Mijn dochtertje is alweer bijna acht maanden. Natuurlijk krijgt ze nog vele malen de borst. Het is voor mij vanzelfsprekend dat we hiermee doorgaan totdat zij er de brui aan geeft.
Zo ging het ook met haar grote broer. Hij stopte uit eigen beweging met drinken toen zijn zusje geboren werd. ‘Poate drinken’, zoals het bij ons heet, gaat hier zijn gangetje. We weten niet beter, het hoort bij ons leven.
En zo is mijn inspiratie na bijna twintig columns even weg. Wat valt er nog te schrijven? Borstvoeden is een eitje… Toch?
Met beide kinderen had ik een vrij probleemloze borstvoedingsstart. Na hun geboorte wisten ze allebei direct de borst te vinden, pakten goed en dronken vol overtuiging het colostrum weg. Maar het kan ook anders.
Regelmatig hoor of lees ik verhalen van een moeilijk begin van de borstvoedingsperiode. Uitputtende zwangerschappen, slopende bevallingen met als gevolg een verzwakte moeder die er tegen opkijkt ‘s nachts haar baby’tje te voeden. Vroeggeboortes, meerlingen, verontreinigde melk door medicijngebruik, borstontstekingen, baby’s met een hazenlip die de borst niet kunnen pakken…
Bovenstaande verhalen hebben vaak dezelfde uitkomst. De ouders van de baby in kwestie kiezen direct of vrij snel voor het stoppen van de borstvoeding.
Ik vraag me wel eens in stilte af of ik in dergelijke situaties had weten door te zetten. Had ik bij die kleine groep doorzetters gehoord, waar de verhalen ook van bekend zijn? Zij die doorzetten, ondanks dat ze borsten hebben die paars zien van een ontsteking. Ondanks, of misschien juist doordat hun baby’tje wekenlang in een couveuse ligt en alles neer komt op onophoudelijk kolven. Zij die hun baby koste wat kost moedermelk willen geven en daarvoor alles op alles zetten, ervan doordrongen hoe hard hun baby met deze moeilijke start moedermelk nodig heeft.
Toen mijn zoontje van ruim een half jaar apart sliep, vroeg hij maanden lang zes maal per nacht de borst. Door de slopende vermoeidheid van de doorwaakte nachten heb ik ook wel eens op het punt gestaan om helemaal te stoppen. Dan kon mijn man ook eens een flesje kunstvoeding geven ‘s nachts.
Ik wist me omringd door een goede professional en een steunende omgeving. Daardoor begreep ik dat ik niet helemaal hoefde te stoppen met borstvoeding geven. Ik koos voor een tussenoplossing.
Een maand heb ik borstvoeding en kunstvoeding gecombineerd. Het maakte dat ik aan kon sterken en er weer vol tegen aan kon gaan. Want ik kon gewoon geen afscheid nemen van het machtig mooie contact met mijn kind dat ik zelf volledig voedde. Dat lijkt nu alweer zo lang geleden.
Als borstvoeding geven een groot probleem wordt, is een steunende omgeving onmisbaar en deskundige begeleiding van professionals noodzakelijk. Ontbeer je deze support, dan komt misschien het punt waarop je denkt: ‘Mijn grens is bereikt. Ik kies voor kunstvoeding en ik stop met borstvoeding.’
Ik bewonder de doorzetters, maar ik heb respect voor hen die onder zeer zware omstandigheden afhaakten.
En ik prijs mezelf gelukkig dat ik het punt van afhaken nog niet heb bereikt.