Het is alweer enkele jaren geleden dat een ingezonden brief van mij in het Algemeen Dagblad verscheen. Het precieze onderwerp weet ik niet meer, maar het had te maken met de superioriteit van borstvoeding: een onderwerp dat mensen gemakkelijk op de kast krijgt. En inderdaad: luttele dagen later werd een boze reactie van een oudere dame geplaatst. Haar negatieve ervaringen met borstvoeding lagen al decennia achter haar, maar toch raakte mijn brief blijkbaar een gevoelige snaar.
In haar brief hield ze een vlammend betoog vóór de voordelen van kunstvoeding en tegen het fanatisme van bepaalde borstvoedingsadepten. Zij was destijds ‘ door problemen met de borstvoeding – noodgedwongen overgestapt op kunstvoeding en haar kind had het er prima op gedaan. Waarom moesten die borstvoedingsfanaten er toch steeds op wijzen dat borstvoeding gezonder was? Wilden zij flesvoedende moeders soms een schuldgevoel aanpraten? Nee, zij was ervan overtuigd dat kunstvoeding op dat moment de beste keuze voor haar was geweest en had daar volkomen vrede mee.
Waarom dan de moeite nemen een brief te schrijven, vraag ik me af. Mijn eigen motivatie om een ingezonden brief aan een krant of tijdschrift te sturen, is meestal boosheid of verontwaardiging. Als ik ergens onjuiste informatie of een verkeerde voorstelling van zaken lees, voel ik me wel eens geroepen de zaak te nuanceren of recht te zetten. Ook de brief van deze mevrouw was zonder twijfel boos en verontwaardigd van toon.
Een typisch geval van “don’t shoot the messenger”, zou je haast denken. De algemene boodschap dat borstvoeding gezonder is dan kunstvoeding is niets nieuws en zal deze vrouw ook niet op de kast hebben gejaagd. Wat riep dan wel zo‘n emotionele reactie in haar op?
Voor veel vrouwen is borstvoeding een thema dat omgeven is met emoties, zo heb ik gemerkt. Alleen al de simpele handeling van de borst geven roept regelmatig bij moeders een reactie op, zelfs als hun eigen ervaringen met borstvoeding ver in het verleden liggen. Ik heb meerdere malen meegemaakt dat wildvreemde vrouwen me begonnen te vertellen over hun ervaring met borstvoeding, of die nu positief of negatief was. In andere gevallen braken ontboezemingen over borstvoeding het ijs in een tot dan toe zakelijk contact.
Borstvoeding is een heel intiem en persoonlijk onderwerp: misschien ligt het juist daarom zo gevoelig. Het is vergelijkbaar met bevallingen, ook een thema dat vrouwen op een primair niveau met elkaar verbindt. Het zijn ingrijpende zaken in het leven van een vrouw, op lichamelijk, mentaal en emotioneel vlak. Het bespreken van die thema‘s kan een gevoel van verbondenheid en herkenning oproepen, of de ervaringen nu positief of negatief waren. Als de ervaringen echter ver uit elkaar liggen, kan dit ook boze reacties opwekken.
Borstvoeding roept ‘ vaak onderbewuste ‘ gevoelens op, ongeacht of de ervaring lang of kort heeft geduurd. Een negatieve ervaring met borstvoeding kan een schuldgevoel, verdriet of een faalgevoel geven, terwijl een positieve ervaring juist voldoening en een gevoel van innerlijke kracht kan oproepen. Na lange tijd zijn die gevoelens enigszins weggestopt, maar ze kunnen door kleine dingen, zoals het zien van een baby aan de borst of het lezen van een brief over het onderwerp, opeens weer aan de oppervlakte komen. De emotie van borstvoeding kan zelfs jaren later nog verrassend heftige reacties oproepen. Misschien is dat de reden waarom ik mij de brief van deze mevrouw jaren later nog kan herinneren?