In 1998 heb ik op 18-jarige leeftijd een borstverkleining ondergaan. Mijn cup F leverde me zowel psychisch als lichamelijk klachten op en de huisarts verwees me naar een plastisch chirurg voor meer informatie over een verkleining. Daar werd me verteld dat ik na de operatie zo goed als zeker geen borstvoeding meer zou kunnen geven.
De operatie
Als 18-jarige wist ik wel al dat ik graag ooit kinderen wilde maar dat leek nog zo ver weg. Bovendien ben ik zelf groot geworden met flesvoeding en ben ik prima gezond. Op dat moment was de keuze voor mij vrij gemakkelijk; ik koos op dat moment voor mezelf en onderging de operatie. Acht jaar lang heb ik hier plezier van gehad; met een cup C ging sporten (een grote hobby) me een stuk makkelijker af en ik werd voor mijn gevoel eindelijk eens niet benaderd als ‘die borsten met dat meisje er aan vast’.
De voorbereiding
In de loop van de jaren kreeg ik een vaste relatie, ben ik gaan samenwonen en getrouwd en in augustus 2005 raakte ik zwanger. We waren erg blij en ik ben direct naar de huisarts gegaan met een aantal vragen. Een daarvan betrof het geven van borstvoeding; hoe wist ik nu of ik wel of geen borstvoeding zou kunnen geven? De huisarts was heel duidelijk; het kon gewoonweg niet. Hij was daar heel stellig in.
Ik had in het ziekenhuis destijds gehoord dat er nog wel een kleine kans zou zijn en dus ben ik me wat verder gaan verdiepen. Via een uitgebreide folder van Borstvoeding Natuurlijk kwam ik er achter dat het bij sommige vrouwen toch nog bleek te kunnen na een borstoperatie, ook na een verkleining. De verloskundige gaf ook aan dit wel eens meegemaakt te hebben maar zei ook eerlijk dat ik niet teveel hoop moest koesteren; ze hadden het maar een enkele keer meegemaakt en zelfs toen was volledige borstvoeding niet mogelijk. Maar ik kreeg toch een sprankje hoop, ik wilde het ook zo graag. Toch heb ik mezelf steeds voorgehouden; ik ga er van uit dat het niet kan, als het dan toch kan, is dat mooi meegenomen.
Op de NegenmaandenBeurs kwam ik terecht bij een kolffabrikant en hoorde ik over een borstvoedingshulpset; een setje waarmee je flesvoeding via een flesje om je hals via dunne slangetjes naar je tepels leidt. Vervolgens leg je je kindje aan de borst met het slangetje in de mond en zo drinkt het kindje aan de borst de flesvoeding. Dat leek me fijn voor zowel moeder als kind; flesvoeding maar wel die nabijheid van de borst. Ik schafte het aan en toen was het wachten op de geboorte.
Toch proberen
Op 1 mei werd onze zoon, na een spoedkeizersnede, geboren in het ziekenhuis. Drie uur na de geboorte werd hij bij me aangelegd. Ik was onder volledige narcose gebracht en moest dus eerst uit de narcose ontwaken. Hij werd bijgevoed met een flesje omdat hij bijna negen pond was. De eerste dagen werd hij elke paar uur aangelegd en gewogen voor en na het aanleggen maar dan bleek hij steeds niets binnen gekregen te hebben. Aangezien de borstvoeding na een keizersnede wel vaker wat later op gang komt, gaf ik de hoop nog niet op en op de vierde dag, toen ik naar huis mocht, bleek hij iets, ongeveer vijf cc, binnen gekregen te hebben. Ik mocht proberen te kolven en zag bij het afkolven voor het eerst melk uit mijn tepel komen. Het was weliswaar nog geen vijf cc maar toch, het was iets.
Eenmaal thuis hadden we een schat van een kraamhulp. Ze had al 25 jaar ervaring en hechtte veel belang aan het proberen opstarten van de borstvoeding omdat ze zag dat het voor mij ook heel belangrijk was. Ze stond open voor het uitproberen van de borstvoedingshulpset, al had ze er zelf geen ervaring mee. Samen hebben we het uitgeprobeerd en het werkte.
Na een aantal voedingen begon het me echter toch op te breken. Hoewel mijn zoon een ontzettend goede zuigreflex had en de borst wonderbaarlijk goed pakte, en zeker gezien het feit dat er uit mijn borst zelf dus niets of nauwelijks iets kwam, kostte het me steeds meer moeite en begon ik tegen de voedingen op te zien. Het was toch best een gedoe om alles goed te ‘instaleren’, dit kon ik niet zonder hulp en een voeding duurde al snel anderhalf uur. Daarbij moest ik steeds controleren of mijn zoon zowel het slangetje als mijn tepel goed pakte, hij raakte hierdoor gefrustreerd en ik ook. Ik raakte steeds meer uitgeput.
Na overleg met de verloskundige hebben we besloten te stoppen met het hulpsetje en te gaan kolven. En toen gebeurde het; ik had zowaar melk!
De eerste keren nog niet veel, maar op een gegeven moment zelfs 50 cc. Slechts één borst ‘deed het’ maar door een aantal keren per dag te kolven, kon ik één voeding bij elkaar sparen. Wat was ik trots! Zo kon ik mijn zoon toch mamamelk vol antistoffen en belangrijke stoffen geven. Iedere druppel werd zorgvuldig opgevangen want het kostte me zoveel moeite om een voeding bij elkaar te sprokkelen. Voor mij was dit net zoveel waard als goud. Zodoende dat het voor mij ‘het witte goud werd’. Alleen ikzelf gaf mijn zoon het flesje met de borstvoeding, bang dat ik was dat er teveel geknoeid werd.
