Realiteit

column-127.jpgMaartje is een zelfverzekerde moeder van 28 jaar. Ik ken haar al vanaf haar eerste zwangerschap. Ik heb haar zien groeien van jonge vrouw tot verantwoordelijke moeder van een meid en een knul. Haar derde zwangerschap loopt gesmeerd. Tijdens het babyvoedingconsult bespreek ik hoe ze aankijkt tegen borstvoeding. Haar standpunt is opmerkelijk en leerzaam voor mij.
In onze BFHI-gecertificeerde praktijk adviseren mijn collega’s en ik het hoogste doel: zes maanden volledige borstvoeding en daarna samen met vast voedsel tot twee jaar, zoals de WHO dat adviseert, de ideale situatie. Realistisch bekeken zijn er weinig baby’s die gevoed worden volgens de ideale situatie. De meeste baby’s halen de zes maanden niet op volledige borstvoeding. Er zijn vrouwen die stoppen na een maand of al na een paar dagen na de bevalling. Of ze starten helemaal niet met borstvoeding.

Doordat ik als hulpverlener alleen maar op het hoogste doel focus, lijkt het alsof er slechts twee mogelijkheden zijn: volledig borstvoeding, minstens een half jaar of starten met volledige kunstmatige zuigelingenvoeding. Soms is het goed om niet van het hoogst haalbare uit te gaan, maar van het standpunt: alles is mooi meegenomen.

Van dat laatste is Maartje een voorstander. Zo bespreekt ze met mij het volgende: ‘Ik ga flesvoeding geven, maar als ik stuwing krijg, leg ik de baby aan en wie weet wat ervan komt. Ik hoef geen begeleiding van jullie of van de kraamzorg.’ Ze houdt er niet van om door zorgverleners begeleid te worden bij borstvoeding. Ook wil ze dat niemand het ziet. Bij de eerste twee heeft ze de borstvoedingbegeleiding laten gebeuren. Ze is na een paar dagen gestopt omdat het niets voor haar was. Ze voelde zich teveel in een keurslijf geperst. Toch blijft borstvoeding aantrekkelijk voor haar, maar wel op haar manier. Bij de derde pakt ze het op geheel eigen wijze aan.

Voor mij is het een verrassing dat niet iedereen op mijn goedbedoelde begeleiding zit te wachten. Sterker nog, bij sommigen wekken tips en informatie weerstand op. Veel mensen zullen de kont in de krib gooien en de borstvoeding staken. Vervolgens hebben ze een slechte ervaring met borstvoeding en zullen ze het misschien nooit meer proberen.

Maartje weet dat ze borstvoeding geven het liefst in haar eentje doet. Zonder verloskundige, zonder kraamverzorgende maar wel alleen met de baby, ’s avonds met de gordijnen dicht of knus in bed. Dus zet ze laag in. Alles is mooi meegenomen.

Ze bevalt vlot van een lekker ventje. Na de geboorte geeft ze de eerste dagen alleen kunstmatige zuigelingenvoeding. Op de derde avond legt ze haar kind aan de borst en geeft vanaf dan met plezier de avond- en nachtvoedingen.

Als verloskundige leer ik dat mijn inzet voor volledige borstvoeding ook afstotend kan werken. Maartje laat mij dat zien. Voor mij als verloskundige is het een uitdaging om goed te kijken welke vrouw de alles-is-mooi-meegenomen-aanpak nodig heeft. Voor aanstaande moeders ligt de taak bij zichzelf na te gaan welke wensen zij heeft ten aanzien van de borstvoedingbegeleiding en dat te communiceren naar haar begeleider.

Hier uw advertentie?

Neem vrijblijvend contact met ons op voor de mogelijkheden

Gerelateerde artikelen