Twee jonge bv-moeders, Sascha* (20) en Mandy* (21) van de jonge bv-mama’s-hyves, wilden nou wel eens weten waarom jonge moeders voor borstvoeding of voor flesvoeding kiezen. Ze zetten een enquête online die werd ingevuld door 200 moeders jonger dan 25 jaar. De vraagstelling luidde: Geven er inderdaad meer jonge moeders de fles? En wat is hiervan de reden?
De uitkomsten van het onderzoek zijn verrassend.
Vraagstelling en verantwoording
De centrale onderzoeksvraag luidde: Geven er inderdaad meer jonge moeders de fles? En wat is hiervan de reden?
Sascha: ‘In het contact dat wij met veel jonge moeders hadden bleek dat veel moeders de fles geven in plaats van borstvoeding. We vroegen ons af wat hier de oorzaak van was, is het echt zo dat de informatie (voor jonge moeders) te kort schiet?’
‘We hebben in een periode van twee weken een enquête online gezet en via hyves en forums verspreid, deze is door 200 jonge moeder ingevuld, voornamelijk door onze gezochte doelgroep van jonge (aankomende) moeders van 25 jaar of jonger.’
De leeftijd
De enquête is door moeders tussen de 15 en de 32 jaar ingevuld, met een meerderheid van moeders onder de 25 jaar. De oudere moeders zijn er niet uitgefilterd omdat bleek dat ze vaak op jonge leeftijd ook een eerste kindje hadden.
Wie geeft borstvoeding
De borstvoedende moeders zijn in de minderheid. Een meerderheid van de nog 58 borstvoedende moeders voedt al langer dan een half jaar. Dit geeft duidelijk weer dat de moeders die voor borstvoeding kiezen een (doordachte) keuze maken en ook echt voor borstvoeding gaan.
Ongeveer 80 moeders geven geen borstvoeding meer, 32,95% is gestopt in de eerste maand, en nog voor de 3 maanden is 60,2% gestopt. De voornaamste reden is dat er problemen zijn met het gewicht van het kindje, en de opmerking ‘ik had geen melk meer’ lezen we bij een behoorlijke meerderheid terug. Ook dingen zoals aanlegproblemen komen regelmatig terug. Vandaar dat moeders ook konden aangeven of het anders met behulp van een lactatiekundige misschien wel goed was gegaan.
Onbekend met het fenomeen lactatiekundige
Er blijkt veel mis te lopen in de voorlichting. Sascha: ‘Omdat borstvoeding een kwestie is van vraag en aanbod kan het niet zomaar op zijn, het is dus een belangrijk onderdeel om hier extra aandacht aan te besteden. Ook is het vrij onbekend dat er de mogelijkheid is een lactatiekundige in te schakelen.
Ongeveer 31% heeft langer gevoed dan de geadviseerde zes maanden, de redenen om na de zes maanden te stopen zijn vooral terug te vinden in hormonale veranderingen door zwanger zijn, geen vraag meer van de kleine, tot het tanden krijgen.
Waarom geen borstvoeding maar wel kunstvoeding?
37 moeders hebben geantwoord dat ze geen borstvoeding wilden geven, waarvan bleek dat bijna 47% een medische reden noemt, ongeveer 25% had misschien wel borstvoeding kunnen geven als er tijdens de zwangerschap betere deskundige informatie was geweest. Je moet dan denken aan medische problemen zoals teruggetrokken en/of gevoelige tepels. Andere redenen zoals kunstvoeding is makkelijker bij de oppas en papa moet een flesje geven, zijn echt persoonlijke beslissingen, al zijn ze misschien wel gebaseerd op verkeerde informatie.
Zijn de moeders goed voorgelicht over borstvoeding en flesvoeding in de zwangerschap?
Al wordt hier merendeels met ‘ja’ op geantwoord, toch vinden de onderzoekers dat, omdat 33% hier ‘nee’ antwoordt, dat de informatie en voorlichting dus nog duidelijk te kort schiet. Sascha: ‘Ik vind dat dit aantal moet dalen tot minder dan 10%’.
Wat moet er verbeterd worden in de informatie over borstvoeding aan jonge moeders?
18% vindt dat de nadruk teveel op borstvoeding ligt en er te weinig informatie over flesvoeding is. Dit antwoord is voornamelijk ingevuld door moeders die kunstvoeding geven.
Hier lijnrecht tegenover staat 7% die vindt dat er teveel informatie wordt verspreid over kunstvoeding en te weinig over borstvoeding. Vooral de zwangerschapsdozen en de zwangerschapsbladen worden hier benoemd. Hierin wordt namelijk geen tot te weinig informatie over borstvoeding verstrekt en wel over kunstvoeding, al is dit kunstvoeding stap 2.
15% vindt dat er inderdaad meer informatie en vooral ook beeldmateriaal mag komen voor en door jonge borstvoedinggevende moeders. Het mag best wat moderner gemaakt worden en er worden ook ideeën als speciale voorlichtingfolders en/of avonden voor jonge zwangeren geopperd.
Voorlichting moet uitgebreider vindt 35%; hier worden voorbeelden genoemd als ook de eventuele nadelen benoemen, meer informatie over wat er gebeurt tijdens regeldagen en sprongetjes, en ook de fabels als ‘hangtieten’ moeten de wereld uit geholpen worden.
Begeleiding achteraf moet beter zegt 25%, dit is vanaf de bevalling tot aan een jaar. Vooral slechte adviezen van kraamzorg en consultatiebureaus schijnen een oorzaak te zijn van het hebben van geen melk. Ook actieve hulp bij o.a. aanlegproblemen zal veel teleurstellingen voorkomen.
Conclusie
Sascha: ‘Veel jonge moeders die voor borstvoeding kiezen, voeden vaak langer dan een half jaar, maar er schiet duidelijk nog te kort aan informatie over en begeleiding van borstvoeding na de bevalling. Er moet duidelijk meer informatie verstrekt worden over het bestaan van lactatiekundigen en over de vergoedingsmogelijkheden hiervan.
Voor meer informatie, het opvragen van de rechtstreekse antwoorden en informatie welke acties er zijn ondernomen naar aanleiding van deze enquête kun je mailen naar Sascha.
De onderzoekers
Sascha en Mandy zijn van de jonge bv-mama’s-hyves en Mandy schreef onlangs de column Frustraties van een jonge moeder op borstvoeding.com.
-
\t
- Dit artikel is ook geplaatst in de Zorgmediatheek van de JeugdGezondheids Zorg