Gelukkig kon ik dit wel vrij snel loslaten en was ik wat relaxter. Vier weken heb ik afgekolfd en mijn zoon dit dagelijks met veel liefde gegeven. Na het eerste bezoek aan het consultatiebureau en overleg met de arts, ben ik gestopt met kolven maar leg ik mijn zoon steeds voor elke voeding aan de werkende borst aan en geef vervolgens alsnog flesvoeding. Zowel voor mijn zoon als mij was dit prettig. Hij bleef de borst heel goed pakken en gaf duidelijk aan wanneer de borst leeg was.
Een tweede poging
Nog steeds ben ik zo ontzettend blij met dit voor mij kleine wonder. Eerlijk is eerlijk; ik heb heel veel tijd en energie gestoken in de borstvoeding en heb wat tranen gelaten. Enerzijds van teleurstelling toen bleek dat ik vrijwel geen melk had en ondanks dat ik me daar op voorbereid had, anderzijds van geluk toen dat toch meer bleek te zijn dan gedacht. Het was voor mij heel kostbaar en ik koesterde de momenten van nabijheid en warmte van mij en onze zoon. Nooit gedacht dat de uitdrukking voor asperges zo’n andere betekenis voor me zou krijgen, die gepaard gaat met zoveel gevoelens van liefde en genegenheid.
Op vier juni 2007 ben ik bevallen mijn tweede zoon Joackim, ik was namelijk vier maanden na mijn eerste bevalling weer zwanger. Tijdens deze zwangerschap heb ik bij een contactpersoon van Borstvoeding Natuurlijk drie info-avonden bezocht om me iets meer voor te bereiden want ik wilde het weer gaan proberen. Dit keer ben ik op natuurlijke wijze bevallen. Ik heb daardoor ongeveer binnen een half uur mijn kindje aangelegd gekregen.
Misschien kwam het omdat dit de tweede zwangerschap was (alles heeft al eens gefunctioneerd), ik geen narcose en keizersnede gehad heb, snel aangelegd is, hij een super zuigreflex had en ik iets meer wist wat het inhield en daardoor iets relaxter was, maar het lukte dit keer veel beter. Ik heb de eerste weken steeds eerst de borst en vervolgens de fles na gegeven.
Na twee maanden en vervolgens ongeveer elke maand daarna is de hoeveelheid flesvoeding opgehoogd omdat mijn zoontje grotere hoeveelheden ging drinken en de melkproductie helaas niet verder toenam. Helaas is het dus wel steeds meer fles geworden maar vergeleken met mijn eerste zwangerschap waarbij ik na tien weken echt geen voeding meer had en het veel en veel minder was, was dit voor mij een super prestatie. Wel was net als de vorige keer maar één borst echt actief, de ander produceerde maar heel weinig. Bij het kolven zelfs bijna niets maar als mijn zoontje aangelegd werd, dronk hij toch aan die kant ook wel even.
Tranen
Ik heb heel veel tijd en energie gestoken in de borstvoeding en in het begin (de eerste vijf à zes weken) kolfde ik nog twee of drie keer per dag maar dat was dan 30 cc per keer en eerlijk gezegd had ik de tijd er niet voor en het er ook niet voor over omdat ik nog een tweede mannetje van zeventien maanden rond had lopen. Hij moest al zo snel de aandacht delen en ik heb daarin deze keuze gemaakt. Later kolfde ik alleen als ik een voeding moest overslaan, maar dat deed ik zo min mogelijk. Mijn jongste zoontje heeft een hele tijd toch ongeveer half borstvoeding en half de fles gekregen. Ik ben eerlijk gezegd toch wel trots dat dit me lukt en blij met dit ‘geluk’.
Trots
Trots ben ik omdat ik dit samen met mijn mannetjes toch maar mooi doorgezet heb. Daar waar anderen, zonder dat ik dat veroordeel en juist heel goed kan snappen!, stoppen, hebben wij alle zeilen bijgezet.
Uiteindelijk heb ik toch zes maanden borstvoeding kunnen geven en dat voelde heel goed.
Natuurlijk hangt het ook van de kindjes af en ben ik trots op mijn doorzetters. Omdat zij toch maar mooi steeds zo hard gewerkt hebben voor een halve voeding of minder! Elke keer als ik die lieve en tevreden snoetjes zag als ik mijn zoontjes aan de borst had en hij van genot zijn oogjes dicht kneep, was ik opnieuw verliefd en trots.
Ik hoop dat jullie iets met mijn informatie kunnen, wellicht dat anderen iets hebben aan mijn ervaringen
-
\t
- Geschreven door Anouk
Lees ook
- Borstvoeding na een borstoperatie
- Borstvoeding en borstoperatie: ervaringsverhaal van Amina
- Het Nieuwe Borstvoeding Boek, Stefan Kleintjes, lactatiekundige Groningen-Bedum & Gonneke van Veldhuizen-Staas, lactatiekundige Helmond
- Eten voor de Kleintjes, kleintjes van 0-4 leren zelf eten, Stefan Kleintjes, kinderdiëtist en lactatiekundige Groningen Bedum; 9e druk oktober 2018
- Bestel hier je boeken bij Kenniscentrum Borstvoeding
- Zoek lactatiekundige
- Zoek borstvoedinghulp
- Borstvoedig op internet