Te veel melk

Te veel melk produceren klinkt als een luxeprobleem maar kan vervelend zijn voor zowel jezelf als je kindje. In dit artikel leggen wij uit hoe je dit probleem herkent en wat je er aan zou kunnen doen.
Lees ook Hyperlactatie -Te Veel Melk- tijdens de borstvoedingperiode van Gonneke van Veldhuizen-Staas, lactatiekundige NLG.

Inhoudsopgave

Te veel melk: hoe merk je dat
Kruiden, voedings- en geneesmiddelen
Sterke toeschietreflex
Een borst per voeding
De tijd tussen de voedingen rekken
Als je melkproductie te hoog blijft
Als je melkproductie te laag lijkt te worden
Lees ook

Te veel melk: hoe merk je dat

Meestal merk je dat je te veel melk hebt omdat je bijvoorbeeld steeds volle gespannen borsten (stuwing) hebt en als je borsten na de voeding nog steeds vol aanvoelen of voortdurend lekken. Vaak verstopte melkkanaaltjes of terugkerende borstontstekingen kunnen ook wijzen op overproductie. Soms zie je dat je kindje onrustig drinkt, zich vaak verslikt, tijdens de voedingen melk uit zijn mondje laat lopen of veel spuugt. Mogelijk is hij na de voedingen onrustig en ontevreden en heeft hij darmkrampen of veel groene en/of schuimige ontlasting en/of spuitluiers. Het kan zijn dat hij heel veel of juist onvoldoende groeit.

Kruiden, voedings- en geneesmiddelen

Bepaalde kruiden, voedings- en geneesmiddelen verhogen de melkproductie. Soms leidt dit zelfs tot een overproductie. Venkel-, anijs-, fenegriek- of borstvoedingsthee waar deze kruiden in verwerkt zitten of andere kruiden of voedingsmiddelen ter stimulatie van de melkproductie kun je bij overproductie beter niet meer gebruiken.
Soms hebben bepaalde medicijnen een productieverhogende bijwerking, zoals bijvoorbeeld sommige medicatie tegen de misselijkheid. We raden aan om dan met je arts te bespreken of je dan een ander medicijn kunt gebruiken dat die bijwerking niet heeft. Meestal wordt je melkproductie weer normaal zodra je bepaalde kruiden, voedingsmiddelen of dat bepaalde geneesmiddel niet meer gebruikt.

Sterke toeschietreflex

Moeders die erg veel melk produceren, kunnen een sterke toeschietreflex hebben. Maar sommige moeders hebben een ‘normale’ productie en ook een heel sterke toeschietreflex. Als je melk aan het begin van de voeding te sterk toeschiet, merk je dat: je kindje gaat onrustig drinken of verslikt zich. En als je kindje de borst loslaat, spuit de melk soms in stralen uit je borst.
Heb je zo’n sterke toeschietreflex?

Om er voor te zorgen dat je kindje rustiger kan drinken aan de borst kun je overwegen om de toeschietreflex zelf op te wekken voordat je je kindje aanlegt. Bij sommige vrouwen gebeurt dit al spontaan als ze aan hun kindje, of het geven van borstvoeding denken. Als dit niet zo is, kun je bijvoorbeeld je borsten masseren of met de binnenkant van je vlakke hand rondjes draaien over je tepels. Als de melk dan toeschiet, vang je die op in een doekje of bakje.

Een voordeel hiervan kan zijn dat je de voedingen niet of minder vaak hoeft te onderbreken. Dit kan rustiger zijn voor je kindje, dat daardoor ook weer eens de ervaring krijgt dat hij niet hoeft te ‘vechten’ tegen de melkstroom.
Niet alle vrouwen kunnen handmatig de toeschietreflex opwekken, maar het is het proberen waard. Wellicht word je er na een poosje toch bedreven in.

