Mijn jongste zoontje moet wel ziekelijk verwend zijn. Nog maar een halfjaar oud en hij bepaalt al hoeveel hij eet en ook op de minuut nauwkeurig wanneer dat dient te gebeuren. Tja, zo zie ik dat natuurlijk helemaal niet; mijn zoontje krijgt de borst, wanneer hij dat wil en in de hoeveelheid die hij op dat moment nodig heeft. Uiteraard weet hij dat zelf het beste.
Ooit was ik wel anders gewend. Ik had tijdens mijn studie een bijbaan op een kinderdagverblijf. Ik hield het daar maar een paar maanden uit op de babygroep want ik kon moeilijk verkroppen hoe er met baby’s werd omgegaan. De gesynchroniseerde voedingsmomenten waren omgeven met stress en flinke druk. ‘Heeft ze haar flessen leeggedronken?’ was met grote voorsprong de meest gestelde vraag van de ouders. Als het gat in de speen maar groot genoeg was dan konden de kleintjes niets anders dan flink door drinken en werd de fles keurig leeg afgeleverd vanuit de wipstoel.
Echter, veel wolken van baby’s begonnen hongerig aan een standaard voeding van 180 ml met zes schepjes kunstmelkpoeder maar verloren halverwege de aandacht of vielen in slaap (lees: ze hadden genoeg gehad of waren te moe van het huilend op de fles wachten). Dan wiebelde ik, zoals van mij werd verwacht, de speen van de fles vrolijk heen en weer in het mondje tot er weer gedronken werd. En nog eens. En ik was zeker niet de enige. Mijn collega’s deden het en ja, zelfs hun ouders deden het. Juist de ouders deden het. Die fles moest leeg.
Niet alleen flessen maar ook bordjes en potjes moesten leeg. En ik zelf was tevreden als ik het weer voor elkaar had gekregen om elk kindje zoveel mogelijk binnen te laten krijgen. Het kwam niet in me op dat ik niets minder deed dan ze volproppen terwijl zij allang verzadigd en hun maagjes al maximaal opgerekt waren.
Nu ik zelf moeder ben, met alweer een tweede mannetje dat op verzoek zijn mamamelk krijgt, weet ik pas echt wat satisfactie is. Waar was ik toen in vredesnaam mee bezig? En waar ben jij mee bezig als je deze manier van voeden hanteert? Wat zou je er van vinden als ik jou op gezette tijden zes keer per dag hetzelfde volle bord stamppot voer dat je helemaal moet leegeten. Zelfs als je slaapt blijf ik dan doorscheppen, hè? Want slapen zal je, dat kan ik je verzekeren. Je hebt namelijk na zo’n zware kost geen energie meer over voor andere dingen dan je spijsvertering. Zeker niet als ik je voor de nacht een paar extra scheppen toedien of nog beter, een extra zware en zoete stamppot geef. Die zal zeker wel op gaan en dan geef jij lekker de hele nacht geen kik meer!
Ik realiseer me best dat een vooraf bepaalde hoeveelheid voeding op vaste tijden ouders een gevoel van vertrouwen kan geven. Ze hebben immers de ‘zekerheid’ dat hun spruit niets aan voedingsstoffen te kort komt, dat hij goed zal slapen en ja, ook de zekerheid dat hij niet weer voor een voeding komt voordat de drie á vier uur voorbij zijn en er op een onhandige tijd ineens een fles klaargemaakt zou moeten worden.
Wat mij betreft is dit een vals vertrouwen. En dan wel in de kunstvoedingfabrikanten en instanties die pretenderen beter te weten wat je kindje nodig heeft dan je kindje zelf. Waar is het echte vertrouwen? Het vertrouwen in je kindje dat het zelf weet hoeveel voeding het nodig heeft en ook wanneer. En het vertrouwen in je eigen lijf dat je zonder dat je de voeding ziet of de hoeveelheid kan meten toch weet dat je jouw kindje nog steeds precies geeft wat het nodig heeft.
Nee, verwende kinderen heb ik niet. Ik heb kinderen die heel goed weten wat hun eigen grenzen zijn. Het zijn kinderen die niet blijven door eten als ze vol zitten. Vol is tenslotte vol!
Afbeelding met toestemming overgenomen van Betje. Zie hier voor alle borstvoedingscartoon van Betje.