Toen ik met borstvoeding begon, dacht ik dat het moeilijk te combineren zou zijn met mijn baan. Ik werk als consultant en ben drie dagen per week op bezoek bij klanten door heel het land. Tegen het einde van mijn verlof zag ik er daarom best tegenop om te moeten kolven.
Inmiddels is mijn dochter acht maanden en kolf ik nog steeds drie keer per dag, op steeds wisselende locaties. En dat blijkt makkelijker dan gedacht. Bij een eerste bezoek aan een locatie vraag ik gewoon bij de receptie waar de kolfruimte is, en als die er niet is, vraag ik of ik die dag de EHBO-ruimte mag gebruiken.
Helaas maken kolfschema’s en regels bij bedrijvenhet soms lastig voor iemand zonder vaste werkplek. Zo was ik laatst blij dat er een kolfruimte was, maar toen bleek er een intekenlijst te zijn met blokken van een half uur, die al helemaal vol zat. Ik vroeg, via de receptioniste, of de kolfster van 12 uur de ruimte zou willen delen.
Toen ik me om 12 uur bij de receptie meldde, bleek het niet te kunnen. De kolfster van 12 uur had een erg jong baby’tje en de productie was nog niet goed op gang.
Ze wilde dus in de dertig minuten die ze had geen extra afleiding. Wat ik toen ook wel begreep. Wat ik niet begrijp zijn regels als: deze kolfruimte is alleen bedoeld voor vaste medewerksters/mensen van deze afdeling/verdieping/vul maar in. Als je volle borsten hebt, moet je kunnen kolven, of je nou wel of niet aan alle regeltjes voldoet.
Wij, voedende moeders, zouden baat hebben bij meer onderlinge solidariteit rond het gebruik van de kolfruimtes. Op locaties waar de kolfruimtes wel gedeeld worden, kom ik soms tot erg leuke ontmoetingen.
Zo trof ik een keer een meisje dat kolfde voor een baby van tien maanden. Zij hoefde nog maar een keer overdag te kolven, en dat gaf me net een beetje extra motivatie om door te gaan, op een moment dat ik vond dat ik wel erg druk was met de combinatie werk en kolven.
Mijn dochter was toen zeven maanden. Het inzicht dat het kolven over niet al te lange tijd niet meer zo frequent zou hoeven, deed me goed, terwijl zij volgens mij niet eens doorhad dat ze me met haar positiviteit echt een hart onder de riem stak.
Misschien had ik op mijn beurt die moeder met het jonge baby’tje ook kunnen bemoedigen, als we elkaar ontmoet zouden hebben in de kolfruimte.
De kolfruimtes waar ik wekelijks kom zijn dan ook de enige plekken om zulke inspiratie op te doen. Op de crèche is mijn dochter de enige baby die borstvoeding krijgt, en op het consultatiebureau kom ik ook vooral moeders tegen die flesvoeding geven.
En als je er dan even doorheen zit en wat steun nodig hebt, krijg je meestal te horen: ‘Waarom stop je dan niet ‘gewoon’ met de borstvoeding? Je baby is nu toch al 3, 4, 5, 6, 7 maanden?’ Ja, soms is het lastig, vermoeiend, en extra gedoe om tijdens werktijd te moeten kolven. En vooral, om steeds je keuze om borstvoeding te geven te moeten verdedigen. Maar dat is niet het probleem van moeders die zo nodig hun kind ‘lang’ willen voeden. Het is een maatschappelijk probleem dat samenhangt met het zeer korte verlof. Alsof borstvoeding een optie is en niet gewoon de normale voeding van een baby.
Op een van mijn werklocaties vond ik een bordje voor op de deur: ‘Niet storen: deze ruimte is in gebruik om te kolven. Als er andere moeders zijn die de ruimte met hetzelfde doel willen gebruiken, kom gerust binnen.’ Kijk, zo kan het ook.
De meeste moeders die borstvoeding geven hebben geen probleem met voeden in het openbaar, waarom zou samen kolven dan een probleem moeten zijn?
Laten we daarom de kolfruimtes niet alleen claimen om te kolven maar ook als ontmoetingsplek voor moeders die dezelfde ballen in de lucht houden. Gewoon samen kolven dus!
- Reageren? Dat kan op de Facebookpagina van Kenniscentrum Borstvoeding