Koliek, ofwel ernstige kramp, is een van de mysteries van moeder natuur. Niemand weet wat het precies is, maar iedereen heeft er een mening over. In het schoolvoorbeeld krijgt de baby rond twee à drie weken na de geboorte huilbuien. Deze komen vooral ’s avonds voor. Als de baby ongeveer drie maanden is, of soms ouder, dan hebben ze er steeds minder last van. Als de baby huilt is hij vaak ontroostbaar, hoewel hij tijdelijk rustig wordt als er met hem rond wordt gelopen, hij wordt gewiegd of hij een autoritje maakt. Om de diagnose koliek of ernstige kramp te stellen, moet hij goed aankomen en op alle andere gebieden gezond zijn. Hoewel: ook als de baby goed aankomt kan hij huilen omdat hij nog steeds honger heeft.
Zowat alle onrustigheid en gehuil van een baby wordt toegeschreven aan koliek, wat niet verrassend is, want we weten niet precies wat koliek is. Er is geen behandeling voor koliek, hoewel veel medicijnen en gedragsregels zonder enig bewezen succes zijn uitgeprobeerd. Het is zo dat iedereen wel iemand kent wiens baby door een bepaalde behandeling genezen is van koliek. Het is ook zo dat elke behandeling lijkt te werken, althans, voor korte tijd.
De borstgevoede baby met koliek
Naast de buikkrampen die elke baby kan hebben, zijn er drie situaties bekend waarin borstgevoede baby’s onrustig worden of koliek krijgen. Nogmaals, we nemen aan dat de baby voldoende aankomt en gezond is.
Bij elke voeding uit beide borsten voeden
Moedermelk verandert gedurende de voeding. Zo neemt bijvoorbeeld de hoeveelheid vet toe, naarmate de baby meer melk afneemt uit de borst. Als de moeder de baby tijdens het voeden van borst verwisselt, voordat de baby aan de eerste kant ‘klaar’ is, zou de baby tijdens de voeding een relatief lage hoeveelheid vet kunnen krijgen. Dit kan tot gevolg hebben dat de baby minder calorieën krijgt en dus vaker voor een voeding komt.
Als de baby veel melk drinkt (om het lagere aantal calorieën te compenseren), kan hij gaan spugen. Omdat de melk een relatief laag vetgehalte heeft, is de maag snel leeg en komt er ineens een grote hoeveelheid melksuiker (lactose) in de darmen. Het eiwit dat de suiker verteert (lactase) kan mogelijk niet zoveel melksuiker tegelijk verwerken en de baby krijgt dan de symptomen van lactose-intolerantie: huilen, winderigheid en explosieve, waterige, groene ontlasting. Dit kan zelfs al tijdens de voeding gebeuren. Deze baby’s hebben geen lactose-intolerantie. Ze hebben problemen met lactose vanwege de informatie die vrouwen krijgen over borstvoeding. Dit is geen reden om over te schakelen op lactosevrije kunstvoeding.
Het is ook erg belangrijk dat je je realiseert dat je baby niet automatisch aan de borst drinkt omdat hij zuigbewegingen aan de borst maakt. Hij kan ook aan het sabbelen zijn en daardoor krijgt hij niet de melk met een hoger vetpercentage.
- \t
- Voed niet op schema. Moeders in de hele wereld voeden hun baby’s succesvol zonder dat ze op de klok kunnen kijken. Borstvoedingsproblemen zijn het grootst in gemeenschappen waar iedereen een horloge heeft en het minst groot waar niemand een horloge draagt.
- De moeder laat de baby uit één borst drinken, zolang de baby daadwerkelijk melk uit de borst krijgt, totdat de baby zelf loslaat, of aan de borst in slaap is gevallen. Als de baby maar korte tijd drinkt, kan de moeder borstcompressie toepassen om te zorgen dat de baby blijft drinken en niet alleen maar sabbelt. Let op: Soms is de baby misschien wel twee uur aan de borst, maar drinkt misschien effectief maar een paar minuten. In dat geval kan het zijn dat de melk die de baby heeft gedronken nog een relatief laag vetgehalte heeft. Dit is de gedachtegang achter het toepassen van borstcompressie. Als de baby nadat hij klaar is met de eerste borst nog steeds wil drinken, geef dan de andere kant. Verhinder de baby niet aan de andere kant te drinken als hij nog steeds hongerig is.
