Gezondheidswetenschapper John Penders bekeek zo’n 1200 stuks babyontlasting en trok een aantal opmerkelijke conclusies. Niet alleen een goede darmflora biedt bescherming. Ook de antistoffen van de moeder die de borstbaby krijgt, helpen mee. En dat doen de fabrikanten de moeders vooralsnog niet na.
Er zijn wel vijfhonderd verschillende bacteriesoorten, maar niet iedereen heeft die allemaal in zijn darmen. Bij een kindje van een maand oud is de darmflora nog vrij eenvoudig. Penders heeft zich samen met collega’s van de universiteit en het ziekenhuis in Maastricht een voortreffelijk beeld van darmbacteriën bij baby’s kunnen vormen. Ze kregen in het lab de ontlasting van meer dan 1200 baby’s onder hun neus, als onderdeel van het gezondheidsonderzoek Koala waaraan 2800 ouders en hun kind met name uit Zuid-Nederland deelnemen. De kinderen worden vanaf hun geboorte over een reeks van jaren gevolgd.
Babyhoopjes
In die ontlasting zitten niet alleen ziekteverwerkende bacteriën, maar ook bacteriën die gunstig zijn voor de gezondheid. Met nuttige functies voor bijvoorbeeld de spijsvertering en als bescherming tegen binnendringende ziekteverwekkende bacteriën. In een evenwichtige darmflora hebben de gunstige bacteriën de overhand. Zo kunnen de kwaaie exemplaren zich moeilijk innestelen en worden darminfecties en infectieziekten buiten de deur gehouden.
Immuunsysteem
Het idee is dat een niet al te beste darmflora bij pasgeborenen slecht is voor het immuunsysteem. Het immuunsysteem moet bijvoorbeeld leren niet te reageren op onschuldige lichaamsvreemde stofjes zoals pollen, kattenhaar en de huisstofmijt. Dat leerproces speelt zich af in de eerste levensjaren en de darmflora lijkt daarbij een belangrijke rol te spelen.
In ruim duizend babyhoopjes speurden de onderzoekers naar de belangrijkste darmbacteriën, gunstige en ongunstige, en vergeleken ze deze gegevens met andere informatie. Zoals antwoord op de vragen als: krijgt de baby kunstvoeding of borstvoeding? Is mama thuis bevallen of door middel van een keizersnede in het ziekenhuis? Is ze vegetariër, dronk ze Yakult-achtige drankjes en zo meer.
Conclusies
Kinderen gevoed met kunstvoeding hebben meer ongunstige darmbacteriën dan borstkinderen. Verder tekent zich, in zeer voorlopige analyses, het beeld af dat de aanwezigheid van méér ongunstige bacteriën gepaard gaat met méér allergieën. Nog een bevinding: een thuisbevalling is zeer positief voor de darmflora. Penders berichtte recent over één en ander in het gerenommeerde Amerikaanse vakblad Pediatrics.
Hij stelde onder meer vast dat de bacterie van het soort Escherichia coli bij fleskinderen meer voorkomt. Geen zware jongen, die E-coli, eerder een gelegenheidscrimineel. Vrijwel iedereen heeft hem in zijn darmen te gast en gewoonlijk houdt hij zich koest. Bij een verzwakte afweer kan hij echter een keur van vervelende infecties veroorzaken.
Clostridium difficile
Nog duidelijker tekent het verschil tussen borst- en fleskinderen zich af ten aanzien van de bacterie Clostridium difficile. Niet echt een probleembacterie, maar hij kan vervelend opspelen bij gebruik van antibiotica. Het aantal flesgevoede baby’s met deze bacterie aan boord is beduidend groter dan de met moedermelk gevoede kindjes. Het flesgrut heeft trouwens ook aanzienlijk grotere aantallen van deze ziekteverwekkers in de darmpjes.
Voeding uit de zuigfles scoort niet in alle opzichten minder. Voor twee nuttige bacteriegroepen, de Bifidobacterium en Lactobacilli, maakt de voedingsbron weinig uit. De fabrikanten van flesvoeding voegen sinds kort vezels toe waardoor de aanmaak van die twee gezonde groepen bacteriën wordt gestimuleerd.
Eén zwaluw maakt nog geen zomer
Maar één zwaluw maakt nog geen zomer in babyvoedingland: Niet alleen een goede darmflora biedt bescherming. Ook de antistoffen van de moeder die de borstbaby krijgt, helpen mee. En dat doen de fabrikanten vooralsnog de moeders niet na.