
De informatie in dit artikel is gericht op moeders van kinderen ouder dan ongeveer twee weken, bij wie de borstvoeding al wel minstens een paar dagen goed is verlopen. Er kunnen verschillende oorzaken zijn waardoor een kind onrustig aan de borst drinkt. Lees het hele artikel eens door en gebruik de links om verder te klikken voor meer informatie over bepaalde situaties.
Onrust op een bepaald tijdstip

Onrustige of onbekende omgeving of mensen
Soms gaat een kind onrustig drinken of zelfs de borst weigeren als het zich in een onrustige of onbekende omgeving bevindt, of als er veel of onbekende mensen zijn. Probeer dan om een zo rustig mogelijke plek op te zoeken, om je kind de kans te geven om in zijn eigen tempo weer goed aan de borst te gaan drinken. Als het niet mogelijk is om naar huis te gaan, kun je een lege kamer opzoeken, of proberen om in een stilstaande auto, of juist buiten te voeden. Soms kan het nuttig zijn om vóór het aanleggen samen met je kind een wandeling te maken, of onder de douche of in bad te gaan. Sommige kinderen vinden het prettig om in deze situatie, in bad, onder de douche, tijdens het lopen of in een draagdoek aan de borst te drinken. Het geeft je kind ook rust als alleen jij zelf of je partner hem vasthouden. Steeds weer andere mensen en alsmaar van schoot naar schoot laten gaan geeft onnodige onrust. Als je je kind in een draagdoek hebt, voorkom je gemakkelijker dat iedereen je kind even wil vasthouden of aanraken.
Een bepaalde leeftijd of een periode van snelle ontwikkeling

Deze periodes van snelle ontwikkeling gaan na een aantal weken voorbij, en meestal gaan kinderen dan weer rustiger aan de borst drinken. Het is echter goed mogelijk dat je kind hierna een andere ritme heeft gekregen en korter, langer, minder vaak of juist vaker per etmaal aan de borst wil drinken. Probeer in de tussentijd rondom de voedingen de rust te bewaren, hoewel deze periodes veel geduld van moeders kunnen vragen.
Ritme of schema opleggen
Als je een bepaald voedingsschema of -ritme hanteert wat niet past bij de huidige behoeftes van je kind, dan kan je kind onrustig gaan drinken. Dit kan vóórkomen als je een hongerig kind lang op een voeding laat wachten, maar ook als je de borst steeds dwingend aanbiedt voordat je kind wil drinken. Of als je je kind stimuleert om langer te drinken dan het eigenlijk wil.
Geef je je kind een fopspeen of vinger? Duimt je kindje? Wordt je kind ingebakerd of strak ingestopt? Leg je je kind pas aan als het echt huilt? Leg je je kind overdag of ’s nachts weg in een andere kamer dan waar jij bent? Houd je een voedingsschema of ritme aan? (Denk hierbij ook aan slapen-eten-spelen-slapen!) Dit alles kan het moeilijker maken voor je kind om duidelijke hongersignalen af te geven, of om voldoende vaak en/of lang aan de borst te drinken. Hierdoor kan het voor je kindje moeilijk worden om voldoende melk binnen te krijgen, en jij kunt problemen ondervinden met het op korte of lange termijn op peil houden van je melkproductie.
Als je kind steeds onrustig of met tegenzin aan de borst drinkt, houdt dan je kind in je buurt en observeer goed en wacht de hongersignalen af. Hongersignalen variëren tussen kinderen en kunnen ook anders worden als je kind wat ouder wordt.
Voorbeelden van hongersignalen zijn: wakker worden, onrustig zijn zowel tijdens het wakker zijn als tijdens het slapen, aan kleding, speelgoed of de handen likken of zuigen, en ‘zoeken’ met de mond of hoofd. Zuigbehoefte is een belangrijk hongersignaal, ook als dit door middel van een fopspeen of vinger te stillen is. Huilen is meestal een laat hongersignaal en een teken dat je kind veel eerder aan de borst had willen en moeten drinken.
Zodra je kind hongersignalen laat zien, leg je hem of haar zo snel mogelijk maar rustig aan. Als je je zorgen maakt over je melkproductie of de hoeveelheid melk die je kindje drinkt, dan kan je de urineproductie en ontlasting en groei van je kind in de gaten houden. Als deze allemaal goed zijn krijgt je kind voldoende melk binnen. Dit geldt ook als je kind naar jouw idee kort of juist lang aan de borst drinkt of minder of meer voedingen vraagt dan je had verwacht of dan je verteld is!
Lucht ingeslikt, veel melk of een sterke toeschietreflex

Sommige kinderen drinken onrustig aan de borst omdat hun moeder veel melk en/of een sterke toeschietreflex heeft. Dit klinkt als een luxeprobleem, maar het kan de borstvoeding voor moeder en kind lastiger maken. Vaak gaat het beter als je de melk van de eerste sterke toeschietreflex laat weglopen, en/of één borst per voeding geeft.
Te weinig melk of een vertraagde toeschietreflex