- Hier wordt niet gesuggereerd dat je maar één borst per voeding zou moeten geven. Het is mogelijk, en als het kan is dat prima, maar niet alle moeders kunnen dit. Je kunt merken dat het ’s ochtends als je veel melk hebt (zoals de meeste moeders) wel mogelijk is, maar ’s avonds als je minder melk hebt (zoals de meeste moeders) niet. Als je vasthoudt aan het voeden met één kant, zou je kunnen denken dat je baby ’s avonds last van koliek heeft, terwijl hij feitelijk honger heeft.
- Bij de volgende voeding moet de moeder de baby op dezelfde wijze eerst aan de andere kant laten drinken.
- Het lichaam van de moeder zal zich snel aan deze nieuwe manier van voeden aanpassen en ze zal geen stuwing krijgen of een grote en een kleine borst krijgen. Onthoud wel: slechts met één kant voeden per voeding, als dat mogelijk is, zal de melkproductie doen dalen, dus dat wat nu werkt (met één kant voeden per voeding) werkt later misschien niet als de melkproductie afneemt. Daarom kun je beter je baby niet slechts één borst aanbieden, maar hem de eerste borst ‘leeg’ laten drinken en als hij meer wil de andere borst aanbieden.
- Het is geen goed idee om een baby slechts met één borst te voeden, als om een regel op te volgen. Er zeker van zijn dat de baby ‘klaar’ is met drinken aan de ene kant voordat je de andere kant aanbiedt kan slecht aankomen of koliek helpen te voorkomen, maar regels en borstvoeding gaan niet goed samen. Als de baby niet drinkt (dus geen melk binnen krijgt) is er geen reden om hem lange tijd maar te laten zuigen zonder melk te krijgen. Je moet zorgen dat hij ‘klaar’ is aan de ene kant en als hij daarna meer wil, de andere kant aanbieden.
- Hoe weet je dat een baby klaar is met drinken aan de ene kant? De baby drinkt niet meer, ook niet als je borstcompressie toepast.
- Dit betekent niet dat je de baby van de borst moet halen zodra hij een paar minuten niet meer drinkt (je zou een nieuwe toeschietreflex kunnen krijgen, dus geef het wat tijd) maar als het duidelijk is dat de baby niet drinkt, haal de baby van de borst en als hij meer wil, bied hem dan de andere kant aan.
- Als de baby zelf de borst loslaat, betekent dit dan dat de baby ‘klaar’ is aan die kant? Niet noodzakelijk. Baby’s laten vaak de borst los als de melkstroom langzamer wordt, of soms als de moeder een toeschietreflex krijgt en de baby verrast wordt door de plotselinge snelle toestroom. Probeer het nog een keer aan dezelfde kant als hij meer wil, maar als hij duidelijk niet drinkt, zelfs niet met borstcompressie, wissel dan van kant.
- In sommige gevallen kan het helpen om de baby twee of meer voedingen achter elkaar uit dezelfde borst te geven alvorens naar de andere kant te wisselen voor de volgende twee of meer voedingen, als de baby tenminste van de borst is gekomen. Een baby terug aan een net ‘geleegde’ borst leggen kan er voor zorgen dat hij onrustig wordt of aan de borst trekt, of in slaap valt terwijl zijn honger niet is gestild.
- Dit probleem wordt verergerd wanneer de baby niet goed is aangelegd. Goed aanleggen is de sleutel tot gemakkelijk borstvoeding geven.
