De morgen maakt een langzame intrede. De zon baant zich een weg door de nevelsluier; het begin van een mooie nieuwe dag. Ik werd niet enkel wakker gemaakt door het licht dat door de ramen valt. Onbewust waren het zachte subtiele smakgeluidjes die me wekten. Ik draai me op mijn andere zijde en zie in de co-sleeper een armpje de lucht in schieten. Zoonlief begint te denken aan zijn ontbijt.
Vanop mijn kussen lig ik nog even naar hem te kijken. Hij lijkt te dromen. Wat zou er nu door zijn hoofdje spoken? Zou hij denken aan melk? Borstjes? Zijn mama en papa? Ik grinnik even bij het idee en richt me op om hem bij mij te nemen.
Zachtjes, om hem niet te wekken, leg ik hem tegen me aan. De borst wordt ontbloot en in de roes van zijn slaap vindt hij probleemloos de weg naar de tepel. Het duurt dan ook niet lang voor ik het eerste slokje hoor. Zijn zuigpatroon verandert al gauw naar het langzaam ritmisch slikken, terwijl ik bijna de melk in zijn buikje voel lopen.
Een aangename tinteling zindert door mijn borst, van aan de tepel tot ongeveer in mijn oksel. Ik weet precies wat dit wil zeggen: het zuigen aan de borst heeft er voor gezorgd dat het knuffelhormoon vrijkomt; waardoor de melk nog beter begint te stromen naar mijn kleintje. De literatuur omschrijft dit als de toeschietreflex. Ik weet vanuit mijn opleiding dat deze heel belangrijk is voor de borstvoeding; zowel in het begin als voor het verdere verloop.
Ikzelf verkies echter een andere term: de loslaatreflex. Hoe langer ik borstvoeding geef, hoe meer de werkelijke betekenis hiervan tot me doordringt. Want daar gaat het om, vanaf de dag van de geboorte: loslaten. Borstvoeding is een belangrijk element hier in. Mijn eigen sloebertje is daar een levend bewijs van. Het kleine hulpeloze wezentje dat eerst negen maanden in mijn buik woonde is op zeven maanden tijd veranderd in een kleine deugniet die zelf de wereld probeert te ontdekken op zijn handen en knieën. Dit allemaal puur door moedermelk. Elke dag een klein stapje verder… Telkens laat hij mama een beetje meer los… Om na een nieuwe vermoeiende uitdaging terug te keren…
Twee oogjes richten zich eventjes op. Hij laat los en lijkt te wachten op de tweede kant. Dan breekt het moment aan waar ik stiekem op wacht: een stralende glimlach verschijnt van achter de welving van mijn borst. Ik giechel even en geef hem datgene waar hij om vraagt. Hij slikt tevreden en laat zich terug meeslepen in de roes.
Straks zal hij over mij kruipen om zijn papa wakker te maken, zal hij weer volop op ontdekkingstocht gaan. Hij zal ook vechten tegen de slaap omdat er veel te veel gebeurt, tot… een warme moederborst hem terug tot rust brengt, geborgen in warme veiligheid.Ik kijk verliefd naar hem en besef dat ik dit allemaal aan hem geef. Via deze intieme band; via een mondje aan de borst, via het nauwe oogcontact en elke slok moedermelk laat ik hem steeds verder gaan. Maar ik geef hem in deze evolutie het mooiste wat hij ooit zal krijgen: een onvoorwaardelijke band in veiligheid, een band die leidt tot zelfstandigheid. Om los te laten moet je je eerst hechten, en daar draait het allemaal om bij borstvoeding.
- Reageren? Dat kan op de Facebookpagina van Kenniscentrum Borstvoeding