Een jaar geleden, eind maart 2010, liep een collega bij me binnen terwijl ik aan het kolven was. Het is ontnuchterend hoe lang zoiets relatief onbetekenends al een stempel op mijn leven drukt. Maar het ligt nu tenminste ver genoeg achter me om er over te kunnen schrijven, zodat andere kolvende vrouwen er hopelijk iets aan hebben.
Een jaar geleden
Ik werkte bij een professionele welzijnsorganisatie met erg weinig mannelijke collega’s op die bewuste dag een jaar geleden. Ik was aan het kolven in de kleine vergaderruimte die ik voor dit doel gereserveerd had. De deur kon niet op slot en had een raampje erboven, maar er zat een ‘niet storen’ bordje op de deur.
Zo zat ik daar dus met mijn rug naar de deur te werken tijdens het kolven, toen een collega zijn hoofd om de hoek van de deur stak. ‘Nee!’ riep ik waarschuwend, niet eens verrast, want mijn collega’s negeerden wel vaker het niet storen bord.
Tot mijn stomme verbazing trok deze collega zich echter niet terug, maar sommeerde me om te vertrekken. ‘Doe die deur dicht, ik ben aan het kolven!’ riep ik. ‘Kan me niet schelen wat je aan het doen bent,’ antwoordde de collega, ‘Had je maar moeten reserveren!’ Ik duwde de deur dicht, aanvankelijk alleen nog maar geërgerd door zijn klaarblijkelijke traagheid van begrip. Maar tot mijn ontsteltenis verscheen zijn hoofd nu achter het raampje boven de deur en hij begon ostentatief naar de kant te staren waar ik aan het kolven was. Tegen zo’n opzettelijke en totale inbreuk op mijn privacy had ik geen verweer meer. Ik liet alles vallen (dure kolf op de grond, kostbare melk over de tafel en al mijn werk) en vluchtte de vergaderruimte uit. ‘Stel je niet aan’ riep de collega me na.
Als er niet naar je ‘nee’ geluisterd wordt
Dit voorval ging me niet in de koude kleren zitten. Eerst was ik geschokt, geschrokken, bang. Ik voelde me geweld aangedaan en was overstuur. Eenmaal thuis, bedacht ik dat het een misverstand geweest moest zijn. Dan was zijn gedrag nog steeds lomp (zeker voor een senior hulpverlener), maar niet zo schokkend en mensonterend als wanneer hij wel begrepen had dat ik aan het kolven was. Dus raapte ik al mijn moed bij elkaar en ging met hem in gesprek.
Nu ben ik niet bang aangelegd. Maar als er niet naar je ‘nee’ geluisterd wordt, terwijl je je in zo’n kwetsbare positie bevindt, dan doet dat wat met je. Ik was bang, erg bang, voor de betreffende collega. En laten we wel wezen, als hij niet naar me luisterde in die situatie, wat voor garantie had ik dan überhaupt dat hij zich zou gedragen zoals het hoorde? Maar bang of niet, ik dacht dat de situatie voor hem ook vervelend moest zijn en dus spraken we elkaar een paar dagen later in het bijzijn van onze direct leidinggevenden.
Ik moest maatregelen nemen
De betreffende collega had inderdaad niet begrepen dat ik aan het kolven was, en ja, ik had wel gereserveerd en ja, hij was te vroeg geweest, het was nog niet zijn beurt. Maar hij was maar een paar minuten te vroeg geweest en hij was het helemaal zat dat er altijd mensen in de vergaderruimte zaten zonder reservering als hij de vergaderruimte nodig had. Kortom, zijn gedrag was volkomen begrijpelijk, vond hij zelf. Zijn leidinggevende bedacht dat ik het raampje boven de deur maar af moest plakken met papier als ik ging kolven, met een duidelijke waarschuwing wat ik daar aan het doen was en een slot op de deur. Pas na het gesprek realiseerde ik me dat het gesprek zo was gedraaid dat ik maatregelen moest nemen om te voorkomen dat mijn collega’s nog eens in zo’n situatie zouden komen, terwijl hij niet eens sorry had gezegd! Toen ik vervolgens kenbaar maakte aan mijn werkgever dat ik eigenlijk niet tevreden was over het verloop van het gesprek met de collega, stond de wereld op zijn kop. Ik had me tijdens het gesprek tevreden verklaard, dan kon ik daar niet meer op terugkomen!