Overactieve toeschietreflex
Een baby die te snel te veel melk krijgt, kan erg onrustig en geïrriteerd doen aan de borst en dan kan worden gedacht dat hij ‘krampjes’ heeft. Karakteristiek voor deze situatie is dat de baby heel goed aankomt. Ook karakteristiek is dat de baby begint te drinken, na een paar seconden of minuten begint te hoesten, zich verslikt of worstelt aan de borst. Als hij loslaat, sproeit de moedermelk in het rond. Vervolgens komt de baby vaak weer terug aan de borst, maar hij kan onrustig zijn en het hele patroon herhaalt zich. Hij is misschien niet gelukkig met de snelle melkstroom en wordt ongeduldig wanneer de stroom afneemt. Vaak is deze periode een beproeving. Heel soms zal een baby zelfs na enkele weken weigeren om de borst te nemen, dit gebeurt dan vaak rond de leeftijd van drie maanden.
- Leg je baby zo goed mogelijk aan. Het probleem wordt erger als de baby niet goed is aangelegd. Een goede manier van aanleggen is de sleutel tot makkelijk borstvoeden. Ook al word je verteld dat je manier van aanleggen er goed uitziet, probeer het te verbeteren. Denk maar zo: als je kin op je borst gedrukt is terwijl je drinkt zou je ook makkelijk overdonderd worden door een snelle stroom. Als je snel wilt drinken gooi je je hoofd naar achteren, kin in de lucht, zodat je de snelle stroom goed aan kunt. Dat is de positie die het hoofdje van de baby ook zou moeten hebben als hij aan de borst drinkt ‘ zijn kin diep in je borst, zijn hoofdje een beetje achterover gekanteld, zijn neus niet op de borst en zijn kin ver van zijn eigen borst. Deze positie zal hem helpen de snelle melkstroom van de toeschietreflex goed aan te kunnen. Lees hier alles over goed aanleggen.
- Als je dit nog niet doet, probeer dan de baby maar één borst per voeding te geven. In sommige situaties kan het helpen de baby twee of drie voedingen aan dezelfde borst te leggen voordat je van borst wisselt. Als je stuwing hebt aan de ongebruikte borst, kolf dan juist zoveel af dat het weer prettig aanvoelt. Onthoud: als de baby de andere borst wil, bied deze dan aan.
- Voed de baby voordat hij razende honger heeft. Stel de voeding niet uit door water of een fopspeen te geven (een borstgevoede baby heeft zelfs bij zeer warm weer geen water nodig). Een hongerige baby zal op de borst ‘aanvallen’ en een zeer sterke toeschietreflex veroorzaken. Voed de baby zo gauw hij aangeeft hongerig te zijn. Als hij nog half slaapt is dat des te beter.
- Voed de baby zo mogelijk in een kalme, ontspannen omgeving. Luide muziek, helder licht en veel actie zijn niet bevorderlijk voor een goede voeding. Oudere baby’s hebben de neiging sterk te worden afgeleid als de melkstroom langzamer wordt. Je kunt milde tot sterkere borstcompressie gebruiken om de melkstroom constant te houden, zodat de baby langer aan de borst blijft omdat hij beter drinkt.
- Soms werkt het heel goed liggend te voeden. Als het niet helpt om op je zij te voeden, probeer dan plat of bijna plat op je rug te voeden terwijl de baby boven op je ligt. De zwaartekracht helpt de melkstroom te verminderen. Onthoud: de baby kan gefrustreerd raken door een inconsistente melkstroom, dus het kan nodig zijn eerst te liggen als de stroom snel is en later te gaan zitten als de stroom langzamer wordt. Baby’s houden ervan om te drinken als ze liggen, ze worden niet onrustig als de melkstroom zwakker wordt, maar hebben de neiging in slaap te vallen.
- Als je tijd hebt, kolf dan wat melk af (ongeveer 30 ml) voordat je je baby voedt. Maar dit is niet iets wat je als eerste oplossing moet proberen.
- Je baby heeft misschien een hekel aan de snel stromende melk, maar wordt ook ongeduldig als de melk te langzaam stroomt. Als je denkt dat je baby onrustig is omdat de stroom niet snel genoeg is, zal het helpen als je borstcompressie toepast om de melkstroom op gang te houden.