Misschien krijg je het advies om bij een sterke toeschietreflex vóór de voeding de eerste melk even weg te kolven zodat de druk afneemt en je kindje dan rustiger kan drinken. Dit is een andere, meer doelbewuste actie dan het laten weglopen van melk zoals we dat hierboven beschreven. In het wegkolven van de eerste melk schuilt een zeker risico omdat, zeker als je bedreven bent in het afkolven, je daardoor ongemerkt misschien meer melk kolft dan nodig is om het je baby gemakkelijker te maken. En dat werkt dan weer productieverhogend!

We geven er de voorkeur aan dat je eerst probeert de melk weg te laten lopen, zonder te kolven.

Het kan wel nuttig zijn om je voedingshouding aan te passen. Je kunt je kindje rechtop bij je op schoot laten drinken of hem liggend op je buik laten drinken; hij drinkt dan meer tegen de zwaartekracht in waardoor de melk niet te snel binnenkomt.

Een borst per voeding

Als je te veel melk produceert, helpt het soms om één borst per voeding te geven, eventueel in meerdere etappes. Je wilt natuurlijk dat je borst na de voeding weer soepel voelt en dat er geen harde plekken zijn. Soms is het geven van een borst per voeding niet doeltreffend genoeg en produceer je ondanks dat nog te veel. Dan kan het nuttig zijn om te gaan blokvoeden.
Bij blokvoeden deel je de voeding op in blokken van drie of vier uur. Je blijft op verzoek voeden, maar gedurende ‘een blok’ geef je steeds dezelfde borst. Je kindje drinkt dus uit dezelfde borst en frequente wisseling tussen borsten, dus stimulering, wordt vermeden. Soms is het nodig om, voorafgaande aan een blok je borsten een of meerdere keren volledig ‘leeg’ te kolven. We raden je aan dit blokvoeden alleen te doen in overleg met je lactatiekundige.

De tijd tussen de voedingen rekken

Het advies dat je soms krijgt om de tijd tussen de voedingen te rekken, kent een nadeel. Het idee is dat je je kindje zoet houdt met een fopspeen of je pink totdat het weer ‘voedingstijd’ is. Afgezien van het feit dat het niet erg aardig is, kan je kindje, als hij op een fopspeen, de pink of zijn eigen duimpje zuigt, een ander zuigpatroon ontwikkelen. Hierdoor kan hij moeite krijgen om je borsten goed leeg te drinken en kan jij pijnlijke tepels of zelfs tepelkloven krijgen. Voor de meeste vrouwen en kindjes is het blokvoeden een betere optie dan het rekken van de tijd tussen de voedingen omdat je bij blokvoeden op verzoek kunt blijven voeden en de borst niet hoeft te weigeren.

Als je melkproductie te hoog blijft

Mogelijk blijft je melkproductie te hoog, ondanks de verschillende maatregelen die je hebt toegepast. In dat geval kun je je lactatiekundige raadplegen. We raden je af om de kruiden munt en salie te gaan gebruiken om je melkproductie verlagen. De werking is nogal sterk en het effect kan zijn dat je melkproductie helemaal afneemt.

Als je melkproductie te laag lijkt te worden

Zodra je melkproductie niet meer te-veel is, is het goed. Toch kan je op een goed moment het gevoel krijgen dat je productie te veel terugloopt. Dat is niet vreemd en kan iedereen gebeuren. Het is normaal dat je kindje op een bepaald moment behoefte krijgt aan meer voeding. Hij wil dan misschien vaker wisselen van borst, of is niet meer tevreden met één borst per keer. Of hij gaat clusteren. Je baby wil dan in een paar uur steeds kleine beetjes drinken. Hiermee verhoogt hij zelf de productie van de moedermelk. Natuurlijk is het verstandig naar je baby te luisteren. Je productie zal inderdaad toenemen en er ontstaat weer een nieuw evenwicht tussen vraag en aanbod.

Lees ook

Copyright

© | Op dit artikel rust copyright | StefanKleintjes |

Hier uw advertentie?

Neem vrijblijvend contact met ons op voor de mogelijkheden