Ik heb zin om eens lekker ongenuanceerd te zijn. Hier mijn stelling. ‘Alle buggykinderen zijn flessenkinderen met een grote kans op overgewicht’. Wat zijn buggykinderen? Dit zijn vastgegespte kleuters of peuters in een buggy, vaak met een speen of flesje limonade in de mond, terwijl mama- of papalief boodschappen doet of andere bezigheden heeft.
Het kunnen ook dreumesen zijn. In ieder geval zijn het kinderen die prima in staat zijn zelf te lopen, maar dat komt mama of papa niet zo goed uit. Stel je voor dat je kindje even geen haast maakt omdat het een bloem wil bestuderen of een etalageruit. Daar is geen tijd voor. Hup in de buggy, niet zeuren en zitten.
Hoe komt het dat ik hier zo ongenuanceerd over ben? Volgens mij heeft het verschijnsel buggykind alles te maken met aandacht hebben voor je kind en het de ruimte geven om de dingen in zijn/haar eigen tempo te mogen doen. Dat betekent dat we ons eigen (volwassen) tempo, en dus ons leven, iets moeten aanpassen. Of ouders daartoe bereid zijn, zie je bijvoorbeeld al vrij snel na de geboorte. “Wat!? Elke twee of drie uur een voeding? Maar dan ben ik alleen maar bezig met voeden en kom ik niet aan mezelf toe”. “Rooming in? Wat een onzin. Al die geluidjes houden ons alleen maar uit onze slaap”. “Na drie nachten huilen, sliep’ie door en zo hoort het. Nachtvoedingen zijn maar verwennerij. Nu hebben we tenminste weer tijd voor onszelf”.
In zulk soort gevallen staat volgens mij duidelijk de behoefte van de ouder centraal. Het leven moet zo veel mogelijk doorgaan zoals vroeger. Boodschappen doen is een efficiënte aangelegenheid. Slapen hoort een kind apart te doen. Flesvoeding geeft je je vrijheid terug. Met een speen in de mond kun je je kind prima zoet houden. Het voor de televisie zetten, is handig. Wat snoep erbij en dan is het weer even rustig.
Het andere uiterste is als alleen de behoefte van het kind centraal staat. Dit zie ik bijvoorbeeld bij de draagdoekmama. Deze moeder draagt het kind continu vanaf de geboorte en geeft het onbeperkte toegang tot de borst. De ouders hebben samenslapen tot ideaal verheven en dulden geen speen in huis. Die vinden televisie slecht voor de ontwikkeling van het kind.
Hier ergens tussenin op dit spectrum zit de balans. De balans tussen ruimte bieden aan je kind en ruimte overhouden voor jezelf. Iedereen moet hier zijn eigen weg in vinden. Bij buggykinderen heb ik vaak het idee dat de weegschaal teveel doorslaat naar het gemak en de behoefte van de ouders.
Ingaan op de behoefte van je kind. Vanaf het kleine mondje dat zoekt naar de tepel tot de mond die kan praten en roept dat’ie nog langer naar de eendjes wil kijken. Het lijkt simpel. Maar het kost ouders tijd. Is dat zo erg? Kijk eens naar het verschil. Een peuter die vol enthousiasme ronddreutelt of een peuter die als een zombie verveeld voor zich uit ligt te staren in een buggy of krijst dat’ie wil rondlopen. En om nog even terug te keren naar de stelling. Flesgevoede kinderen hebben een grotere kans op overgewicht, dat is bekend. Mijn gevoel zegt dat deze kans voor buggykinderen er alleen maar groter op wordt.