Mijn eerste zoontje Jasper is een maand of vier en krijgt uitsluitend borstvoeding, als ik voor een vergadering van het Nationale Borstvoedings Comité naar San Pedro Sula moet. Dit is een uur of vier rijden van de hoofdstad van Honduras, waar ik op dat moment woon en werk. Jasper gaat mee op reis.
Ik ben een beetje gespannen, want vier maanden borstvoeding geven is tot daar aan toe, maar om dat in het gezelschap van een groep experts te doen is toch wel weer iets anders. En zullen deze experts mij met baby op de arm ook wel zien als een professioneel iemand, met kennis van zaken over borstvoedingsbeleid, certificering van instellingen volgens de Zorg voor Borstvoedingcriteria en andere zaken die er op de agenda staan?
De vergadering vindt plaats in een van de grootste ziekenhuizen van het land (zo’n honderd bevallingen per dag). Dit ziekenhuis heeft al jaren geïnvesteerd in borstvoedingstrainingen en is hard op weg het eerste gecertificeerde ziekenhuis van het land te worden. De ‘brancardrijders’, de mannen die pas bevallen moeders op een brancard van de verloskamer naar hun zaal rijden, checken eerst of de baby al bij de moeder aangelegd is, voordat ze hen willen vervoeren. Zelfs deze groep medewerkers heeft een training over borstvoeding gehad!
Jasper lijkt niets te merken van mijn gespannenheid en ligt vrolijk te spartelen in het ziekenhuisbedje dat er voor hem gehaald is. Hij is erg opgewonden van alle aandacht en komt niet toe aan zijn ochtendslaapje. Als hij toch wel erg begint te jengelen, probeer ik hem aan te leggen, normaliter dè manier om hem stil te krijgen. Dit keer lukt het echter voor geen meter; het is al te laat, hij is te overstuur, en mijn spanning helpt hem ook niet. Haastig loop ik de vergaderzaal uit om in een bijkamertje te wachten tot hij rustig wordt, onderwijl steeds proberend of hij wil drinken.
Terwijl ik zo zit te hannesen komt er een schoonmaakster binnen; ze slaat ons enige tijd gade en zegt op vriendelijke maar besliste toon: “Nou, ik zie het wel, hoor, hij wil uw melk gewoon niet, ziet u dat dan niet?” Ik blijf rustig en beleefd en zeg: “Hij is gewoon wat overstuur, als hij tot rust komt wil hij wel weer drinken”. “Nee hoor, ik zie het duidelijk, hij wil het echt niet. Zal ik even een flesje voor u halen buiten? Dat is zo gedaan”. Ze is echt heel stellig! “Nee hoor, dank u wel”. “Weet u het echt zeker, het arme jong, hij heeft echt iets nodig hoor, en die melk van u, die wil hij duidelijk niet”. Uiteindelijk druipt ze schouderophalend af. Jasper valt enige tijd later in slaap.
Ik zeg tegen de ziekenhuismedewerkers dat ze een groep hebben overgeslagen met de borstvoedingstrainingen! Ik sta stevig in mijn schoenen waar het borstvoeding betreft, maar ik denk dat de volhoudendheid van deze dame veel vrouwen zal doen zwichten!
Bijna een jaar later krijgt dit ziekenhuis als eerste in Honduras de felbegeerde Zorg voor Borstvoeding Certificering. En er wordt mij verzekerd dat het schoonmaakpersoneel ook getraind is!