Agnes van Hulten
Ken je dat? Het gevoel beleg te zijn in een sandwich? In het publiek bij een festival, in de rij voor concertkaartjes of op de dansvloer van een drukke nachtclub? Een gevoel van lang geleden. Het laatste jaar voel ik me echter met regelmaat weer de plakkerige kaas tussen twee kleffe boterhammen: tussen dreumeszoon en peuterdochter in ons grote bed.
Dochter van drie slaapt zes van de zeven nachten door. Nou goed, toch zeker vijf van de zeven. In goede maanden. De nachten die ze niet doorslaapt, roept ze heel schattig: paaaaapaaaa, kom je bij mij slapen in mijn Minnie Mouse bèèèeeed?! En dat een keer of tien tot hij er daadwerkelijk is. Zelfs als Minnie niet op de overtrek prijkt, blijft het haar Minnie Mouse bed. Met onderschuiflade en extra matras, voor deze, ehm, sporadische nachten. Een soort cosleeper-de-luxe. Voor papa’s! Sinds broertjelief haar mama harder nodig heeft ‘s nachts, neemt ze heel grotesk genoegen met haar lieve papa. Meestal dan.
Dan zoonlief van net veertien maanden. Hij loopt als een kievit, maar slaapt als een stokstaartje: alert en het liefst in een holletje (van mijn arm…). Dus verkast hij elke nacht rond een uur of twee van zijn eigen bedje naar ons grote bed. Waar we een cosleepbedje aan hebben, geheel voor de vorm. Want ja, dat holletje hè, dat ligt niet in het cosleepbed. Dat holletje komt met een open bar, waar verse warme melk uitkomt de rest van de nacht dus geef hem eens ongelijk. Melk die ook nog eens een slaapverwekkend hormoon bevat, vooral ‘s avonds en ‘s nachts. Daar kunnen geen verzonnen pyjamapapjes tegenop.
Over pyjamapap gesproken… Gisteren mocht ik er helaas eentje aanschouwen van een heel andere orde: een door zoonlief in zijn buik zelf gemaakt papje kwam naar buiten en bleef hangen op zijn pyjama… En op zijn slaapzak, hoeslaken, molton en ook op het matras, uiteraard. Als ze hier spugen, doen ze het goed. Genoeg reden dus om hem (in schone pyjama zonder pap) bij ons in bed te nemen. Natuurlijk bleek dit de bewuste zevende avond, waarop ook dochterlief wakker werd. Papa ernaast was deze keer niet genoeg, nee, ze moest en zou bij mama in bed slapen. Dus daar gingen we weer, welkom in Club Sandwich: stokstaartje aan de ene kant en Minnie Mouse aan de andere. Geen hoofdkussen, weinig dekbed, nog minder bed. Je zou kunnen zeggen: heel weinig nachtrust maar wel veel, heel veel liefde.
Ik las een onderzoek naar de verwachtingen van ouders over het slaapgedrag van hun jonge kinderen. In de VS was de gemiddelde verwachting dat ze na drie maanden zouden doorslapen, en in bijvoorbeeld India rekenden de ouders toch zeker op een jaar of vijf. Sindsdien weet ik weer, alles is perceptie. Ik probeer de Indiase insteek te vinden en positief te denken. Het duurt geen eeuwen. Over een paar jaar missen we dit vast. Doe mij nog maar zo’n Club Sandwich!
- Reageren? Dat kan op de Facebookpagina van Kenniscentrum Borstvoeding