Als dit alles de situatie niet heeft verbeterd
- Soms helpt het om je baby het product ‘lactase’, het enzym dat lactose omzet, te geven, 2-4 druppels voor elke voeding verlicht de symptomen. Het is (in Canada -redactie) zonder recept verkrijgbaar, maar tamelijk duur en werkt maar soms. Het is moeilijk te begrijpen waarom het zou kunnen werken, aangezien het enzym wordt afgebroken in de maag van de baby, maar soms lijkt het wel te werken.
- Een tepelhoedje helpt misschien, maar gebruik dit alleen als niets anders helpt en als je goede hulp hebt gehad en er toch niet uit bent gekomen. Dit is het op een na laatste redmiddel. Onthoud dat een tepelhoedje alleen in heel zeldzame situaties het antwoord is op borstvoedingsproblemen en dat het in de meeste gevallen de situatie erger maakt, niet beter.
- Als laatste redmiddel kun je je baby, liever dan over te gaan op kunstvoeding, afgekolfde moedermelk in een fles of cupje geven. Lactase toevoegen aan de afgekolfde melk kan ook helpen.
Vreemde eiwitten in de melk van de moeder
Soms is het mogelijk dat eiwitten uit de voeding van de moeder uitgescheiden worden in haar melk en mogelijk problemen opleveren bij de baby. Dit komt het vaakst voor bij eiwit uit koemelk. Ook van andere eiwitten is het aangetoond dat ze in de moedermelk van sommige moeders worden uitgescheiden. Het feit dat deze eiwitten en andere stoffen in moedermelk voorkomen is niet per se een slechte zaak. Integendeel, het is goed, het helpt je baby ongevoelig te maken voor deze eiwitten.
Je zou, om de buikkrampjes te verlichten, op kunnen houden met het eten van zuivelproducten of andere voedingsmiddelen. Doe dat dan steeds met maar slechts een soort voedsel tegelijk. Zuivelproducten zijn melk, kaas, yoghurt, ijsjes en alle andere producten die melk bevatten, zoals saladedressings met wei-eiwit of caseïne.
Controleer de etiketten van bereide voedingsmiddelen om te zien of ze melk of melkbestanddelen bevatten. Als de eiwitten uit de melk veranderd zijn (gedenatureerd), bijvoorbeeld door koken, zou er geen probleem moeten zijn. Stel ook hierover vragen over als je die hebt.
Als het elimineren van bepaalde voedingsmiddelen uit je dieet niet helpt, kan je pancreas enzymen nemen, om te beginnen met een capsule bij elke maaltijd. Deze enzymen breken de eiwitten in de ingewanden af zodat ze niet als complete eiwitten in het lichaam kunnen worden opgenomen en in de melk komen. Natuurlijk is de kans erg klein dat je alvleesklier niet in staat is genoeg enzymen te produceren, behalve als je taaislijmziekte hebt bijvoorbeeld. Maar het is aangetoond dat het complete koemelkeiwit geabsorbeerd kan worden door het lichaam van de borstvoedende moeder en dan in de moedermelk kan verschijnen. Het toevoegen van de enzymen kan dit verkleinen.
Let op: intolerantie voor melkeiwit heeft niets te maken met lactose-intolerantie, maar is een geheel andere kwestie. Een moeder die zelf lactose-intolerant is zou toch altijd haar baby borstvoeding moeten geven.
Voorgestelde behandeling
- De moeder zou alle melkproducten zeven tot tien dagen uit haar voeding moeten weglaten.
- Als er geen verandering is, kan de moeder de melkproducten weer gaan gebruiken.
- Als de situatie is verbeterd, kan de moeder de melkproducten langzaam weer in haar dieet opnemen, als ze daar normaliter een onderdeel van waren. (Het is niet nodig melk te drinken om melk te maken, dus als je normaal geen melk drinkt, hoef je dit ook niet drinken als je borstvoeding geeft). Sommige baby’s kunnen er absoluut niet tegen als de moeder melkproducten gebruikt. De meeste kunnen ertegen als de moeder met mate melkproducten nuttigt. De moeder zal leren welke hoeveelheid melkproducten ze kan gebruiken zonder dat de baby erop reageert.
