Zes jaar geleden, tijdens mijn eerste zwangerschap, wist ik niet veel over borstvoeding. De enige informatie kwam uit een boek dat ik had gelezen en uit het gesprek met de mevrouw van het kraamzorgcentrum die op huisbezoek was geweest. Als ik mensen in mijn directe omgeving vroeg naar hun ervaringen kreeg ik altijd de standaard antwoorden. Van ‘ik vond het maar een gedoe’ tot ‘het lukte niet’ en zelfs ‘ik had niet genoeg melk.’ Termen als tepelkloven, borstontsteking en kolfproblemen, ze kwamen in ieder gesprek over borstvoeding wel een keer voorbij. En ook veel verhalen van moeders die vertelden dat ze maar liefst ’totdat ze weer aan het werk gingen’ zelf hadden gevoed. Die verhalen vormden voor mij, onwetende zwangere, op dat moment de norm.
Nu ik mezelf, na vijf jaar borstvoeding, ervaringsdeskundige durf te noemen, kom ik er steeds meer achter hoeveel de huidige communicatie over borstvoeding tekort schiet. Ik verbaas me er iedere keer weer over hoe terughoudend mensen communiceren als het om borstvoeding gaat. Alsof we ons schamen voor het prachtige gegeven dat we met ons eigen lichaam ons kostbaarste bezit kunnen laten groeien en liefde kunnen meegeven. Als je praat over borstvoeding met moeders of zelfs met verpleegkundigen lijkt het allemaal zo medisch, plastisch en, in het meest negatieve geval, lastig of zelfs vreselijk. Nooit hoor ik iemand over hoe heerlijk het is om je kind aan de borst te hebben; het intieme gevoel, het oogcontact met je baby en het huidcontact. Dat gevoel overtreft voor mij alles en maakt mij echt gelukkig. Het is toch ontzettend jammer dat juist dit aspect mist in alle voorlichting en ervaringsverhalen over borstvoeding? Alsof het volstrekt irrelevant is en je er als moeder niet van mag genieten.
Wat dat betreft kunnen wij nog een heleboel leren van onze kinderen. Zij hebben geen last van schaamte en communiceren open over borsten en hun behoefte daaraan. Voor hen is vragen om borstvoeding net zo normaal als vragen om een boterham of een knuffel. Dat begint al direct na de geboorte; baby gaat ongegeneerd op zoek naar de borst, terwijl (in mijn geval) moeder nog gehecht wordt. Wanneer in de periode daarna een signaal van honger wordt beantwoord met de borst hebben kinderen al snel door hoe ze duidelijk moeten maken dat ze willen drinken. Mijn zoontje, nu vijftien maanden, klimt bij me op schoot en gaat er echt voor liggen, al piepend (of krijsend, naar gelang de behoefte) om een slokje. Het maakt hem echt niet uit of ik alleen op de bank zit, of we op visite zijn of dat we in een vol restaurant zitten, hij gaat door tot hij krijgt wat ie wil. Lekker duidelijk dus!
Het leuke van een ouder kind aan de borst is dat je met ze kunt praten over borstvoeding. Ook mijn dochter (bijna vier jaar) communiceert heel open als het gaat om het door haar zo geliefde lichaamsdeel van mij. Voor haar is het allemaal zo klaar als een klontje en zo gewoon als dag en nacht. Zo vertelt zij iedereen dat ‘mama’s borstjes de lekkerste van de wereld zijn’ en aait ze iedere dag wel een keer liefkozend. Als ik haar vraag wat mama zou zijn zonder borstjes zegt ze ‘gewoon papa.’ Hoe mooi zou het zijn wanneer we allemaal zo open over dit onderwerp zouden communiceren? Wanneer we gewoon kunnen vertellen dat het mag, genieten van borstvoeding? Mijn dochter doet dat ook. Het allermooiste vind ik haar antwoord als ik vraag waar mijn melk naar smaakt. Ze zucht dan diep, kijkt intens gelukkig en zegt: ‘naar de wolken en heel veel lucht!’