Nadenken over anticonceptie is waarschijnlijk niet het eerste waar je mee bezig bent na een zwangerschap en bevalling. Het geven van borstvoeding kan het op gang komen van je menstruatiecyclus vertragen of tijdelijk stopzetten, maar zodra je cyclus weer op gang komt neemt ook je vruchtbaarheid toe. Het op gang komen van je cyclus is af te lezen aan verschillende signalen van je lichaam. Omdat hormonale anticonceptie niet altijd te combineren is met borstvoeding, duiken we in dit artikel in de hormoonvrije vormen van anticonceptie. Want anticonceptiemethoden die hormonen bevatten, beïnvloeden je hormoonlevels in je lichaam met alle mogelijke nadelige gevolgen voor je borstvoeding.
Borstvoeding als anticonceptie: de LAM-methode
Het is inderdaad zo dat borstvoeding kan dienen als anticonceptiemethode, dat wil zeggen dat het voeden van je kind aan de borst ervoor kan zorgen dat er geen eicel gerijpt wordt, waardoor er geen bevruchting plaats kan vinden. Voorwaarde is hierbij dat je je kind uitsluitend aan de borst voedt en dat je voldoet aan een aantal andere voorwaarden. We citeren hierbij uit Borstvoeding en anticonceptie.
- Je geeft volledige borstvoeding: je baby krijgt op verzoek de borst (dus niet op vaste tijden), dag én nacht, met tussenpozen van niet meer dan vier uur overdag en niet meer dan vijf uur ’s nachts. Kolven is niet gelijk aan een voeding aan de borst, aangezien de zuigreflex essentieel is voor de juiste hormoonbalans, en dus bescherming.
- Je baby krijgt geen bijvoeding, behalve eventueel vitaminen. Bijvoeding leidt tot minder lang drinken aan de borst, tot lagere prolactinespiegels en dus grotere kans op een eisprong.
- Wanneer je na meer dan acht weken (of 56 dagen) na de bevalling bloedverlies hebt, is de kans op bevruchting toegenomen en moet een aanvullende methode worden toegepast.
- Je bent nog niet ongesteld geworden.
Na zes maanden is de kans op zwangerschap toegenomen; dan wordt sowieso een aanvullende methode geadviseerd. Zie Borstvoeding en vruchtbaarheid op deze site. Vanaf dat moment, maar ook al tijdens de eerste zes maanden kan het heel fijn zijn verschillende signalen van vruchtbaarheid te herkennen, zodat je het opmerkt zodra je cyclus weer op gang komt.
Hormoonvrije anticonceptie
Als je je kind niet uitsluitend voedt aan de borst en je zoekt een aanvullende methode, dan zijn barrièremethoden altijd geschikt, zoals het condoom. Over de veiligheid van de pil en vergelijkbare opties, zie hier in het artikel Borstvoeding en vruchtbaarheid.
Een andere vorm is ‘natuurlijke anticonceptie’ ofwel de cyclusmethoden. Natuurlijke anticonceptie is een parapluterm waaronder verschillende methoden van hormoonvrije anticonceptie worden geschaard, waarbij steeds uit wordt gegaan van het vermijden van (onbeschermd) seksueel contact tijdens de vruchtbare periode van de vrouw. Binnen de natuurlijke anticonceptie, kunnen we twee vormen onderscheiden: de kalender- of ritmemethode en de symptoom-temperatuurmethode, die helaas vaak verward worden.
De kalender- of ritmemethode
Deze methode is in het verleden erg veel gebruikt door (religieuze) vrouwen als natuurlijke geboorteregeling. Hierbij wordt op een kalender bijgehouden wanneer de menstruatie plaatsvindt, waarop een berekening wordt gemaakt wanneer de volgende eisprong en menstruatie plaats zullen vinden. Op deze manier wordt uitgerekend wanneer de vruchtbare periode van de vrouw zal zijn, waarop de keuze kan worden gemaakt dan geen seksueel contact te hebben (of een barrièremiddel te gebruiken). Deze berekening kan echter alleen kloppen wanneer de cyclus zeer regelmatig is, bijvoorbeeld altijd 28 dagen lang met de eisprong op de 14e dag. Het komt heel vaak voor dat de cyclus de ene maand iets (of veel) langer is dan de andere maand: door stress, ziekte, reizen of andere externe factoren kan de eisprong verlaat worden, waardoor de hele cyclus langer wordt. De berekening van de vruchtbare periode zou hierdoor niet meer kloppen en de methode niet meer werken.
