
We kletsen nog wat over het weer, maar ondertussen denk ik aan onze vakantie van twee jaar geleden. Toen hadden wij een baby en een peuter, maar ik kan me niet herinneren dat we ons in onze plannen beperkt gevoeld hebben. Dat is zeker voor een groot deel te danken aan de borstvoeding: wat geeft dat een vrijheid! Geen gedoe met inpakken, ’t is altijd voorradig, op temperatuur en meteen beschikbaar. Ook slaapjes hielden ons niet aan huis (of camper) gebonden, want ons zoontje ‘woonde’ in de draagdoek: hij keek vanuit z’n veilige stekkie rustig mee met onze uitjes en viel heerlijk in slaap op mijn buik of bij z’n vader op de rug. We hebben heerlijk in de heuvels gelopen, een kasteel bezocht, in een winkelcentrum rondgestruind.
De andere moeder checkt haar mobieltje voor de tijd. ‘Bijna twaalf uur: we gaan.’ En met een hoofdbeweging naar haar zoontje: ‘Hij moet er om half één weer in liggen, maar eerst nog even lunchen.’ Opnieuw een zucht: ‘Hij eet zo slecht…’ We wensen elkaar nog een fijne vakantie en dan gaan ze.
Terwijl ik hen nakijk, realiseer ik me dat het voeden op verzoek ons nóg een vrijheid heeft gegeven. Het vertrouwen is gegroeid dat onze kinderen zelf goed aanvoelen hoeveel eten en drinken ze nodig hebben. Wij bieden gezond voedsel aan, zij bepalen hoeveel ze daarvan nemen. Dat er na een periode van drie boterhammen bunkeren (groeispurt?) dan een fase komt waarin ze na een half sneetje echt klaar zijn met eten, daar hoeven we dus geen probleem van te maken. Ook hoeft de lunch niet elke dag stipt om twaalf uur. Zelfs het slapen gaat bij ons zo’n beetje ‘op verzoek’: als ze moe worden, komen ze borst vragen of vallen ze in de draagdoek wel in slaap.
Eigenlijk is op deze manier elke dag een beetje vakantie…
