‘Het komt door de borstvoeding’. Ik geloof dat alle moeders deze opmerking weleens voorbij hebben horen komen. Wanneer er problemen rijzen in de opvoeding of het opgroeien van kinderen, altijd is borstvoeding de hoofdverdachte. In de Verenigde Staten hebben ze de uitdrukking ‘innocent until proven guilty’, maar hier krijgt de borstvoeding vaak de schuld.
Zonder eerlijk proces.
Bij mijn dochter, die ‘s nachts vaak en veel wakker was, lag het volgens de mensen in mijn omgeving aan de voedingen die ik ‘s nachts nog gaf. Ik verwende haar, gaf toe aan haar nukken en moest haar strenger aanpakken. Een enkele keer vond iemand dat ik het er zelf naar had gemaakt, moest ik maar geen borstvoeding geven. Nou vraag ik je!
Nu lijkt het misschien wel zo dat kindjes die borstvoeding krijgen niet zo snel doorslapen. Regelmatige voedingen, en ook die in de nacht, zorgen voor een gezond ontwikkelingspatroon en dat is waar een zich relatief snel ontwikkelende baby behoefte aan heeft. Niks onnatuurlijks aan. Maar wel vervelend soms, als je iets anders van je kind verwacht.
In de praktijk was dit ‘probleem’ overigens snel genoeg opgelost. Samen slapen bleek erg effectief. Ik kreeg de rust die ik nodig had, zonder ingewikkelde flesrituelen en speendrama’s. Mijn dochter kreeg de liefde die ze nodig had. Inclusief een liggend buffet.
Toch kan op een onverwacht moment de twijfel toeslaan. Alle opmerkingen, alle verhalen en opmerkingen van de ‘deskundigen’, kunnen je onzeker maken. Dan is het verleidelijk om te denken dat kunstvoeding, een flesje pap, of een vol bord vaste voeding je kind laat doorslapen. ‘Als er maar voldoende zwaar op de maag vallend eten in zit, dan slapen ze echt wel door’, is een veel gehoorde opmerking.
Mijn dochter, van inmiddels twee jaar, is volledig afgetankt. Een bord eten, yoghurt toe en voor het slapen gaan nog aan de borst. Tot de rand toe vol zeg maar.
En doorslapen? Ho maar! De mythe van doorslapen op een volle maag kan ik naar het land der fabelen verwijzen.
Ze heeft een drukke dag gehad. Veel indrukken te verwerken en behoefte aan iemand in de buurt. Ze vraagt overigens niet om meer eten. Ze vraagt om mij.
Mijn voorzichtige, niet-wetenschappelijke, maar vast herkenbare conclusie: dat niet-slapen ligt in ieder geval niet aan de borstvoeding!