Als tijdens of na de borstvoedingsperiode je menstruatiecyclus weer op gang komt, is het ook lastig om uit te rekenen wanneer de volgende eisprong (vruchtbare periode) plaats zal vinden. Dat je een keer menstrueert, hoeft niet te betekenen dat de cyclus weer volledig op gang is gekomen en deze meteen regelmatig is. Ook in combinatie met borstvoeding, is deze methode dus niet aan te raden.
Symptoom-temperatuurmethode of Fertility Awareness Method
Sommige vrouwen hebben een erg regelmatige cyclus, anderen een zeer onregelmatige. Als je cyclus een tijd helemaal weg is geweest, zoals tijdens de zwangerschap en borstvoeding (maar ook tijdens het gebruik van bijvoorbeeld de pil), kan het op gang komen ‘met horten en stoten’ gaan. Zo kun je weer ongesteld worden, vervolgens weer een paar maanden niet, en dan opeens weer wel. Je lichaam weet precies wat het doet, maar heeft door de veranderende hormoonlevels even tijd nodig om weer regelmaat aan te brengen in je cyclus.
Als je wacht tot je weer voor het eerst menstrueert en jezelf vanaf dat moment weer als vruchtbaar beschouwt, ben je eigenlijk te laat: je eisprong vindt plaats vóór je menstruatie, dus het is fijn als je de eerste eisprong van tevoren kunt zien aankomen.
Terwijl je cyclus weer op gang komt, veranderen er een aantal dingen in je lichaam. Als je deze signalen van je lichaam leert lezen, weet je wanneer eisprong nadert dan wel plaatsvindt en dus wanneer je vruchtbaar bent. Het leren lezen van deze signalen vormt de basis van deze vorm van anticonceptie.
Wat deze vorm van anticonceptie fundamenteel anders maakt dan de kalendermethode, is dat je geen berekeningen maakt of aannames doet over wanneer je vruchtbaar gaat zijn. In plaats daarvan lees je iedere cyclus opnieuw de signalen van je lichaam om hier vervolgens uit te concluderen wanneer je vruchtbaar bent en wanneer niet. Er zijn twee hoofdsignalen waar je op kunt letten, en er is een optioneel derde signaal.
Signaal 1: Lichaamstemperatuur
Het eerste signaal wat je in kaart kunt brengen, is je lichaamstemperatuur. Als je eisprong heeft plaatsgevonden, stijgt deze een beetje (genoeg om duidelijk waar te nemen). ’s Nachts en direct na het wakker worden is je lichaamstemperatuur het meest stabiel. Voor een betrouwbaar resultaat is het daarom aan te raden je temperatuur iedere dag direct na het wakker worden te meten, rond dezelfde tijd, vóór je hebt gegeten, gedronken of veel gepraat.
Voor het meten kun je een standaard (digitale) thermometer van de drogist gebruiken of een ovulatie-thermometer. Beide zijn betrouwbaar. Het meten doe je in de mond of onder je tong. Als je gedurende de hele cyclus dagelijks je temperatuur meet, kun je zien dat deze je cyclus in twee fasen verdeelt.
Van je menstruatie (het begin van je cyclus) tot je ovulatie is de temperatuur laag, vanaf de ovulatie tot de menstruatie is de temperatuur hoger (zie afbeelding 1)
Afbeelding 1: Voorbeeld van de temperatuurstijging na ovulatie. Bron1.
Het kan lastig zijn je temperatuur iedere dag op dezelfde tijd te meten, zeker als je kinderen hebt. Maak je hier geen zorgen over; probeer zo consistent mogelijk te zijn en je zal merken dat je vanzelf een patroon gaat ontdekken. Omdat het maanden tot soms meer dan een jaar of zelfs anderhalf kan duren voor de eerste eisprong plaatsvindt na de zwangerschap, kan het fijn zijn pas met het meten van de temperatuur beginnen zodra je aan je vaginale afscheiding merkt dat er een eicel wordt gerijpt.
Signaal 2: Afscheiding (baarmoederslijm)
Het tweede signaal wat je in kaart kunt brengen is je vaginale afscheiding (baarmoederslijm). Vanaf ongeveer zes weken na de zwangerschap kan dit in kaart gebracht worden, als de kraamvloed oftewel lochia gestopt is. De vaginale afscheiding is het belangrijkste signaal van deze methode van anticonceptie, omdat het je van tevoren vertelt dat je ovulatie nadert. Je lichaamstemperatuur stijgt pas na ovulatie en is daarom een fijne bevestiging dat je ovulatie heeft plaatsgevonden. Maar als je niet zwanger wilt worden (of juist wel), is het fijn om van tevoren te weten dat je ovulatie nadert.