Sommige moeders ervaren dat de melkproductie terugloopt bij terugkeer van de menstruatiecyclus na de bevalling of op bepaalde momenten in de cyclus. Ook dan helpt het vaak al als je je kind voldoende vaak, of nog wat vaker aanlegt. En om per voeding zo veel mogelijk van borst te wisselen. Veel vrouwen moeten er, als de menstruatie eenmaal terug is, er ook op letten dat zij hun kind in de periode tussen de dagen dat zij menstrueren ook voldoende vaak aan de borst laten drinken. Sommige moeders ervaren dat ze moeite hebben om hun melkproductie op peil te houden als ze hormonale anticonceptie gebruiken. Als je denkt dat dit bij jou het geval is, kijk dan eens of een andere methode van anticonceptie beter bij jullie past.
Je melkproductie kan ook bij een nieuwe zwangerschap teruglopen, maar het hoeft niet. Is het wel het geval, dan wordt je melkproductie vaak pas na de bevalling weer optimaal. Als je kind nog afhankelijk is van moedermelk, dan kan bijvoeden met donormoedermelk of kunstmatige zuigelingenvoeding noodzakelijk zijn.
Gewenning aan een zuigfles

Probeer je kind zo vaak mogelijk aan te leggen, en geef je kind geen fles als jullie wel bij elkaar zijn. Als je kind aan de borst drinkt kun je borstcompressie en wisselvoeden gebruiken om de melkstroom te stimuleren. Als je niet bij je kind bent, kolf je voldoende vaak, en stel je het kolven niet uit. Overweeg ook of je borstvoeding en je werk of studie op een andere manier kunt combineren, waardoor je kind minder vaak een zuigfles hoeft te krijgen.
Spruw
Een kindje kan ook onrustig aan de borst gaan drinken omdat het last heeft van spruw. Dit is een schimmelinfectie in het mondje en/of op de tepel. Vaak gaat spruw gepaard met pijnlijke of branderige tepels of zelfs met pijnscheuten in je borsten. Als er sprake is van spruw behandel je zowel het mondje van je baby als je tepels. Ook eventuele andere schimmelinfectiebronnen in het gezin goed behandelen.
Pijn

Andere oorzaken

Ook een (te) kort of strak tongriempje kan maken dat je kindje onrustig aan de borst drinkt. De lactatiekundige kan je helpen om te beoordelen of het tongriempje van je kind inderdaad te kort is, en of het wenselijk is om dit te laten knippen. Knippen kan snel en gemakkelijk in Nederland of in België.
Onrustig aan de borst drinken kan een teken zijn dat je kind een overgevoeligheid of allergie heeft voor iets wat het zelf binnenkrijgt, of iets dat jijzelf eet of drinkt. Denk hierbij niet alleen aan voeding, maar ook aan eventuele vitamines, kunstmatige zuigelingenvoeding en vaste voeding die je kindje krijgt.
Soms heeft moedermelk een andere smaak. Dit kan komen na een borstontsteking, rondom de eisprong of menstruatie, of bij een nieuwe zwangerschap. Maar mogelijk ook als je bepaalde voedingsmiddelen eet. Ook het gebruik van een sterke of nieuwe parfum of andere geur kan onrust aan de borst veroorzaken. Sommige kinderen vinden het niet erg dat de moedermelk anders ruikt of smaakt, anderen vinden de verandering minder prettig. Ze laten dit merken door minder rustig aan de borst te drinken.
Geduld hebben, rustig aan doen en eventueel hulp zoeken

Als de onrust blijft, of overgaat in borstweigeren, of als je kind minder dan optimaal gaat plassen, poepen of groeien, zoek dan hulp bij de borstvoeding. Wacht niet te lang! Soms ziet een ander gemakkelijker wat er speelt. Mogelijk heb je gewoon een luisterend oor of een
professioneel advies nodig om je borstvoedingsrelatie
weer in rustiger vaarwater te brengen.
Lees ook
- Clusteren
- Zuigelingenstaking, een overzicht
- Voeden in de draagdoek: voedhoogte en draaghoogte
- Zuigbehoefte, fopspeen, pink en duim
- Als je wilt inbakeren, de borstvoedingskant
- Ontlastingspatroon van borstgevoede baby’s
- Hoe interpreteer ik de WHO-groeistandaard?
- Te veel melk
- Borstvoeding en anticonceptie
- Zwangerschap en borstvoeding, ervaringsverhaal
- Therapeutisch flesvoeden
- Handleiding Borstcompressie
- Wisselvoeden
- Informatieblad spruw en candidiasis van de borst
- Spruw: wat doe je eraan?
- Borstvoedingshoudingen
- Frenotomie, een geknipt idee!
- Tongriempje knippen in Nederland
- Tongriempje knippen in België
- Voedselallergie bij zuigelingen
- Zoek een borstvoedingdeskundige
- Boekje Borst & Baan
- Het Nieuwe Borstvoeding Boek, Stefan Kleintjes, lactatiekundige Groningen-Bedum & Gonneke van Veldhuizen-Staas, lactatiekundige Helmond
- Eten voor de Kleintjes, kleintjes van 0-4 leren zelf eten, Stefan Kleintjes, kinderdiëtist en lactatiekundige Groningen Bedum; 10e druk september 2019
- Bestel hier je boeken bij Kenniscentrum Borstvoeding
Credits
