De wekker gaat. Het is half zeven en ik heb honger. Mijn maag tintelt en snakt naar een ontbijt.
Mijn dochtertje, die naast me lag te slapen, is eveneens wakker geworden. Ook zij heeft zin in haar ontbijt. Ze is nog lekker soezig en warm van de lange nacht. Loom kruipt ze op mijn buik en lurkt haar buikje vol.
Het is bijna twaalf uren terug dat ik iets gegeten heb. Dat geldt niet voor mijn dochtertje. Haar laatste slokje was nog niet lang geleden. Zo door de nacht heen klokt ze een paar keer een behoorlijke portie weg.
Het is dan ook niet zo vreemd dat ik ‘s ochtends razende trek heb.
Ongeveer veertig kilo weeg ik en dat is aan de lage kant. Nu niet gelijk schrikken, ik ben erg klein, dus het is geen abnormaal gewicht. Maar een paar kilo erbij zou geen enkel probleem zijn. Toch mag ik niet klagen.
Ik eet graag en ik eet veel. Alles kunnen eten wat ik lekker vind en geen gram aankomen, geeft me een gevoel van vrijheid en blijheid.
Borstvoeding geven doe ik omdat het het allernormaalste, allergezondste, beste, fijnste, heerlijkste, meest knusse is wat ik mijn meisje kan bieden. Dat ik er lekker slank van word is een reden van zwaar ondergeschikt belang, maar ik vind het toch een voordeel!
Als ik naar mijn blakend gezonde dochtertje kijk, besef ik dat het grootste deel van haar lichaamsgewicht door mij gemaakt is en onderhouden wordt.
Ze is anderhalf jaar, weegt ongeveer tien kilo en eet ook graag. Als er iets te peuzelen valt komt ze altijd even kijken en mee-eten. Het liefst eet ze broodkorstjes en kleine stukjes appel. Maar dan wel heel weinig. Want liever heeft ze moedermelk. En dus drinkt ze vaak bij mij… heel vaak.
Mensen om me heen trekken wel eens een wenkbrauw omhoog en suggereren dat ik ervoor moet zorgen dat mijn meisje meer vaste voeding binnen krijgt. Ze vinden dat ik te veel voeding geef en dat dit ten koste gaat van mijn gezondheid.
Ik zit er niet over in. De laatste keer dat ik ziek was, was in 1995 dus met die gezondheid van mij zit het wel snor. En als mijn dochtertje op haar grote broer lijkt, dan gaat ze vanzelf een keer meer vast voedsel eten, en minder drinken bij mij. Toen hij anderhalf was, at hij net zo weinig als zijn zusje nu en was hij ook zwaar verslaafd aan mijn melk.
Kijk hem nu eens. Moedermelk vindt hij tegenwoordig vies en tijdens het middagmaal schrokt hij soms vijf boterhammen weg, wat met een glas koeienmelk wordt nagespoeld.
Ik maak me geen zorgen. Mijn dochter en ik eten, drinken en genieten nu en wel onbeperkt.
Lang leve borstvoeding!