
Hoe zie ik of hij goed drinkt

Hoeveel mag hij afvallen en moet hij groeien?

Tot dat je baby zijn geboortegewicht verdubbeld heeft zal hij per week tussen de 150 en ca. 220 gram aankomen. Meer mag ook, minder moet door je arts opgevolgd worden.
De groeigegevens kun je als je wilt bijhouden in een groeicurve die bijvoorbeeld bij het TNO te vinden zijn. Een curve is een hulpmiddel, kijk vooral ook naar je kindje.
Hoe veel en hoe vaak zal hij bij je drinken?
In het begin is het heel normaal als je kindje acht tot twaalf keer per dag wil drinken. Het ene kind is wat regelmatiger dan het ander, maar om de twee à drie uur -of nog vaker- is heel gewoon, zowel overdag als ’s nachts.
Sommige kindjes clusteren een tijdje, ze drinken dan in een paar uur heel vaak kleine beetjes.
De eerste borst geef je zolang je kind dat wil, daarna bied je hem ook de tweede borst. Als je kindje niet zelf geregeld komt om te drinken, maak hem dan na ongeveer drie uur voorzichtig wakker door hem onder zijn voetjes zacht te masseren of zachtjes heen en weer te rollen van de ene zijde op de andere. Als de groei er goed in zit en hij regelmatig zélf vraagt om een voeding, hoef je ‘m niet meer wakker te maken.
Naarmate kinderen ouder worden zullen er kinderen zijn die minder vaak op een dag drinken. Maar vaak drinken is niet erg en niet ongewoon. Het is prima en vooral goed voor het in stand houden van je productie. Niet elke keer aan de borst is een voeding, soms is het een troosthapje of een snack, ook dat is prima.
Hongersignalen en voeden op verzoek

Daarna is er voor je kleintje nog maar één hongersignaal, nu kan hij alleen nog maar huilen om te kennen te geven dat hij nu echt eten nodig heeft.
Kijk rustig naar je baby en leg hem aan zodra je het eerste of tweede hongersignaal ziet. Je zult zien dat het aanleggen dan meer vanzelfsprekend is dan op een later moment. Wacht dus niet tot zijn honger te groot is geworden, want dan is hij ongeduldig en dan is het lastiger om hem goed aan te leggen. Je baby aanleggen en voeden als hij dat vraagt, heeft nog een voordeel: je baby hoeft niet te huilen om aandacht te krijgen. Dat is fijn voor alle partijen.
Bij het voeden op verzoek bepaalt je baby wanneer hij drinkt en gevoed wordt. Dat is bevorderlijk voor een goede melkproductie en een succesvolle borstvoeding. Na verloop van tijd ontstaat vanzelf een patroon, een ritme dat jullie beiden goed bevalt. Na een paar maanden is het op de handjes zuigen is dan niet langer een voedingssignaal maar het ontdekken van zijn lichaam. De bewegingen in de slaap kunnen gewoon passen bij de REM-slaap, wacht dan heel even en kijk of de baby naar de diepe slaap overgaat.

De plasluiers
De eerste drie dagen plast je kindje maar weinig. Dat wordt steeds een beetje meer omdat hij meer gaat drinken. Dus met een dag of vijf zal je vier of vijf zware luiers vervangen. Aan het einde van de eerste week zijn er gemiddeld zes zware, natte luiers. De urine moet kleur- en geurloos zijn. Als je tijdens de bevalling een infuus hebt gehad kan het zijn dat je kindje tijdens de eerste dagen wel veel meer plast. Schrik dan ook niet als je kindje wat meer afvalt dan gemiddeld. Dat is het extra vocht dat uitgeplast wordt.
De poepluiers

De eerste drie dagen is de poep meestal groen/zwart en plakkerig. Deze poep heeft meconium. Daarna wordt het lichter van kleur en geliger, zachter/zalvend of soms zelfs wat waterig.
Aan het eind van de eerste week produceert je kind drie tot vier keer per dag een luier met een plakje gele, zachte poep. Over de periode daarna valt weinig te zeggen, ieder kind ontwikkelt zo zijn eigen ontlastingspatroon. Normaal is dat een baby tot de leeftijd van zes tot acht weken elke dag ontlasting heeft, later kan het minderen. Het kan dan variëren van vaak poepen tot heel weinig, soms maar één keer in de tien tot veertien dagen. Alles is goed zolang je kind zich goed ontwikkelt, goed groeit en er geen last van heeft.
Hier lees je alles over het ontlastingspatroon van borstgevoede baby’s.
Gele vlaggen (extra aandacht maar nog geen alarm)
In Nederland wordt door de kraamzorg, de verloskundige of de verpleegkundige in het ziekenhuis het gewichtsverloop in de eerste dagen goed in de gaten gehouden.
- je kind meer dan zeven procent gewicht verliest
- hij na de derde dag nog steeds afvalt;
- de eerste zwarte ontlasting blijft komen, ook na dag vier;
- je kind minder dan drie keer per dag poept;
- hij na de vierde dag niet minstens zes kletsnatte luiers heeft;
- je hem niet hoort slikken tijdens het voeden;
- je kind zich niet lekker voelt: onrustig, geïrriteerd, slaperig en weigerachtig met het voeden;
- je baby niet aankomt na de vijfde dag;
- hij niet terug is op zijn geboortegewicht aan het einde van de tweede week;
- je pijn hebt bij het voeden die niet weg gaat of minder wordt;
- je stuwing hebt die niet minder is na het voeden;
- je een tepelhoedje gebruikt;
- je geen verschil aan je borsten merkt in omvang of gewicht rond de vijfde dag na de bevalling;
- of als je geen verandering ziet in de melkhoeveelheid en/of samenstelling.
Borstvoeding geven kan best wennen zijn maar zoek hulp als het na de eerste paar dagen pijnlijk is of niet makkelijker gaat. Zie hieronder
Lees ook
- Het Nieuwe Borstvoeding Boek, Stefan Kleintjes, lactatiekundige Groningen-Bedum & Gonneke van Veldhuizen-Staas.
- Ontlastingspatroon van borstgevoede baby’s
- Lactatiekundigen in Nederland
- Lactatiekundigen in België
Herziene versie: 30-01-2023