Op de 81e verjaardag van mijn oma zit de kamer stampvol oudere dames: schoonzusjes, vriendinnen en vroegere buren. Wij zijn deze ochtend het enige jonge gezin. Onze kinderen hebben dan ook niet te klagen aan belangstelling en krijgen veel vertederde blikken. Na een uurtje komt mijn zoontje van anderhalf even een slokje ‘boh’ halen. De vertedering verandert in verbazing: ‘Drinkt hij nog aan de borst?’ en ‘Heb je nog genoeg dan?’ ‘Genoeg voor twee!’ roept mijn man, want ook onze dochter van vier jaar drinkt dagelijks, maar zijn opmerking gaat verloren in het geroezemoes van de dames die hun eigen borstvoedingsverhalen vertellen.
Niet zo rooskleurig allemaal: ‘Ik had niet genoeg melk…’ en ‘Ik had wel melk, maar er zat niks in…’ Het maakt me verdrietig te horen dat veel van hen met liefde borstvoeding hadden willen geven, maar zijn stukgelopen op problemen die met goede begeleiding en de juiste kennis van zaken voorkomen hadden kunnen worden. Zoals een tante met een horrorverhaal over bloedende tepels, die toevoegt: ‘… en toen kwamen ze aan het eind van de kraamweek vertellen dat mijn dochtertje niet goed aanhapte: ze nam alleen de tepel in de mond, niet de tepelhof. Ja, had dat wat eerder verteld!’ Waarschijnlijk geldt hetzelfde voor de vrouwen met ‘te weinig voeding’: als hen verteld was dat ze veel vaker hadden mogen aanleggen om de borstvoeding goed op gang te brengen, was het vast en zeker wél gelukt. Ze kregen in plaats daarvan een restrictie in het voeden en wachtten met pijn in hun hart tot de klok aangaf dat ze eindelijk hun huilende baby weer bij zich mochten nemen…
Geen borstvoeding dus voor de generatie boven mij. Ook ikzelf heb er maar kort van mogen genieten, opnieuw door borstvoedingsonvriendelijk beleid. In mijn babyboek staat dit onderschrift bij een foto waarop ik twee dagen oud ben: ‘Omdat je liet blijken dat je na de borst nog steeds honger had, kreeg je van papa nog een lekker flesje.’ Zo liefdevol en zorgzaam, maar niemand had hen verteld dat zo al op dag twee het prachtige systeem van vraag en aanbod in de war geschopt werd.
Iemand zei me eens over borstvoeding: ‘Zie het maar als een cadeau aan jezelf dat je in staat bent je kinderen te geven wat je zelf gemist hebt.’ Zo voelt het ook inderdaad. Ik ben dankbaar voor het goede voorbeeld van een vriendin, de schat aan informatie op internet en de goede adviezen van verpleegkundigen en verloskundigen. Heerlijk om mijn kinderen te zien genieten van de nabijheid en intimiteit van borstvoeding en te weten dat ik hen het gezondste geef wat er is.
Het is mijn hoop dat op mijn 81e verjaardag, als ik het beleven mag, niemand verbaasd kijkt als mijn achterkleinkind aan de borst ligt, omdat het over vijftig jaar volkomen vanzelfsprekend is dat elk kind in Nederland minstens twee jaar borstvoeding krijgt.