Vanaf de eerste dag van je cyclus (de eerste dag van je menstruatie), wordt er een eicel gerijpt. Dit rijpingsproces duurt ongeveer twee weken, maar kan langer duren als je je kind aan de borst voedt. De eerste eicel die wordt gerijpt na de zwangerschap, kan er veel langer over doen dan ‘normaal’. Terwijl de eicel wordt gerijpt, verandert het klimaat in je baarmoeder en vagina. Als je niet vruchtbaar bent, is het klimaat hier vrij zuur. In een zuur klimaat kunnen zowel eicellen als spermacellen niet overleven, dus naarmate de ovulatie dichterbij komt, wordt er afscheiding geproduceerd die het klimaat minder zuur maakt. In deze afscheiding is een opbouw te zien, van niet-vruchtbare naar vruchtbare afscheiding.
Als je na de zwangerschap verschillende types afscheiding begint op te merken, weet je dat je lichaam bezig is met het rijpen van een eicel.
Type 1: Plakkerige afscheiding
Zodra je menstruatie gestopt is, kun je op je afscheiding gaan letten. De eerste afscheiding die je ziet, is meestal plakkerig. Kenmerkend aan dit type is dat het ‘niet nat’ is, het bevat weinig vocht. Vaak zijn het enkel een paar veegjes in je onderbroek. Dit type is niet vruchtbaar.
Afbeelding 2: Voorbeeld van type 1: plakkerige afscheiding. Bron2.
Type 2: Crème-afscheiding
Op een gegeven moment (vaak na een aantal dagen) is er een opvallende verandering op te merken in je afscheiding: het wordt natter. Dit type wordt ‘crème’ genoemd, omdat het vaak wit is en een gladde structuur heeft. Het is niet zozeer meer plakkerig en ook niet glibberig, het is vooral ‘nat en wit’.
Dit type betekent dat je eisprong dichterbij komt: vanaf het moment dat je dit type afscheiding hebt opgemerkt, is het verstandig jezelf als vruchtbaar te beschouwen. Je ovulatie kan nog wel enkele dagen (of een week) duren, maar hij nadert wel.
Afbeelding 3: Voorbeeld van type 2: crème-afscheiding. Bron3.
Type 3: rauw eiwit
Na het crème-type volgt er op een gegeven moment het derde type afscheiding. Kenmerkend voor dit type is dat het transparant en heel nat is. Het kan glibberig of rekbaar zijn, maar ook waterig. Deze afscheiding is dus niet meer wit, zoals de vorige typen. Dit type betekent dat je zeer vruchtbaar bent.
Afbeelding 4: Voorbeeld van type 3: waterige afscheiding. Bron4.
Afscheiding heeft, naast het aankondigen van de eisprong, nog een andere functie: het voedt spermacellen.
Hoe vruchtbaarder de afscheiding is, hoe meer suikers erin zitten en hoe beter het spermacellen kan voeden. Het al dan niet aanwezig zijn van (vruchtbare) afscheiding in je vagina en baarmoeder bepaalt de levensduur van spermacellen. Als er geen (vruchtbare) afscheiding is, leven spermacellen maximaal een paar uur. Is er wel vruchtbare afscheiding aanwezig, dan kunnen ze wel drie dagen overleven.
Afbeelding 5: Voorbeeld van type 3: glibberige, rekbare ‘rauw eiwit’ afscheiding. Bron5.
Vanaf het moment dat de afscheiding vruchtbaarder (type 2: crème) wordt, is het klimaat vruchtbaar genoeg voor spermacellen om te overleven en raden we je dus aan een barrièremethode (of periodieke onthouding) te gebruiken als je zwangerschap wilt voorkomen. Zodra de ovulatie heeft plaatsgevonden (dit is zichtbaar door de stijging van de lichaamstemperatuur), droogt de vruchtbare afscheiding binnen enkele dagen op en is er over het algemeen vrij weinig afscheiding waar te nemen tot (vlak voor) de menstruatie.
Afscheiding kun je zien in je ondergoed of op het toiletpapier. Ook kun je het inwendig voelen. Lees daar meer over bij signaal 3. We raden je aan een paar keer per dag op je afscheiding te letten, dit is heel gemakkelijk te combineren met je toiletbezoeken.
Als je net begint met afscheiding ‘lezen’ is het soms lastig de verschillende types te onderscheiden, maar dit wordt vanzelf duidelijk. In het boek ‘Taking Charge of Your Fertility’ van Toni Weschler (Zie bij bronnen) staat meer uitleg over de verschillende types en deze methode van natuurlijke anticonceptie. Met behulp van zoekmachines en filmpjes op internet kun je genoeg visuele voorbeelden vinden van de verschillende types. Dit kan je helpen beter te leren lezen met welk type afscheiding je te maken hebt.
