Het eerste papiertje wat ik binnenhaalde in mijn leven, was mijn zwemdiploma. Daarna volgden er nog meer van mijn gymnastiek-, muziek- en schoolkwaliteiten. Drie weken geleden heb ik mijzelf wel heel erg verrast doordat ik ‘met een grote dosis zelfvertrouwen, geen enkele angst bewees te hebben voor het berijden van de ontembare woeste stier ‘Herman”.
Ik heb één minuut en twintig seconden in het zadel gezeten. Daarvoor kreeg ik een diploma waarin ik werd uitgeroepen tot ‘super-bull-rider’. Dat smaakt naar meer! Het volgende papiertje wat ik binnen wil gaan halen, is het borstvoedingscertificaat. Mijn collega’s en ik zijn er enthousiast mee bezig, al kost het behalen daarvan wel wat meer inspanning dan één minuut en twintig seconden.
Om het WHO/UNICEF Zorg voor Borstvoeding certificaat te verkrijgen, moet de kwaliteit van zorg van een praktijk worden aangetoond aan de hand van de 10 vuistregels van Unicef Zoals bijvoorbeeld: het hebben van een borstvoedingsbeleid op papier, het geven van gestructureerde voorlichting in de zwangerschap met geschikt voorlichtingsmateriaal, het volgen van bijscholing, het bieden van de mogelijkheid tot moedergroepen en het mijden van reclame-uitingen voor kunstvoedingfabrikanten in de praktijk. Als de beoordeling van de assessoren van stichting ‘Zorg voor Borstvoeding’ goed uitvalt, ben je als praktijk gecertificeerd.
Een groot voordeel daarvan is, dat er één duidelijk babyvriendelijk beleid wordt gevoerd. Zo wordt de zorg voor ouders die borstvoeding willen geven aan hun kind beter en zal het aantal tevreden borstbaby’s stijgen. Een bijkomend gevolg van het hebben van een certificaat is: de kwaliteit kan worden aangetoond. Juist in deze tijd waarin concurrentie in de zorg wordt gestimuleerd, kunnen we ons daarmee profileren. Richting de zorgverzekeraars kunnen we dat goed gebruiken. Ook onze klanten weten wat ze van ons kunnen verwachten ten aanzien van de zorg voor borstvoeding en kunnen ons hierop uitkiezen.
Er zit ook een keerzijde aan die profilering. Dat zie ik soms in de kraamzorg. Daar is de concurrentie moordend en met het behaalde certificaat maken sommigen goede sier door zich te onderscheiden van de niet-gecertificeerden. Maar als ik merk dat het beleid verslapt en iemand uit een gecertificeerde instelling beweert: “Maar je kunt toch niet zeggen dat borstvoeding gezonder is dan kunstvoeding”, dán ben ik bang dat het certificaat enkel een mooie plaquette is, dat netjes aan de muur pronkt. Wellicht komt dat omdat er pas na drie jaar na het behalen van het certificaat een herbeoordeling plaatsvindt die niet zo uitgebreid is als de eerste beoordeling. Eenmaal het doel bereikt kan er achterover geleund worden.
Niemand verwacht dat ik mijn bull-riderskwaliteiten in stand zal houden. Maar wie het WHO/UNICEF Zorg voor Borstvoeding certificaat behaalt, dient te zorgen voor een blijvende hoge kwaliteit van zorg ten aanzien van borstvoeding. Het certificaat is een middel om zoveel mogelijk baby‘s de mogelijkheid te geven om uitsluitend borstvoeding te krijgen!