Een paar weken geleden liet Simea tijdens het voeden de borst los, keek me aan en zei: “Komt melk uit mama!” Toch handig, zo‘n peuter die je informatie geeft. De melkproductie was door de zwangerschap helemaal tot stilstand gekomen. Niet dat Simea zich daar iets van aantrok. Die ‘dronk’ gewoon door. Al maanden had ik geen druppel melk meer gezien.
Maar Simea meldde me nu de terugkeer van de melk. Haar opmerking bracht mij op het idee eens te kolven. Mocht er bij de bevalling van de jongste dan een paniekvogel (ik bijvoorbeeld) roepen dat er bijgevoed moet worden, dan trek ik onmiddellijk de colostrum uit koelkast of ‘tas.
Ja, bij de vorige bevalling was ik zelf dus die paniekvogel. Achteraf, vooral door mijn voortschrijdend inzicht, kon ik mezelf wel voor mijn kop slaan. Maar toch begrijp ik nog steeds goed wat me dreef.
Toen ik Simea na de bevalling aan de borst wilde leggen, lukte dat niet. Ze toonde weinig belangstelling. Een uurtje later probeerde ik het nog eens en toen huilde ze alleen maar. De verpleegkundige zei dat ze pijn had, gaf haar een paracetamol en zei: “Voeden komt later wel.” Ik had daar gemengde gevoelens over maar zag ook wel in dat ik mijn huilende baby niet kon dwingen om uit de borst te drinken, al was dat volgens de boekjes nog zo belangrijk. De twee voedingen later die nacht verliepen ook niet goed. Simea ging langzamerhand wel happen maar zoog niet goed. En ze huilde wel hartverscheurend. Ik vond het zo erg voor haar het niet lukte. En ik was ook bang. Ik dacht: wat nou als ze de conclusie trekt dat het toch niks oplevert? Al dat gezuig en gezwoeg en dan nog een lege maag, laat maar zitten die borst. De tweede keer kon ik er niet meer tegen. Ik vroeg aan de verpleegkundige of het een idee was om haar een klein beetje kunstvoeding te geven, zodat ze in ieder geval beloond werd voor haar inspanningen. Er ging zo‘n 30 ml in een cupje, wat de verpleegkundige vervolgens vakkundig bijna allemaal naast haar mondje liet lopen. Maar Simea werd er toch iets kalmer van. En mij gaf het ook rust. De volgende voeding was de eerste waarbij Simea echt even serieus de borst pakte en ik haar hoorde drinken. Het heeft nog wel een dag of zes geduurd voor ze redelijk goed snapte wat ze met de borst moest doen en ze niet meer zo suf was dat ze tijdens voedingen voortdurend in slaap viel. Maar dat ene cupje was gelukkig de eerste en de laatste kunstvoeding die erin is gegaan.
Onzekerheid, heb ik toen bij mezelf ontdekt, is de grootste hindernis voor het slagen van de borstvoeding. Een VBN-contactpersoon vertelde me eens over een moeizame borstvoedingsstart bij haar tweede. Ze zei dat ze werkelijk diep twijfelde of ze het wel kon. Haar man moest haar eraan herinneren dat ze het met haar eerste kind lang en gelukkig had gedaan en dat hij er het volste vertrouwen in had dat het haar dit keer weer zou lukken. Zo’n type ben ik ook, dacht ik toen. En dat was al voor de geboorte van Simea. Dus vandaar, ik hoop dat ik blakend van het zelfvertrouwen binnen nu en een week of vier mijn tweede probleemloos aan de borst heb. Maar als het niet helemaal zonder aanvallen van onzekerheid gepaard gaat, staat er in ieder geval alvast wat colostrum in de vriezer. Dankzij mijn kleine compagnon, die zo dapper de boel, na maanden van droogte, weer op gang heeft gebracht en me daar vervolgens van op de hoogte stelde.