Je krijgt een kind. Je gaat borstvoeding geven. Je doet verder niets bijzonders en ineens ben je anderhalf jaar verder en een ‘langvoedster’. Zo verging het mij in ieder geval. Ik was niet speciaal van plan om te gaan ‘langvoeden’. Het gebeurde, omdat ik iets níet heb gedaan, namelijk stoppen. Ik heb niet afgebouwd, ben niet actief voedingen gaan vervangen door kunstvoeding of vast voedsel. Ik heb helemaal niets gedaan om het einde van de borstvoedingsrelatie te bespoedigen. En Simea drinkt gewoon stug door. Dat is wat gebeurt als je de gemiddelde baby zijn gangetje laat gaan, volgens een prof in Texas die onderzoek heeft gedaan naar de natuurlijke speenleeftijd, de leeftijd waarop een kind ophoudt aan de borst te drinken.
Na het eerste jaar zijn de meeste kindjes gewend aan andere smaken dan moedermelk en vormt vast voedsel een belangrijk deel van hun menu. Nog lang daarna bieden de antistoffen in moedermelk hun de nodige bescherming. Maar borstvoeding voldoet vooral aan de fundamentele behoeften van kleine kinderen aan intimiteit en steun. De borstvoedingsrelatie is een pijler onder hun bestaan. Die biedt een fysieke en emotionele verbinding met hun moeder. Het geeft ze ontspanning en een mogelijkheid te aarden. Het vormt een punt waar lichaam en geest in elkaar overvloeien. Een soort babymeditatie, zeg maar. Gesterkt door de fysieke kracht van de aanvaarding, de aandacht en de liefde van zijn moeder treedt het kind de wereld telkens weer tegemoet.
Niet iedereen staat positief tegenover langvoeden. Het is in onze samenleving een relatief onbekend verschijnsel en dat brengt met zich mee dat mensen het soms vreemd of belachelijk vinden. Alleen het wóórd ‘langvoeden’ al laat zien dat ‘kortvoeden’ de norm is. Sommige mensen vinden een ouder kind aan de borst ‘geen gezicht’. Ze snappen niet waar het nog goed voor is. Ze begrijpen niet dat het nog kan nadat een kind tanden heeft gekregen. Sommigen verbazen zich over het feit dat je nog genoeg melk hebt na anderhalf jaar omdat in hun omgeving iedereen al na een paar maanden was opgedroogd. Soms denken ze ook dat borstvoeding geven tot in de peutertijd de band tussen moeder en kind te nauw maakt en dat het kind zo nóóit zelfstandig wordt. Vooroordelen genoeg.
Misschien had ik die vooroordelen zelf ook wel gehad als ik er niet op deze manier was ingegroeid. Maar je kind is niet van de ene op de andere dag anderhalf en als je omgeving het er niet inwrijft, wat bij ons gelukkig niet gebeurt, zie je vooral je kind en jezelf en het plezier dat je er beiden aan beleeft. Ik zie ook dat Simea blijdschap, zelfvertrouwen en levenslust uitstraalt. Ze is zelden lang boos of overstuur. Ze verkent de wereld en maakt praatjes met grote en kleine mensen. Komt dat nou allemaal door de borstvoeding? Natuurlijk niet. Simea is gewoon Simea met haar eigen karakter. Maar ‘boetie drinken’ is haar basiskamp waar ze altijd even kan bijtanken. Dat breekt ze zelf wel af als ze eraan toe is.