Jonge moeders zoeken vaak houvast bij het voeden en opvoeden van hun kindje. Onzeker gemaakt door het ogenschijnlijk afwijkende gedrag van hun kleintje, zoeken ze zekerheid in babyboeken, op babysites, bij door de wol geverfde moeders of op consultatiebureaus. En godzijdank is er op iedere vraag een antwoord.
Vraag: ‘Mijn pasgeboren baby’tje wil wel tien keer per dag drinken. Hoeveel melk moet ik het geven?’
Antwoord: ‘Voor elke kilo die uw baby weegt, heeft hij ongeveer 150 ml voeding per dag nodig.’
Vraag: ‘Altijd maar melk, is zo saai. Wanneer kan ik mijn kindje iets anders geven dan melk?
Antwoord: ‘Vanaf vier maanden begint uw baby behoefte te krijgen aan vaste voeding’
Vraag: ‘Mijn kindje van een half jaar slaapt nog niet door, is dat normaal?’
Antwoord: ‘Bij het hanteren van voorspelbare regelmaat zal bij het ouder worden de avond- en nachtvoeding bij ongeveer een half jaar verdwijnen.’
Veel moeders volgen gerustgesteld de regels en pasklare adviezen op die blijkbaar op elk kind van toepassing zijn en vertrouwen niet meer op hun eigen intuïtie.
Ze kijken niet meer naar de signalen die hun kind geeft. Ze zien de behoeften achter de signalen over het hoofd. En stellen daardoor eisen aan hun kind waar het volgens deskundigen aan toe hoort te zijn, maar waar het biologisch of mentaal misschien nog niet klaar voor is.
Wetenschappelijk onderbouwde cijfers en adviezen van deskundigen bieden zekerheid. Je kan je kind op de klok gaan voeden. Je kan in je agenda de datum noteren waarop je met bijvoeden begint. En je schrijft bij diezelfde datum: beginnen met slaaptraining.
Intuïtie daarentegen valt niet te onderbouwen. Je weet iets gewoon. Je kind geeft jou onbewust de juiste signalen: ik ben er aan toe, de tijd is rijp voor een volgende stap. De keuzes die je maakt vallen niet uit te leggen, daarom is het volgen van je intuïtie vaak zo eng.
Ook ik ben, als beginnende moeder die behoorlijk van haar intuïtie was afgedreven, tot mijn spijt in valkuilen getrapt.
Ik was onzeker over het aantal voedingen dat ik mijn kind gaf, had haast met bijvoeden en maakte me zorgen over zijn slaapgedrag. Ik luisterde naar wat voorgeschreven werd en keek onvoldoende naar de behoeften van mijn kind.
Toen mijn mannetje negen maanden was, realiseerde ik me eindelijk dat hij gewoon erg borst- en moederverslaafd was, ook ‘s nachts en dat dit gewoon een feit was. Vanaf die tijd durfde ik steeds meer te varen op intuïtie en liet ik de regels de regels.
Plotseling, nog maar enkele weken geleden, besloot ik intuïtief ‘s nachts de borst niet meer aan te bieden. Ik besefte dat ik mijn zoontje daarmee niet te kort deed. Hij kon het aan, ik wist het en ik kon niet verklaren waarom. Dus vertelde ik hem vanaf dat moment dat hij ‘s nachts niet meer mocht drinken. Hij mocht wel knuffelen, lekker tegen me aan kruipen of een glaasje water drinken.
Soms huilt hij heel even, maar ik weet dat ik een goed fijn knus en liefdevol alternatief heb. We liggen halve nachten in elkaars armen, gezichten tegen elkaar aan. En mijn lieve mannetje van ruim twee en een half jaar is er aan toe: hij slaapt soms een hele nacht door.
De tijd was er rijp voor. Zo is het goed.