Signaal 3 (optioneel): Baarmoedermond
Het derde signaal dat je in kaart kunt brengen, is de stand van de baarmoedermond. Dit is een optioneel signaal, omdat de temperatuur en afscheiding samen genoeg basisinformatie geven om je vruchtbare dagen in kaart te brengen.
Dit derde signaal kun je in kaart brengen om een extra bevestiging te hebben van je waarnemingen. De stand van je baarmoedermond verandert door de cyclus heen: op de niet-vruchtbare dagen is hij vrij stevig en gesloten en naarmate je vruchtbaarheid toeneemt en je eisprong nadert, wordt hij zachter en opener.
Afbeelding 6: De baarmoedermond (cervix) is voelbaar als een kleine ‘donut’. Bron6.
Ook verandert de positie: op je niet-vruchtbare dagen zit hij vrij laag in je vagina, naarmate de vruchtbaarheid toeneemt trekt hij omhoog. De vaginale afscheiding komt via de baarmoedermond je vagina in, dus rond de opening van de baarmoedermond kun je vaak ook goed de afscheiding waarnemen. Je baarmoedermond is voelbaar aan de ‘achterwand’ van de vagina en gemakkelijk met je vingers te bereiken. Dit signaal kan je in kaart brengen vanaf ongeveer zes weken na je zwangerschap.
Afbeelding 7: De verschillende posities en kenmerken van de baarmoedermond tijdens de verschillende fasen van de cyclus. Bron7.
Hoe lang ben ik vruchtbaar?
Een eicel leeft maximaal 24 uur. Als vrouw ben je dus maar één dag per maand vruchtbaar. Deze periode wordt verlengd omdat een man altijd vruchtbaar is en spermacellen een tijdje kunnen overleven in je baarmoeder (zoals eerder genoemd). In een vruchtbaar klimaat kunnen spermacellen wel drie dagen overleven, en ‘wachten’ tot de eicel springt.
Als je bevruchting wilt voorkomen, is het verstandig de 3 (+2 voor de veiligheid) dagen voor de eisprong geen onbeschermd seksueel contact te hebben. Omdat je van tevoren echter nooit de exacte dag weet waarop je eisprong plaats zal vinden, beschouw je jezelf als vruchtbaar vanaf de eerste crème-afscheiding (natte afscheiding) die je waarneemt.
Soms worden er twee eicellen gerijpt, in plaats van één. De tweede eisprong vindt dan altijd plaats binnen 24 uur na de eerste eisprong. Dit betekent dat je vanaf de eerste eisprong nog maximaal drie dagen vruchtbaar bent: eicel 1 leeft maximaal 24 uur + tussenperiode van maximaal 24 uur + eicel 2 leeft maximaal 24 uur = 3 dagen. Wederom geldt hier dat je nooit het exacte moment weet wanneer de eisprong heeft plaatsgevonden. Vanaf de stijging van de temperatuur (na ovulatie) tel je drie vruchtbare dagen + 2 voor de zekerheid. Daarna ben je niet meer vruchtbaar, tot en met de eerste drie dagen van je menstruatie.
Persoonlijke signalen
Als je een tijdje bezig bent met het in kaart brengen van je cyclus en hierdoor bewuster met je cyclus leeft, zal je merken dat er naast de hoofdsignalen (die universeel zijn) ook nog persoonlijke signalen zijn die iedere maand terugkeren. Zo kan het zijn dat je altijd last hebt van je onderrug rond je eisprong, dat je last krijgt van puistjes rond je menstruatie of meer eetlust de week voor je menstruatie. Dit zijn drie willekeurige voorbeelden, je lichaam geeft je de hele maand door honderden grote en kleine berichten over de voortgang van je cyclus: een rijke bron van informatie!
Verdere informatie
Alle signalen die af te lezen zijn aan onze lichamen, kun je bijhouden op papier of digitaal. Via de website van Taking Charge of Your Fertility zijn schema’s hiervoor te vinden. Je kunt op ieder moment beginnen met het in kaart brengen van je cyclus, maar dit is pas te gebruiken als anticonceptie zodra je zelf vertrouwen hebt in je eigen waarnemingen. Dit kan wel enkele maanden duren.
- Voor meer uitgebreide informatie over de symptoom-temperatuurmethode van anticonceptie of juist voor conceptie, is het boek Taking Charge of Your Fertility een absolute aanrader.
- Voor een heldere uitleg van specifieke aspecten van de methode, is FemmeHead een aanrader.