Bij anticonceptie denken de meeste mensen meteen aan ‘de pil’. Dat is niet gek, in 2008 gebruikte 40% van alle vrouwen van 18-45 jaar in Nederland een anticonceptiepil. Dit percentage neemt af; ten gunste van het hormoonspiraaltje (8% in 2008). Daarnaast kiest 10% van de vrouwen (vooral vrouwen die ouder zijn dan 35) voor sterilisatie van zichzelf of de partner en gebruikt 9% condooms. De rest van de vrouwen gebruikt geen anticonceptie. De helft van hen, zo’n 15%, heeft daar goede redenen voor: ofwel omdat ze zwanger zijn of willen worden (7%) ofwel omdat ze geen kinderen (meer) kunnen krijgen.
Inhoudsopgave
Is anticonceptie nodig als je borstvoeding geeft?
De ‘barrièremiddelen’ kunnen altijd goed met borstvoeding
Natuurlijke methoden
De Lactatie-Amenorroe Methode (LAM)
De gewone (combinatie)pil wordt meestal afgeraden
Anticonceptie op basis van uitsluitend progestageen is in principe veilig
Spiraaltjes: in de baarmoeder
Samenvatting en conclusie
Bron
Lees ook
Is anticonceptie nodig als je borstvoeding geeft?
Is het geven van borstvoeding een betrouwbaar anticonceptiemiddel? Immers, bij sommige vrouwen blijft de cyclus langere tijd weg. Als je aan bepaalde voorwaarden voldoet, zie onder LAM-methode, is het betrouwbaar (98%). Maar er zijn nog veel meer anticonceptie-opties die samen kunnen gaan met borstvoeding.
Zie ook Borstvoeding en vruchtbaarheid.
De ‘barrièremiddelen’ kunnen altijd goed met borstvoeding
Middelen die bevruchting voorkomen omdat zij de doorgang van de zaadcellen naar de baarmoeder verhinderen worden barrièremiddelen genoemd. Deze middelen kun je zonder bezwaar gebruikten als je borstvoeding geeft. Je kunt ze ook met zaaddodende pasta combineren.
Condooms
Het bekendste barrièremiddel is het condoom, tevens het enige voorbehoedsmiddel dat bescherming biedt tegen seksueel overdraagbare aandoeningen. Het bekendst is het mannencondoom, maar er bestaat ook een vrouwencondoom.
Pessarium en portiokapje
Het pessarium wordt ook wel diafragma of pessarium occlusivum genoemd. Deze wordt door de arts aangemeten en je brengt dat voor de geslachtsgemeenschap in in je vagina. Het portiokapje (Femcap®) wordt op de baarmoedermond geplaatst. In tegenstelling tot het pessarium hoeft het portiokapje niet aangemeten te worden.
Natuurlijke methoden
Er bestaan ook ‘natuurlijke methoden van anticonceptie’ waarbij je bepaalt wat je vruchtbare periodes zijn. In die periodes heb je dan geen seks of alleen seks met condoom. Dit zijn in zekere zin de modernere vormen van ‘periodieke onthouding’.
Per cyclus zijn er in principe zes dagen waarop je zwanger kunt worden: de dag van je eisprong en vijf dagen ervoor. Het is lastig om exact te bepalen welke dagen dat zijn. De bedoeling is dat je kijkt naar een aantal lichamelijke veranderingen van baarmoederslijmvlies, baarmoedermond, aantal en soorten hormonen in ochtendurine en ochtendtemperatuur. Aan de hand van deze veranderingen kun je je veilige periode vaststellen.
Ook apparaatjes zoals de Persona® die op basis van ingevoerde gegevens en hormonen uit de ochtendurine werken vallen hieronder. Helaas is de Persona® niet bruikbaar in de borstvoedingsperiode in verband met een andere hormoonspiegel. De Sensiplan-methode® of NFP-methode, Natural Family Planning is wel bruikbaar in de borstvoedingsperiode omdat deze niet afhankelijk is van hormoonspiegels.
De Lactatie-Amenorroe Methode (LAM)
De lactatie-amenorroemethode is een methode waarbij je ‘volledige borstvoeding geven’ gebruikt voor anticonceptie. Je moet aan al deze voorwaarden voldoen
- Je geeft volledige borstvoeding: je baby krijgt op verzoek de borst (dus niet op vaste tijden), dag én nacht, met tussenpozen van niet meer dan vier uur overdag en niet meer dan vijf uur ‘s nachts. Kolven is niet gelijk aan een voeding aan de borst, aangezien de zuigreflex essentieel is voor de juiste hormoonbalans, en dus bescherming.
