Ik loop snel door de stad, een beetje voorovergebogen vanwege de wind en met plastic tassen die in mijn hand snijden. Het is opruimingstijd en ik heb dan ook een flink aantal koopjes gescoord ter aanvulling op de garderobes van mijn kinderen. Ik bedenk me dat ik haast moet maken, wil ik op tijd weer op het schoolplein staan om mijn dochters op te halen.
Plotseling, in een flits, zie ik haar zitten, achter het raam van de lunchroom. Ze is, vrolijk lachend, in gesprek met een oudere vrouw, die wellicht haar moeder is. Ondertussen geniet ze overduidelijk van haar lunch, deze mooie jonge vrouw, haar blonde krullen naar achteren gooiend. De reden dat het tafereel me opvalt is omdat ze een klein baby’tje -ik schat niet ouder dan een maand of drie- borstvoeding geeft, terwijl ze gewoon verder gaat met haar lunch. Haar borst is duidelijk zichtbaar en door haar plekje aan het raam ontgaat het voorbijgangers niet. Prachtig vind ik het, de manier waarop ze dit doet. De vanzelfsprekendheid straalt ervan af.
Ik zie mezelf daar weer zitten, op datzelfde plekje, bijna acht jaar geleden en een gevoel van weemoed bekruipt me. Hoe heerlijk was het om met mijn baby te gaan wandelen, winkelen en andere leuke dingen te doen. Ik verheugde me op het moment van voeden, we zochten een plekje op in de lunchroom en met een tevreden drinkende baby aan de borst genoot ik met volle teugen. Ik kreeg soms afkeurende blikken, zag mensen elkaar aanstoten of giechelen. Maar er was ook een lieve oude dame die naar me toe kwam en zei dat ze ook haar kinderen borstvoeding had gegeven tijdens haar dagjes uit en dat ze er ook zo van had genoten. Die mijn dochter over haar bolletje aaide en me goedkeurend aankeek. Die me complimenteerde met het feit dat ik mijn kind de borst gaf. Die het heel gewoon vond dat ik dat deed op dat plekje in de lunchroom.
Helaas ligt die tijd alweer een poosje achter me. Want ook al krijgen mijn kinderen (nog steeds) borstvoeding, ze vragen er niet meer om tijdens een lunchbreak in de stad. En dus krijgen ze een glaasje appelsap en een broodje. En daar genieten we ook van. Maar stiekem mis ik dat gezellige baby-aan-de-borst-tijdens-de-lunch gevoel wel eens een beetje.
De dame achter het raam zal ook ongetwijfeld te maken krijgen met negatieve reacties en mensen die wegkijken. Met giechelende pubers en gezinnen die niet naast haar willen zitten omdat ze het ‘onsmakelijk’ vinden. Ik twijfel even of ik op de etalage ruit zal tikken en mijn duim omhoog zal steken. Maar dat doe ik toch maar niet. Bang als ik ben dat ze mijn gebaar niet zal begrijpen en ik heb immers haast. Eenmaal thuis denk ik aan haar terug. En heb ik er spijt van dat ik haar niet heb aangesproken. Ik weet zeker dat er -naast alle negatieve reacties- minstens zoveel positieve gedachten zijn over voeden in het openbaar.
Jammer dat we het ‘och, wat schattig’ en ‘ach, wat goed dat ze dat doet’ niet omzetten in daden. Dat we niet vaker naar vrouwen toelopen en ze een compliment geven over het feit dat ze ‘gewoon’ hun kindje voeden. Ze misschien wel vertellen dat je zelf zo van het voeden hebt genoten. Ik neem me voor in het vervolg wél die moeite te nemen. Om dit soort ambassadeurs van borstvoeding te complimenteren. Ik weet zeker dat het de vrouw in kwestie bij zou blijven. Zoals die oude dame mij is bijgebleven.
- Reageren? Dat kan op de Facebookpagina van Kenniscentrum Borstvoeding