Hoeveel moedermelk drinkt een kind per etmaal?

Geef je borstvoeding? Dan weet je niet hoeveel moedermelk je kind per etmaal drinkt. Dat geeft niet want er is in de normale situatie ook geen reden dat je dit moet weten. Maar in sommige situaties kan het handig of interessant zijn om dit toch te weten. Dit artikel geeft een indruk van de hoeveelheid moedermelk die gezonde kinderen van gezonde moeders per etmaal drinken.

Het eerste jaar

Er is redelijk wat onderzoek uitgevoerd naar de hoeveelheid moedermelk die kinderen per etmaal drinken gedurende hun eerste levensjaar.
De tabel hieronder geeft een indruk en maakt gebruik van de 5de, 25ste, 50ste, 75ste en 95ste percentiel. Het woord percentiel betekent zoiets als een honderdste. Gemiddeld genomen zullen er van de 100 kinderen 25 minder moedermelk per etmaal drinken dan de aangegeven waarde van de 25ste percentiel en vijf minder dan de aangegeven waarde bij de 5de percentiel. En zullen er 25 kinderen meer moedermelk drinken de aangegeven waarde bij de 75ste percentiel en drinken vijf kinderen meer als de aangegeven waarde bij de 95ste percentiel. Ook drinken de helft van de kinderen een hoeveelheid drinken dat tussen de 25ste en 75ste percentiel ligt. De 5de en 95ste percentielen zijn dus niet de minimum of maximum hoeveelheden!

r

Leeftijd
in
maanden
Hoeveelheid moedermelk per etmaal in milliliters
  P05 P25 P50 P75 P95
1 479 609 699 789 919
2 514 642 731 820 948
3 537 663 751 839 965
4 553 687 780 873 1007
5 564 701 796 891 1028
6 660 774 854 934 1048
7 258 442 567 696 876
8 45 264 417 570 789
9 88 329 497 665 907
10 307 534 691 848 1074
11 162 371 516 661 870
12 105 336 497 658 889

r

De waarden in deze tabel zijn gebaseerd op een samenvatting van verschillende onderzoeken naar de hoeveelheden moedermelk die kinderen per etmaal drinken [1]. De waardes voor kinderen van een tot zes maanden zijn gebaseerd op gegevens van kinderen in Westerse landen die uitsluitend borstvoeding kregen. De waardes voor kinderen van zes tot twaalf maanden zijn gebaseerd op gegevens van kinderen in Westerse landen die naast de borstvoeding ook andere voedingsmiddelen kregen. Dit is in lijn met de huidige WHO-aanbevelingen voor de voeding van baby’s en jonge kinderen.

De gegevens in deze tabel zijn afkomstig van meerdere onderzoeken op diverse groepen kinderen. Daarom zijn er soms opvallend grote verschillen zichtbaar. Bij tien maanden is dat goed te zien. Het zijn dus cijfers die een indruk geven en die niet te exact genomen moeten worden.
De waarden voor kinderen ouder dan zes maanden geven overigens de hoeveelheden moedermelk weer die gedronken worden door zowel kinderen die bij hun moeders die nog volop borstvoeding nemen als kinderen die de borstvoeding bij hun moeder bijna volledig hebben afgebouwd.

Na de eerste en tweede verjaardag

Er is minder onderzoek uitgevoerd naar de hoeveelheid moedermelk die kinderen ouder dan twaalf maanden drinken. De onderzoeken die er zijn, laten zien dat de gemiddelde innames van verschillende groepen kinderen van 12 tot 23 maanden variëren tussen 100ml en 700ml per etmaal [2,3,4,5].

Weinig onderzoeken zijn beschikbaar over de hoeveelheden moedermelk die kinderen per etmaal na hun tweede verjaardag drinken. Beschikbare onderzoeken zijn vaak in derde wereld in de jaren zestig van de vorige eeuw uitgevoerd en ze gebruiken heel andere methoden dan nu gebruikelijk zijn.
Ze laten zien dat kinderen die borstvoeding krijgen na de tweede verjaardag vaak tussen de 150ml en 500ml moedermelk per etmaal drinken [2].

Na de eerste verjaardag is het dus moeilijk om aan te geven hoeveel moedermelk kinderen gemiddeld genomen aan de borst drinken. Het is alleen duidelijk dat er grote verschillen zijn.

Verschillen in hoeveelheden

Misschien ken je het woord percentiel ook ergens anders van. Percentielen worden ook bij groeicurves en de groeistandaarden van de WHO gebruikt. Het is echter niet zo dat een kind dat qua groei op een bepaalde percentiel van de groeistandaard of groeicurve zit, óók op diezelfde percentiel qua moedermelkinname zit.
De hoeveelheid melk die een bepaald kind nodig heeft, hangt af van veel verschillende factoren. Zo kan een kind die regelmatig ziek is, meer moedermelk drinken om goed te groeien dan een kind dat niet snel ziek wordt.

De onderlinge verschillen tussen diverse moeder-kind paren zijn groot. Zo laten sommige onderzoeken zien dat jongens meer drinken dan meisjes en dat kinderen die bij de geboorte zwaarder zijn, meer moedermelk drinken dan kinderen die lichter zijn. Maar het gedrag van de moeder en kind kunnen de moedermelkinname ook beïnvloeden. Zo drinkt een kind ouder dan zes maanden die geen of heel weinig bijvoeding krijgt, gemiddeld meer moedermelk dan een kind die meer bijvoeding eet of wiens moeder de borstvoeding actief afbouwt. Ook drinken kinderen die vaker aan de borst drinken gemiddeld genomen meer moedermelk dan kinderen die minder vaak aan de borst drinken.

Hoeveel heeft je kind nodig?