Een kwestie van zelfrespect
Het koste me een conflict met mijn baas en verschillende gesprekken met de directie. Daartoe was ik allemaal bereid hoewel dat een sterke wissel op mijn jonge gezin trok. Ik wist echter dat ik deze kwestie zorgvuldig af moest handelen als ik mijn baan wilde behouden. Met de angst die ik voelde voor de betreffende collega kon ik niet bij deze organisatie blijven werken en het was mijn eer te na om me zomaar weg te laten jagen uit een leuke baan door zo’n raar voorval.
Het was ook een kwestie van zelfrespect, ik was nu dubbel onbehoorlijk behandeld! En als deze senior collega zich tegen mij misdroeg, dan zou hij zich ongetwijfeld nog een keer misdragen, ik voelde me ook verantwoordelijk voor andere collega’s en onze kwetsbare cliënten. Bovendien leek de situatie me niet voor meer interpretaties vatbaar. Het was toch duidelijk dat zijn gedrag verkeerd was geweest en dat hij daarop aangesproken mocht worden! Maar mijn moeite bleek tevergeefs.
Ik lag er vaak wakker van
Als ik erop stond wilde mijn werkgever de betreffende collega best vragen of hij nog eens met me wilde praten, maar als hij dat niet wilde, dan had ze daar alle begrip voor! Wederom was hij degene die in bescherming genomen werd, niet ik. Maar ondertussen durfde ik eigenlijk niet meer in mijn eentje te werken. Het gedrag van de collega was sinds het incident keurig geweest, maar ik voelde me onveilig als mijn collega’s naar huis waren. Ik durfde alleen in mijn eentje te blijven werken, omdat ik wist dat hij altijd vroeg naar huis ging. Kolven beperkte ik tot het absolute minimum, volledige borstvoeding heb ik niet meer gegeven. En tot en met de laatste dag van mijn dienstverband lag ik een paar nachten per week wakker van de kwestie. Pas toen ik het me tien maanden later kon veroorloven ontslag te nemen dankzij een promotie van mijn man, kon ik het incident min of meer achter me laten.
De moraal van dit verhaal
En dan nu het moraal van dit verhaal: ik kan me wel zielig gaan zitten voelen over deze onheuse behandeling, maar ik had dit ook kunnen voorkomen. Ik had op mijn strepen moeten staan, vóór ik met zwangerschapsverlof ging. Ik wist van het kolven na de geboorte van mijn eerste kind dat de kolfruimte niet in orde was. Maar dat zei ik niet, ik gaf alleen aan dat ik wilde kolven en hoopte dat ze een goede ruimte zouden regelen. Toen de ruimte niet afsluitbaar was toen ik terugkwam en het raam boven de deur onbedekt, nam ik dat voor lief, in het vertrouwen dat mijn collega’s zich zouden gedragen en dat als ze dat niet zouden doen, mijn werkgever me zou beschermen. Ik had moeten weten dat er gezorgd wordt voor degenen die voor zichzelf zorgen.
Je kolfrechten
Misschien vind je het net zo vervelend als ik om op je strepen te gaan staan en te zeuren over kolfrechten, maar doe het. Vóór je met verlof gaat, zodat je werkgever de tijd heeft om voor een goede ruimte te zorgen. En in ieder geval zodra je merkt dat je wordt opgescheept met een ruimte die niet volledig afsluitbaar is. Bespaar jezelf wat mij is overkomen en eis waar je recht op hebt, hoe vervelend het ook is om dat te doen. Ga er maar van uit dat hoe slechter je werkgever de kolfruimte geregeld heeft, des te slechter hij voor je zal zorgen als daar vervolgens problemen door ontstaan.
*naam en adres bij de redactie bekend