Ze groeide op in een groot gezin tijdens en net na de tweede wereldoorlog.
Toen ze begin jaren zestig zwanger was van haar eerste kind, stond buiten kijf dat borstvoeding het beste was wat een moeder haar baby kon geven. Maar tegelijkertijd was er in de medische wereld weinig vertrouwen in het lichaam van de vrouw dat ze langer dan enkele dagen of weken moedermelk zou kunnen geven.
Kunstmatige zuigelingenvoeding was duur, en werd aangeprezen als ‘gehumaniseerde’ zuigelingenvoeding, om daarmee bij de artsen en jonge moeders de indruk te wekken dat het een passende voeding zou zijn voor zuigelingen.
Rust, reinheid en regelmaat waren de waarden in de Nederlandse maatschappij in de jaren zestig waar mijn schoonmoeder mee was grootgebracht.
Het was in die tijd dan ook gebruikelijk dat een wijkverpleegkundige kwam controleren of de toekomstige moeder alles wel op orde had voor de komst van de baby: was het huis proper, was er hospitaallinnen en maandverband aanwezig? Was het bedje wel juist opgemaakt?
De wijkverpleegkundige die bij mijn schoonmoeder langs kwam, nam haar niet erg serieus.
Mijn schoonmoeder was namelijk jong zwanger en zeer tenger. Zeven maanden zwanger en nog nauwelijks een buikje te zien.
De verpleegkundige vroeg misplaatst: ‘Is je moeder ook thuis?’
Toen bleek dat dit tengere meisje de aanstaande moeder was, werd ze onderzoekend aangekeken. In stilte werd het huis gecontroleerd. Mijn schoonmoeder had alles perfect in orde. Haar man had het bedje, de commode en de box in elkaar getimmerd. Zelf had ze het voorgeschreven aantal truitjes gebreid en lakentjes en sloopjes geborduurd.
Over borstvoeding werd met geen woord gerept en zonder commentaar vertrok de wijkverpleegkundige.
Mijn schoonmoeder baarde haar zoontje in een geboortekliniek. Volgens de principes van rust en regelmaat werd haar baby’tje om de vier uren even bij haar in bed gebracht voor een voeding om daarna weer in een keurig strak opgemaakt bedje te worden gelegd in de babyslaapzaal. ’s Nachts werd er uiteraard niet gevoed. Moeder en baby dienden gescheiden van elkaar te rusten.
Onder deze omstandigheden vind ik het bewonderenswaardig hoe mijn schoonmoeder erin geslaagd is drie maanden borstvoeding te geven. Haar borsten werden dankzij het strakke voedingsschema, immers amper gestimuleerd om voldoende melk te maken voor haar zoontje. Daarom was er, zoals verwacht, na enkele maanden onvoldoende moedermelk voor hem. En dus werd de moedermelk vervangen door ‘gehumaniseerde’ kunstvoeding.
Nog knapper vind ik het dat mijn schoonmoeder de eerste twee maanden melk heeft afgekolfd voor andere moeders. Deze melk ging naar te vroeg geboren baby’tjes in het ziekenhuis.
Als dank voor deze daad kreeg ze een oorkonde.
Ik vind het echter om te huilen hoe baby’s jarenlang zijn behandeld dankzij dogma’s en strakke strenge ideeën die opgelegd werden door huisarts, wijkverpleegkundigen, de heren doktoren en andere zogenaamd respectabelen.
Rust is in mijn ogen een ander woord voor ‘geen last hebben van’. Reinheid kwam nog uit de tijd van verontreinigd drinkwater en onhygiënische toestanden bij bevallingen en was daarom achterhaald. Regelmaat is mij überhaupt een raadsel.
Vanaf de eerste minuut in hun leven bepaalden volwassenen generaties langs wanneer het tijd was om te slapen, te drinken en te knuffelen. De behoeften van de baby’s waren volstrekt van ondergeschikt belang.
Maar mensenbaby’s kunnen vanaf de eerste ademteug zelf aangegeven wanneer ze voedsel nodig hebben of wanneer ze even moe zijn. En ze zijn erop gemaakt om in de voortdurende nabijheid van de moeder te zijn zodat de moeder deze signalen kan zien en erop kan reageren.
Waarom dan toch die drie R’en? Omdat volwassenen dat handig en daarom prettig vinden. Het ergste vind ik dat tot op de dag van vandaag de inzichten van het gros van de huidige zorgverleners nog amper zijn veranderd. Nog steeds zijn bij velen van hen de drie R’en paradepaardjes. Hun ‘wijsheid’ geven ze door aan toekomstige moeders.
Ogen open iedereen. We leven in andere tijden! Tijden waarin we toch zouden moeten inzien dat we juist de behoeftes van baby’s horen te volgen om ze een gevoel te geven van veiligheid, acceptatie en vertrouwen.
Wanneer ik de babyfoto’s van mijn man zie, zie ik een mollige hoogblonde blije baby. Zijn moeder heeft genoten van de intimiteit om hem te mogen voeden.
En ik weet dat zij haar eigen weg is gegaan in een zeer dwingende maatschappij. Petje af voor haar.