Behalve in sommige situaties zoals bij een ziekte, is het niet nodig om precies te weten hoeveel moedermelk je kind aan de borst drinkt. Je weet dat je kind voldoende drinkt als hij volgens de standaarden van de WHO goed groeit. Ook het aantal plasluiers geeft een indicatie van voldoende vochtinname. Op alle leeftijden hoop je te zien dat een kind voldoende plast om vier tot zes volle wegwerpluiers of kletsnatte wasbare luiers te maken. En als hij jonger is dan vier weken, hoop je te zien dat hij minimaal vier keer per etmaal poept. Daarna mag hij zolang hij uitsluitend borstvoeding krijgt tot veertien dagen tussen de poepluiers laten.

Als je kind bij een deel van de of zelfs bij alle voedingen afgekolfde moedermelk drinkt, kan je dit op verzoek geven. Je kind geeft dus aan hoeveel en hoe vaak hij drinkt.
De gegevens uit de tabel geven je een leidraad en het blijft belangrijk om naar je eigen kind en haar of zijn groei te kijken en niet zo zeer naar de hoeveelheden die hij of zij drinkt. Als je die hoeveelheid al zou kunnen bepalen, want je kan het niet zien en niet meten. Je borsten hebben nu eenmaal geen maatstreepjes!
Vertrouwen hebben in de eigen capaciteiten van je kind, weten dat een gezond kind perfect in staat is om aan te geven dat hij wil drinken, en hoeveel hij wil drinken, is de beste leidraad.

Alles afkolven of voor en na de voeding wegen

Als je kind niet optimaal groeit, krijg je nog wel eens het advies om tijdelijk met de borstvoeding te stoppen. In die zin: je voedt niet meer live en je kolft alle moedermelk af en geeft deze aan je kind te drinken met een beker of zuigfles.
Sommigen menen dat dit een goede methode is om te bepalen hoeveel melk een kind drinkt en zijn moeder produceert. Maar, als je alle moedermelk afkolft, weet je hoeveel moedermelk je met een bepaalde kolf kan afkolven als je onder druk staat om een prestatie te leveren in een periode dat het met je kind niet goed gaat. Ook ken je nu de hoeveelheid moedermelk die je kind uit een bepaalde beker of zuigfles drinkt als hij onder spanning staat, terwijl hij de borst moet missen en mogelijk ziek is.
Je weet dus niet hoeveel moedermelk je in staat bent om te maken als je kind daadwerkelijk aan de borst drinkt. Bijkomend nadeel is dat je kind, na deze periode van het niet-drinken aan de borst, moeite kan hebben om weer goed aan de borst te drinken. Hij kan nu zelfs de borst weigeren.

Soms krijg je het advies om je kind voor en na de voeding te wegen om erachter te komen hoeveel moedermelk hij drinkt. Het is een gebruikelijke methode bij wetenschappelijke onderzoek naar de hoeveelheden moedermelk die kinderen drinken. Hij is echter weinig nauwkeurig in de thuissituatie of tussen de bedrijven door op een kraam- of kinderafdeling van een ziekenhuis. Het wegen van het kind kan hem storen waardoor hij minder goed aan de borst drinkt en het kan bij de moeder spanning veroorzaken, waardoor de melk moeilijk toeschiet. Het extra werk van het wegen en gegevens bijhouden kan er toe leiden dat de moeder voedingsmomenten onbewust uitstelt of overslaat. Deze aspecten maken het moeilijker om een goed beeld van de melkinname van het kind te beoordelen.

Maar in sommige situaties is het medisch noodzakelijk om te meten hoeveel moedermelk een kind aan de borst drinkt. In dit geval, is het belangrijk om de inname per etmaal en niet per voeding te beoordelen. Het liefst meet je de inname over een periode van 48 uur of langer.
Weeg je je kind voor en na elke voeding? Dan is het belangrijk dat je het hele etmaal en op elke moment beschikking hebt over de weegschaal en dat deze weegschaal tot twee gram nauwkeurig is. Veel babyweegschalen, ook in ziekenhuizen en bij CB’s en kraamzorginstellingen zijn minder nauwkeurig en dus niet geschikt om te bepalen hoeveel een kind gedronken heeft.

Maar hoeveel moet er in de fles of het kopje?

Mogelijk lees je dit artikel omdat je wilt weten hoeveel moedermelk je kind mag of moet drinken als je hem niet live aan de borst kunt voeden. Helaas hebben we geen pasklaar antwoord voor je.
Als je met je kind gaat oefenen om hem te leren hoe hij uit een zuigfles of kopje kan drinken, oefen je waarschijnlijk met kleine hoeveelheden. Vaak is 20ml of 30ml moedermelk per keer voldoende. Daarna kan je kind de voeding aan de borst eventueel ‘afmaken’.

Als je kind gekolfde melk drinkt omdat je niet bij hem kan zijn, dan laat je ook de oppas kleine hoeveelheden aanbieden. Zo voorkom je dat je melk verspild wordt. Als je kind bij de oppas een duidelijk voorkeur heeft voor een bepaalde hoeveelheid moedermelk per voeding, kan je de oppas vragen om deze hoeveelheid aan te bieden. In de praktijk drinken veel kinderen tussen de 90ml en de 150ml gekolfde moedermelk per voeding. Maar sommige kinderen drinken meer en anderen drinken nauwelijks gekolfde moedermelk; zij wachten liever totdat mama terugkomt en ze aan de borst kunnen drinken.

Lees ook

Literatuur

Copyright

© | Op dit artikel rust copyright | StefanKleintjes |

Hier uw advertentie?

Neem vrijblijvend contact met ons op voor de mogelijkheden

Gerelateerde artikelen