- Je baby krijgt geen bijvoeding, behalve eventueel vitaminen. Bijvoeding leidt tot minder lang drinken aan de borst, tot lagere prolactinespiegels en dus grotere kans op een eisprong.
- Wanneer je na meer dan acht weken (of 56 dagen) na de bevalling bloedverlies hebt, is de kans op bevruchting toegenomen en moet een aanvullende methode worden toegepast.
- Je bent nog niet ongesteld geworden.
- Na zes maanden is de kans op zwangerschap toegenomen; dan wordt sowieso een aanvullende methode geadviseerd. Zie Borstvoeding en vruchtbaarheid.
De gewone (combinatie)pil wordt meestal afgeraden
De meest voorgeschreven pil is de combinatiepil met progestageen en oestrogeen, bijvoorbeeld Microgynon 30®. Ook in de categorie ‘combinatiemiddelen’ vallen de vaginale ring (NuvaRing®) die je kunt inbrengen in de vagina en de anticonceptiepleiser (EVRA®) die je steeds gedurende een week op je huid moet plakken.
Deze combinatiemiddelen beschermen tegen zwangerschap omdat zij een eisprong verhinderen, het baarmoederhalsslijm taai maken waardoor het minder toegankelijk voor zaadcellen wordt en het baarmoederslijmvlies ongeschikt maken voor innesteling.
De World Health Organisation (WHO) adviseert de combinatiepil en de andere middelen uit deze groep niet te gebruiken in de borstvoedingsperiode, althans, niet in de eerste zes maanden. De oestrogenen in de combinatiepil beïnvloeden je melkproductie en de samenstelling van de moedermelk negatief. Een ander mogelijk bezwaar aan het slikken van oestrogenen tijdens het geven van borstvoeding is dat oestrogenen in geringe hoeveelheden in de moedermelk worden uitgescheiden en van invloed zouden kunnen zijn op de ontwikkeling van je baby.
De Nederlandse multidisciplinaire richtlijn borstvoeding (2012) stelt dat de onderzoeken te verdeeld zijn voor eenduidige conclusies: ‘Het is niet aangetoond dat gebruik van hormonale anticonceptie met een combinatie van oestrogeen en progestageen de groei van het kind benadeelt. Er zijn tegenstrijdige resultaten ten aanzien van de duur van de borstvoeding.’
De bijsluiter van Microgynon 30 formuleert het zo: ‘Het gebruik van Microgynon 30 wordt in het algemeen niet aangeraden zolang een vrouw borstvoeding geeft. Als u de pil toch wilt gebruiken terwijl u nog borstvoeding geeft, kunt u het beste contact opnemen met uw arts.’ Deze informatie is dus al met al verwarrend, waar doe je goed aan? Het is een dilemma en de voor-en nadelen moeten worden afgewogen. Alle hormonen die je slikt kunnen een invloed hebben op zaken als productie. Middelen zónder hormonen zijn daarom altijd veiliger voor de borstvoeding. Maar soms zijn er zwaarwegende redenen om toch voor een combinatiemiddel te kiezen. Het betekent niet gelijk dat je moet stoppen met borstvoeding.
Houd hierbij ook rekening met de leeftijd van je kind en het aantal voedingen. De WHO heeft bezwaar tegen het gebruik van combinatiemiddelen gedurende de eerste zes maanden waarin de baby exclusief borstvoeding drinkt. Hoe kleiner het aandeel moedermelk in het dagmenu van het kind, hoe minder zwaar de nadelen, zoals eventueel productieverlies wegen, aldus de WHO. Na zes maanden wordt dan ook gesteld door de WHO dat ‘de voordelen van het gebruik’ (de anticonceptie), doorgaans groter zijn dan de ‘theoretische of bewezen risico’s’ (productieverlies en negatieve invloed op groei van de baby).
Anticonceptie op basis van uitsluitend progestageen is in principe veilig
Gelukkig is iedereen het over anticonceptie op basis van uitsluitend progestageen wel redelijk eens. De Progestageen houdende middelen zijn in principe veilig te combineren met borstvoeding na zes weken na de bevalling. Deze middelen beschermen op dezelfde wijze tegen zwangerschap als de combinatiemiddelen; ze maken baarmoederhalsslijm taai en minder toegankelijk voor zaadcellen en maken baarmoederslijmvlies ongeschikt voor innesteling, maar ze remmen niet altijd de natuurlijke eisprong.
Er is geen negatief effect op de samenstelling van de moedermelk en zelden een negatief effect op de productie. Maar houd je productie wel goed in de gaten. Theoretisch zouden deze middelen moeten kunnen bij borstvoeding. Maar er zijn toch regelmatig berichten van borstvoedende moeders die een negatieve invloed op hun productie melden.
