Akkie Hoekstra
Zomaar twee gesprekjes die ik deze week voerde:
‘Hoe vaak doe je dat?’ ‘Op vijf vaste tijden verdeeld over de dag.’ ‘O, ik kan meestal wel zien wanneer het nodig is.’ ‘Tja, ik herken dat nooit zo goed.’
‘Mag ik even meekijken? Ik heb dat ook wel eens geprobeerd, maar hij hangt dan zo laag.’
Wie dacht dat het over borstvoeding ging, heeft het mis. Het eerste gesprek voerde ik met een collega over zindelijkheidstraining. In het tweede gesprek vroeg een andere moeder in de speeltuin of ze even mee mocht kijken hoe ik Henk in de draagdoek deed. Ik voed vaak in het openbaar, maar dat heeft nog nooit geleid tot een gesprek over aanleggen of voedingstijden. Wat ik hiermee wil zeggen? Ik hoor te weinig vrouwen praten over borstvoeding.
Vrouwen bespreken vaak heel veel met elkaar, maar borstvoeding bespreken we alleen met mensen waarvan we zeker weten dat zij ook ‘pro-borstvoeding’ zijn. Als we kloven krijgen of we hebben het idee dat we hongersignalen niet goed herkennen, bespreken we dat niet in een volle trein, met een collega of met een bevriende moeder in de speeltuin.
Nee, met borstvoedingsproblemen spoeden wij ons naar het borstvoedingsforum. We leggen, anoniem, onze zorgen op tafel en worden vriendelijk en deskundig geholpen door andere anonieme moeders en vrijwilligers van borstvoedingorganisaties. We krijgen dus wel de hulp die we zoeken, maar we laten een prachtige kans liggen om te laten zien dat er in Nederland wel degelijk borstvoeding gegeven wordt. Moeders die niet ingewijd zijn op het forum krijgen het idee de vrouwen daar een geheim, stiekem kliekje zijn (de borstvoedingsmaffia). En wij, de borstvoedingmoeders, krijgen het idee dat we alleen staan in ons enthousiasme voor borstvoeding. Van die twee gescheiden werelden moeten we af.
Ik roep daarom alle borstvoeders op om vooral heel veel over borstvoeding te praten. Praat over aanleggen, voedingshoudingen, kloven, nachtvoedingen, slagroom, kolven, toeschietreflexen, lieve borstvoedingsglimlachjes en boertjes. Praat over je enthousiasme en je zorgen. Praat over borstvoeding in de speeltuin, waar het stikt van de andere moeders. Die hebben misschien ook wel tips en ervaringsverhalen. Of misschien zitten ze zelf met vragen. En praat over borstvoeding in een drukke kroeg vol mensen die misschien ooit vader of moeder gaan worden. Dan zullen ook zij later misschien met vragen sneller op iemand afstappen.
En nu we het er dan toch over hebben: als je je kind in het openbaar voedt, doe dat dan vooral niet te stiekem. Je hoeft van mij je borsten niet te laten wapperen, maar andere mensen mogen echt wel zien dat je aan het voeden bent. Dan wordt borstvoeding misschien ooit weer gewoon. En als iemand naar je kijkt, knik dan even vriendelijk, want misschien wil hij/zij inderdaad wel even meekijken. Realiseer je goed: wij borstvoeders zijn de enigen die echt reclame kunnen maken voor borstvoeding, want wij zijn de fabrikanten. En mocht je mij tegenkomen in de speeltuin, ik heb het altijd graag over borstvoeding. Dan kunnen we samen ‘borstpraten in het openbaar’.