dat vertrouwde slokje aan mama’s borst. Daar geniet ze nog steeds van. Dan hoeft ze nog niet groot te zijn. Stoppen lijkt haar nog geen goed idee. Van mama mag ze altijd ‘s avonds thuis nog een slokje van mama’s melk.
En dus ligt ze donderdagavond na de intocht in ons dorp tevreden aan mama’s borst goede voedingsstoffen en vitaminen te tanken. Mooie balans voor dat verorberde inhoud van het snoepzakje. Want als ze kan kiezen tussen een lolly of mama’s toetoe, dan is de keus nog steeds snel gemaakt.