- Als je je ongerust maakt over de hoeveelheid calcium die je binnenkrijgt, kun je calcium innemen zonder melkproducten te gebruiken. Spreek hierover met je huisarts of diëtist. Maar zeven tot tien dagen zonder melkproducten is voedingskundig gezien absoluut geen probleem. Er zijn onderzoeksresultaten die suggereren dat borstvoeding geven de moeder zelfs als ze geen extra calcium inneemt mogelijk beschermt tegen het ontwikkelen van osteoporose (botontkalking). En de baby krijgt alles wat hij nodig heeft.
- De moeder moet oppassen om niet teveel dingen uit haar voeding weg te laten. Iedereen kent wel iemand van wie de baby beter werd toen de moeder ophield broccoli, vlees, bananen, brood, etc. te eten. Misschien eet de moeder uiteindelijk alleen nog maar witte rijst. Onze voedingspatronen zijn te complex om zeker te weten waar de baby last van heeft, als hij er al last van heeft.
Nog wat informatie
Sommige baby’s zijn hongerig, ook al komen ze erg goed aan. Dit kan verschillende oorzaken hebben, sommige hiervan zijn eerder genoemd in dit artikel. Het kan ook voorkomen dat je baby hongerig is en toch goed aankomt als je een limiet zet op het aantal voedingen. Bijvoorbeeld: je voedt de baby 10 of 20 minuten per borst. Als je veel melk hebt, kan je baby ondanks goed aankomen toch honger hebben. Zet dus geen limiet op het aantal voedingen.
Wees geduldig, het probleem gaat vaak sowieso wel over. Kunstvoeding is niet de oplossing, hoewel sommige baby’s er vanwege de meer regelmatige toestroom op vooruitgaan als ze kunstvoeding drinken. Maar kunstvoeding is geen moedermelk. In feite zou de baby er vanwege de regelmatige toestroom ook op vooruitgaan als hij moedermelk uit het fles kreeg. Zelfs als niets werkt, zal het meestal met de tijd overgaan. De dagen en nachten lijken een eeuwigheid te duren, maar de weken zullen voorbij vliegen.
Lees ook
- Borstcompressie
- Borstcompressie – handleiding
- Bekijk hier de gratis instructiefilm over borstcompressie.
- Je baby aanleggen en succesvol borstvoeding geven
- Borstvoedingshoudingen
- Zoek lactatiekundige in Nederland of België
- Het belang van huid-op-huid contact
- Het Nieuwe Borstvoeding Boek, Stefan Kleintjes, lactatiekundige Groningen-Bedum & Gonneke van Veldhuizen-Staas, lactatiekundige Helmond
- Eten voor de Kleintjes, kleintjes van 0-4 leren zelf eten, Stefan Kleintjes, kinderdiëtist en lactatiekundige Groningen Bedum; 10e druk september 2019
- Bestel hier je boeken bij Kenniscentrum Borstvoeding
Heb je nog vragen? Lees dan ook
- The ultimate breastfeeding book of answers, Jack Newman
- The latch and other keys to breastfeeding success, Jack Newman
- Mail Jack Newman
- Bekijk borstvoedingvideo’s
- Kijk op de site van Jack Newman
Artikelgegevens
- Hand-out #Colic in the breastfed baby © 2005. Vertaling © 2010
- Vertaling: Danielle Mitchell, Grietje Elsien de Jong-Taekema
- (Eind)redactie: Gonneke van Veldhuizen-Staas, Karin Dunning, Stefan Kleintjes
- Deze hand-out mag zonder verdere toestemming gekopieerd en verspreid worden, op voorwaarde dat hij in geen geval gebruikt wordt in enige context die de WHO-code op de marketing van vervangingsmiddelen van moedermelk schendt én dat tevens wordt voldaan aan de criteria gesteld in copyright
- Written and revised (under other names): Jack Newman, MD, FRCPC, IBCLC © 1995-2005
- Revised: Jack Newman MD, FRCPC, IBCLC and Edith Kernerman, IBCLC, © 2008, 2009