Keizersnede

Daar is zij dan. Voor het eerst hoor ik het stemmetje van mijn dochtertje, op het moment dat ze uit mijn buik wordt getild. Ik lig op de operatiekamer van het ziekenhuis. Met een geplande keizersnede ben ik net bevallen van mijn tweede kind. Mijn man toont mij mijn kindje. Als ik lang genoeg gesnuffeld en gezoend heb voor dit moment, gaan ze weg. Ik weet dat ik ze heel snel weer zal zien. Nog even wachten.
Voor een pasgeboren baby is er maar één logische plaats, een plek waar het goed is, waarin alles juist is, en dat is bij de moeder.
Na de geboorte is er maar één situatie waarin een moeder tot haar recht komt en dat is met haar baby op de buik.
Daarom is het geweldig dat er ziekenhuizen zijn die de moeder en haar kind de gelegenheid geven om zich zo snel mogelijk na een keizersnede weer te herenigen.

Rillend van alle emoties lig ik op de uitslaapkamer. Straks zie ik mijn meisje weer, straks zal ze voor het eerst bij me drinken. Ik hoor een verpleegkundige nog een keer checken of de kraamafdeling gebeld is. En daar zijn ze weer. Ik ruk mijn operatiehesje los, zo gretig ben ik om haar aan te kunnen leggen. Mijn dochter huilt tot ze beet heeft en ze laat me niet meer los.
Iedereen op de afdeling lacht. Een klein feestje op de uitslaapkamer.
We zijn weer samen. Ik voel me intens opgelucht. Mijn buik is weg en aan mijn borst ligt mijn pasgeboren baby. Alles klopt.

Hoe vanzelfsprekend is het dat baby en moeder elkaars kruik zijn en elkaars geur kunnen ruiken, elkaars huid kunnen voelen. Hoe natuurlijk is het in die intieme nabijheid voor het eerst kennis met elkaar te maken.

Ik heb geen besef van tijd. Opvallend snel mogen we naar de kraamafdeling. Tijdens de rit in het ziekenhuisbed door het ziekenhuis lurkt mijn zuignapje nog steeds aan de borst. Ze is een natuurtalent. Ik voel me zo trots.
Zelfverzekerd voel ik me als moeder. Dit wezentje zal ik verzorgen en koesteren en ik weet intuïtief hoe dat moet.

De immobiliteit na een keizersnede valt me mee. Ik hoef geen baby’tje uit een wiegje te tillen, want het ziekenhuispersoneel vindt het prima dat wij knus samen in mijn ziekenhuisbed liggen. Aanleggen van mijn pasgeborene gaat met het gemak alsof ik het gisteren nog deed. En iedereen schijnt te weten dat ik me zelf uitstekend red. Er zijn geen ongevraagde adviezen, geen goedbedoelde instructies. Geen bemoeienis met mij en mijn kind. Ik verschoon haar zelf, temperatuur haar zelf, en de enige keer dat ik op de pieper druk is om te melden dat ik de weegschaal nodig heb.
‘Ik heb een gemakkelijke patiënt’, zegt een verpleegkundige vrolijk, ‘ik hoef helemaal niets te doen.’

Ja, het voelt fantastisch, te weten dat ik nu voldoende kennis van borstvoeden heb om mijn eigen wensen duidelijk te kunnen maken. En het voelt als een geweldige steun dat dit ziekenhuis mijn wensen respecteert.
Het Antonius Ziekenhuis in Sneek wil deze maand het WHO/UNICEF certificaat Zorg voor Borstvoeding behalen voor de kraamafdeling én de kinderafdeling.
Ik geloof er in dat ze het borstvoedingscertificaat zullen verkrijgen. Want dit ziekenhuis weet wat een pas bevallen moeder en een pasgeboren baby nodig hebben: de borst en elkaar.

bfhi-sneek-1.jpg

  • Lees de column over de keizersnede.
  • Op 15 oktober 2009 ontving de afdeling Vrouw & Kind van het Anthonius het felbegeerde certificaat. Op de foto de bijna voltallige werkgroep.

Hier uw advertentie?

Neem vrijblijvend contact met ons op voor de mogelijkheden

Gerelateerde artikelen