Oestrogeenvrije pil (minipil)
Als je borstvoeding geeft en je huisarts vraagt om anticonceptie, krijg je vaak de minipil voorgeschreven. De minipil (Cerazette® of Microlut®) is een anticonceptiepil met alleen een kleine dosis progestageen. De pil moet je dagelijks innemen zonder stopweek.
Prikpil
De prikpil (Depo-Provera®) lijkt op de minipil, alleen hoef je die niet te slikken maar wordt deze ‘pil’ elke drie maanden in een spier geïnjecteerd. Net als bij het hormoonspiraaltje verdwijnt bij sommige vrouwen de menstruatiebloeding.
Anticonceptiestaafje
Ook kan het hormoon progestageen via een klein kunststofstaafje bij jou onder de huid worden ingebracht. Het implantaat geeft geleidelijk het hormoon progestageen af in je bloed. De merknaam is Implanon®. Implanon werkt maximaal drie jaar en wordt dan onder plaatselijke verdoving verwijderd.
Spiraaltjes: in de baarmoeder
De twee typen spiraaltjes die bestaan, het hormoon- en het koperspiraaltje, zijn zeer verschillend. Beide typen worden door je huisarts of gynaecoloog in je baarmoeder ingebracht en kunnen vijf jaar blijven zitten. Het is een betrouwbare vorm van anticonceptie.
Hormoonspiraaltje
Het hormoonspiraaltje (Mirena®) valt onder hormonale methoden op basis van uitsluitend progestagenen, omdat het kunststof spiraaltje geleidelijk progestageen afgeeft, in een zeer lage dosis. Het hormoon doet zijn werk plaatselijk en daarom zijn kleine hoeveelheden voldoende. De hoeveelheid hormoon die in het bloed en dus in de rest van het lichaam komt, is zestig tot honderd maal minder dan bij de pil. Dit hormoon zorgt ervoor dat het slijm van je baarmoedermond nagenoeg ontoegankelijk wordt voor sperma, zodat er geen eicel wordt bevrucht. Ook kan er geen innesteling plaatsvinden in het baarmoederslijmvlies. Eén van de redenen waarom sommige vrouwen voor dit middel kiezen is dat de menstruaties, en ook de eventuele menstruatiepijn, nagenoeg wegblijven. Er zijn vrouwen die aangeven dat hun productie minder wordt sinds ze het hormoonspiraaltje gebruiken, dus als je moeite hebt om je productie op peil te houden kan je beter niet aan de Mirena beginnen. Als je merkt dat je productie na plaatsing terugloopt, zal je productie in principe weer op niveau moeten komen als je de Mirena gelijk laat verwijderen.
Koperspiraaltje
Het koperspiraal zorgt ervoor dat de zaadcellen die in je baarmoeder komen niet de eicel kunnen bevruchten en voorkomt innesteling van de bevruchte eicel in je baarmoederwand. Je behoudt je eigen cyclus, maar sommige vrouwen krijgen er heviger menstruaties van.
Samenvatting en conclusie
Niet gebruiken in combinatie met borstvoeding
- Persona® (niet betrouwbaar genoeg tijdens borstvoeding).
- Combinatiepil (eventueel wel na zes maanden).
- Vaginale ring (eventueel wel na zes maanden).
- Anticonceptiepleister (eventueel wel na zes maanden).
Wel gebruiken in combinatie met borstvoeding
- Alle overige vormen van anticonceptie zoals mannelijk en vrouwelijk condoom, pessarium en portiokapje.
- Voor de lactatie-amenorroemethode geldt: alleen in de eerste zes maanden, alleen bij volledige borstvoeding en totdat je ongesteld bent geworden, en niet van toepassing voor moeders die regelmatig kolven.
- Let op: voor prikpil, minipil en implantaat geldt: liever niet in de eerste zes weken na de bevalling en houd rekening met het risico op productievermindering.
- Ook spiraaltjes niet plaatsen in de eerste zes weken na de bevalling; de baarmoeder moet zich eerst goed herstellen. Specifiek voor het hormoonspiraaltje geldt: houd rekening met een kans op productievermindering.
- Nog niet eerder genoemd in dit artikel: steriliseren van één van beide partners. Rigoreus, definitief en 100% veilig voor de borstvoeding.
Bron
- WHO over anticonceptie
- Geboorteregeling in 2008, Arie de Graaf
- Richtlijn borstvoeding
- Folder anticonceptie
- NHG-Standaard Anticonceptie
- Sterilisatie bij de vrouw
Lees ook
- Borstvoeding en de relatie met je menstruatie
- Borstvoeding en vruchtbaarheid
- Gaan borstvoeding en IVF samen?