Ik kan er erg van genieten om naar mijn kinderen te kijken. Mijn vijf maanden oude tweeling vormt daarop uiteraard geen uitzondering. Ik vind het zo leuk om te zien dat ze vanaf heel jong al onderonsjes hebben samen. Zo maken ze geluidjes naar elkaar en draaien ze hun hoofdje naar elkaar zodat ze goed kunnen zien wat de ander doet. Tweelingdochter lacht bijna vaker naar haar tweelingbroer dan naar mij, de tweelingmoeder.
Ook voor de buitenwereld is een tweeling erg bijzonder. Af en toe lijken we bijna publiekelijk bezit. Op straat, met beide kinderen in de draagdoek, worden we nagekeken en nagewezen. Tijdens het winkelen in de plaatselijke supermarkt spreken wildvreemde mensen mij aan met de vraag: ‘Is het een tweeling?’ Op school stellen de kleuters uit de klas van mijn oudere dochter mij dagelijks vragen: ‘Welke is nu het meisje?’ of ‘Zit het jongetje nu op je rug?’
Maar het mooiste moment van de dag, waar niemand anders van kan mee genieten en wat dus helemaal mijn privé bezit is, is als we ‘s avonds samen naar bed gaan. Aan mijn rechterborst zie ik mijn jongetje met lekker bolle wangetjes nog wat nasabbelen terwijl ondertussen aan mijn linkerborst mijn tengere meisje drinkt. Als bij beiden de oogjes al bijna dichtvallen, grijpt mijn kleine prinsesje nog snel het handje van haar broer vast. In deze houding zie ik ze een paar minuten later samen dromenland bereiken, aan de borst en hand in hand.