De eerste weken leert de baby steeds beter om aan de borst te drinken; dat vergt een bijzondere vaardigheid. Het drinken aan een flessenspeen of sabbelen op een fopspeen vereist een andere vaardigheid; de mond hoeft minder ver open en de tong speelt een heel andere rol.
Er is een gerede kans dat een jonge baby die in de eerste weken na de bevalling regelmatig een (fop)speen krijgt, niet goed de juiste borstdrinktechniek leert. Dit is zuigverwarring of tepel-speenverwarring.
Bij zuigverwarring, of tepel-speenverwarring spelen minimaal drie zaken een rol
- Ten eerste hoeft een baby bij een fles de mond niet zo wijd open te doen. Aan de borst wel. Er zijn wel wat trucjes om haar te stimuleren om haar mond wijd open te doen;
- Als een baby aan de borst drinkt gebruikt ze de tong om de melk uit de borst te melken. De slikbeweging is een logisch gevolg van deze tongbeweging. Aan een fles echter, gebruiken baby’s hun tong vaak om de melkstroom wat af te remmen: ze duwen met hun tong de speen een beetje dicht of krullen zelfs hun tong op, om de melkstroom tegen te houden. Een baby met tepel-speenverwarring houdt vaak de tong verkeerd in de mond, met als gevolg dat de tepel tegen het voorste gehemelte wordt gedrukt, en dat heeft weer tepelkloven tot gevolg. Ook dit kan verleerd worden;
- De melkstroom uit een fles is meestal vrij snel en constant. Als een baby dat gewend is, gaat ze meestal aan de borst protesteren als de melk minder hard gaat stromen. Ze laat dan los en strekt zich.
Aangezien de baby niet goed kan zuigen, is de kans aanwezig dat hij niet genoeg binnenkrijgt. Ook kan het dat de toeschietreflex niet altijd optreedt, omdat de tepel niet goed geprikkeld wordt. Houdt daarom goed in de gaten of je kindje genoeg drinkt. Als de baby niet genoeg binnenkrijgt, kun je starten met kolven, en de afgekolfde melk aan de baby geven, met een lepeltje, een kopje, een spuitje of een borstvoedingsondersteuningsset. Door te kolven wordt ook de melkproduktie goed gestimuleerd.
Om de baby te leren goed aan de borst te drinken, kun je
- Goed aanleggen, lees Borstvoeding: het belang van goed aanleggen;
- Bij het aanleggen laat je het hoofdje goed vrij zodat ze haar hoofd achterover kan buigen voordat ze de borst pakt. Laat niemand het hoofdje pakken en op de borst duwen, dat veroorzaakt een soort ‘mond-dicht’ reflex. Als ze het hoofd achterover buigt veroorzaakt dat daarentegen een soort ‘mond-open’ reflex;
- Leg haar zo in je armen dat ze een beetje moet reiken voordat ze borst kan pakken. Dit stimuleert haar om de mond goed wijd open te doen, en de tong daarbij uit te steken. Dus: haar neusje tegenover de tepel, dan moet ze haar hoofd wat naar achteren buigen, haar mond open doen, tong uitsteken, en dan breng je haar snel (maar niet hardhandig) naar de borst;
- Als ze goed heeft gehapt, dan is de mond wijd open, zijn de lipjes naar buiten gekruld, en ligt de tong over de onderkaak heen, onder de tepelhof. De tepel en een flink deel van de tepelhof verdwijnen in het mondje, en het doet geen pijn;
- Als ze aan de borst drinkt, schuif dan voorzichtig haar onderlipje opzij, dan kun je zien of het tongetje onder de tepelhof zit. Mocht dit niet zo zijn, dan haal je haar van de borst en begin je opnieuw;
- Je kunt haar stimuleren de tong uit te steken door het voor te doen. Het klinkt raar, maar baby’s doen het na! Ook kun je haar aanmoedigen. Ook dat helpt. Aan jouw stem horen ze wat de bedoeling is;
- Mocht je het idee hebben dat ze haar tong iedere keer verkeerd doet, bijvoorbeeld iedere keer omhoog krult, dan zou ze zuigtraining nodig hebben. Het is niet verstandig om daarmee zelf te gaan experimenteren, je kunt dan het beste een expert erbij halen: een lactatiekundige dus;
- Vermijd flessespenen, fopspenen en ‘pinken’.
Ook van dat laatste -het laten zuigen op de pink of een andere vinger – kunnen baby’s in de war raken. Dat gebeurt met name als de vinger niet diep genoeg in het mondje gaat.
Als een baby aan de borst na een tijdje aan de borst tegenstribbelt kun je het volgende doen om haar te stimuleren om wat langer aan de borst te drinken
- Probeer met massage of tepelstimulatie voordat je haar aanlegt alvast de toeschietreflex op te wekken;
- Borstcompressie: als ze wat gedronken heeft emn je merkt dat de melktoevloed wat minder snel gaat, dan kun je een handje helpen door zachtjes de borst in de hand te nemen en zachtjes wat te drukken, een masserende beweging naar de tepel toe. (Doe vooral voorzichtig!). Hiermee krijgt ze meer melk binnen. Bijkomend voordeel is dat de melkproduktie wordt gestimuleerd;
- Als de tepel-speenverwarring langer dan een paar dagen duurt, begin dan met kolven;
- Als ze heeft gedronken aan de borst, en laat los en gaat aan de borst stribbelen, kun je beter stoppen. Je kunt dan de andere borst aanbieden en als dat ook niet lukt, dan forceer je het niet. Je laat het rusten, kolft eventueel na, en probeert het na een tijdje weer.