Onderzoek moet worden gefinancierd en daarmee heeft de financier tevens invloed op het onderzoek en op de uitkomst van dat onderzoek. Mensen zien dat niet of willen het niet weten. Het zal toch allemaal zo’n vaart niet lopen? Dus zonder er bij na te denken praten we de grootste nonsens na. Ik blijf me er maar over opwinden. Ik dacht altijd dat ik met de jaren milder zou worden, maar het tegendeel lijkt eerder het geval te zijn.
Medisch onderzoek, voedingsonderzoek… onderzocht moet er worden. En de financier heeft altijd een belangrijke vinger in de pap. De industrie heeft belang bij de verkoop van haar producten. Financiering van onderzoek is daarom een effectief en probaat middel. In de eerste plaats omdat betaald onderzoek het minder goed betaalde onderzoek verdringt. Dit heet ‘crowding out’ volgens de Gezondheidsraad. En in de tweede plaats omdat onderzoekers nu eenmaal afhankelijk zijn van de financier. En een mens die afhankelijk is van een ander stelt zich dienstbaar op. Dat is een oeroud principe.
Subtiel zijn de aanpassingen in onderzoeksopzet en weergave van onderzoeksuitslagen. De neiging om je geesteskind, je eigen lieve baby’tje of jezelf, want daarvoor geldt precies hetzelfde, iets fraaier voor te stellen dan de realiteit, is menselijk.
Maar hier blijft het niet bij. Om de verkoop te bevorderen, denk bijvoorbeeld aan die o zo speciale ‘opvolgmelk’, moet vervolgens ook de markt bewerkt worden. Nauwgezet worden de conclusies van het onderzoek geformuleerd en komt er een persbericht met simpele oneliners die de toekomstige klant subtiel moeten doen geloven hoe de vork in de steel zit. Communicatiedeskundigen, ook betaald door diezelfde industrie, zijn daar erg goed in.
En kijk, het werkt! Krachtige oneliners worden, vooral door bloggers en twitteraars, snel en effectief via de nieuwe media verspreid. Onderzoeken worden nooit meer van A tot Z uitgeplozen. En binnen no time krijgen ouders op sommige consultatiebureaus het advies om hun kind van net vier maanden toch vooral alvast maar potjesvoeding erbij te geven.
Daarnaast zijn er de kadootjes. Ook al zo’n fijn marketinginstrument. De marketingmensen van de firma’s weten haarfijn dat het werkt. Het kost natuurlijk wat, maar dat geeft niet, want het levert omzet. Vooral medici zijn er heilig van overtuigd dat ze niet te beïnvloeden zijn door reclame en kadootjes.
Kinderlijk natuurlijk als je denkt dat notitieblokjes, balpennen, gadgets, congressen en reisjes gratis en voor niks worden uitgedeeld door de industrie. Nou, die hebbedingetjes brengen echt hun geld wel op. We zijn omkoopbaar lieve mensen. Ook dokters, verpleegkundigen, cb-artsen, kinderartsen en specialisten zijn mensen, en dus omkoopbaar. Een witte jas of degelijke uitstraling… het maakt echt niets uit.
Dus zo kan het gebeuren dat ouders van baby’s die ‘s nachts om een borstvoeding komen, wat volkomen normaal is, het advies krijgen om hun kindjes voor het slapen gaan een speciale slaap-pap te geven en de borstvoeding af te bouwen…
Wetenschappers en gezondheidswerkers worden te gemakkelijk vertrouwd en onderzoeksgegevens en adviezen worden te gemakkelijk voor waar aangenomen. Juist als het gaat om het welzijn van onze kinderen, zijn ouders kwetsbaar en vergeten zij de onderzoeken beter te doorgronden, uit te zoeken wie de sponsors van het onderzoek zijn of het onderzoek in zijn geheel te wantrouwen. Met het intrieste gevolg dat zij op het verkeerde spoor worden gezet en niet meer durven kijken naar de specifieke en normale behoeften van hun eigen kind.
Arme kids! Ik heb met ze te doen.