Ze valt me onmiddellijk op. Een kleine gracieuze vrouw met een vriendelijke uitstraling. Ze duwt een lege buggy voor zich uit. Aan haar hand een peuter. Voor haar buik een baby in een doek. Een doek die zo comfortabel geknoopt is met brede stroken, soepel over de schouders, dat het lijkt alsof haar baby vederlicht is.
Heel soms zie ik dit tafereel, een vrouw met een draagdoek. Mijn hart maakt dan altijd een sprongetje van blijdschap. Een doek associeer ik met geborgenheid, veiligheid, knusheid en liefde voor het kind dat gedragen wordt. Dat gun ik elk kind.
De moeder en ik zitten met nog een aantal andere ouders te kijken hoe onze kinderen baantjes zwemmen in het diepe zwembad. We wachten. De baby wacht en geeft een door de moeder onmiddellijk begrepen signaal, voor de rest van de wachtenden onzichtbaar en onhoorbaar. Ze ontbloot haar borst en legt haar kindje aan.
Ik schreef al dat ze er gracieus uitziet, ze voedt ook gracieus. Het valt niemand op.
Ik zie zo zelden een voedende moeder. Ik zie tedere liefde. Zo mooi.
En ik loop naar haar toe en vertel haar hoe prachtig ik het vind. Ze straalt maar vertelt ook dat ze het normaal vindt, dat ze overal voedt en dat ze haar peuter ook voedt.
Het verbaast me niet.
We praten samen over voeden. Het voelt fijn om dit grote goed te delen. Elkaar te vertellen hoe mooi wij het vinden om onze kinderen de borst te geven en hoe normaal.
Ik had ook op mijn plek kunnen blijven zitten en kunnen zwijgen. Maar ik wil mijn overtuiging delen met degenen die het in de praktijk brengen. Die laten zien dat een kind slechts behoefte heeft aan de huid en de borst van zijn moeder. Haar nabijheid en haar melk.
Daarom vertelde ik haar dat ik haar zag voeden. Mooie moeder, gelukkig kind, het is een groot goed.
- Reageren? Dat kan op de Facebookpagina van Kenniscentrum Borstvoeding