Na een zwangerschap waarin je baby negen maanden geborgen en gebogen in je baarmoeder heeft vertoefd, met constante toevoer van voedsel en nabijheid, lekker warm en liefdevol gedragen, komt je baby ter wereld.
Sommige moeders kiezen ervoor om hun kindje veel en dicht bij zich te willen hebben. De draagdoek, ze zijn er in diverse soorten en maten, is ideaal om je kindje heel veel en heel dichtbij je te hebben.
\r
Lichamelijke behoefte
De schommelende bewegingen die het kind in de draagdoek ervaart, de deining van de borstkas van de drager, de hartslag, de geluiden die het kindje in de doek hoort – ook terwijl het slaapt – prikkelen constant op natuurlijke wijze het ademen van de baby. De kans op een apneu wordt hierdoor minder groot, het kindje blijft ritmisch doorademen. Ook de hartslag van de baby wordt zachtjes gestimuleerd. Het gebruik van een draagdoek is hierdoor een interessante factor in de preventie van wiegendood.
De behoefte aan lichamelijk contact is dus niet alleen een wens van je baby, het is ook een lichamelijke behoefte, net zoals de behoefte aan gezond eten. In de baarmoeder werd je kind al constant aangeraakt en gemasseerd. Ook buiten de baarmoeder hebben kindjes deze ervaringen nodig om optimaal te kunnen groeien.
In de oertijd
In de oertijd werden baby’tjes nooit alleen gelaten. Alleen waren ze namelijk een makkelijke prooi voor roofdieren en tot sterven gedoemd. Het zit dus in de genen van onze kinderen om te huilen wanneer ze voelen dat ze alleen zijn. Het is een soort ‘alarm’ dat afgaat.
Bovendien leert de geschiedenis ons dat baby’s al duizenden jaren op een dergelijke manier gedragen worden. Dichtbij hun mama, dichtbij de beste voedingsbron die je maar bedenken kan. Zijn mama is altijd hoorbaar – het kloppen van het hart, de stem en het darmgeborrel – en voelbaar aanwezig. Baby’s die echter de nabijheid van hun moeder ervaren voelen zich veilig en geborgen.
Een baby in een goede draagdoek die juist gebruikt wordt voelt helemaal niet zwaar aan. Een baby los in je armen gaat wel snel zwaar voelen. Met een draagdoek wordt het gewicht van je baby over een groot oppervlak van je lichaam verdeeld. Als je gewend bent je kindje van jongs af aan bij je te dragen, dan ontwikkel je de juiste spieren en als hij wat zwaarder wordt, groeien jouw spieren mee. Dan kan je zelfs een grotere baby of peuter urenlang dragen zonder je lichaam te overbelasten. |
\r
Pasgeboren
Baby’s komen ‘onaf’ ter wereld. Zij worden in een nog foetaal stadium geboren, met een onrijp zenuwstelsel waardoor ze de baarmoederervaring na de bevalling nog een hele tijd, zeker enkele maanden, nodig hebben. De zintuigen van je baby moeten nog erg wennen aan de prikkels van deze nieuwe, totaal andere wereld. Een pasgeborene ziet bijvoorbeeld nog niet veel en kan dus niet ‘zien’ waar jij bent. Hij kan je wel voelen als je in de buurt bent. Hij kan wel horen, maar de nieuwe geluiden zijn soms erg schel. De nieuwe omgeving is voor hem groot, hij kent nog geen grenzen en ook zijn lichaamsgrenzen kent hij nog niet goed. In de draagdoek zal voor hem ook het geluid en het licht gedempter zijn dan erbuiten.
Ouders zijn gewend om hun baby op zijn rug te rusten te leggen in een wiegje of een bedje. Conform de richtlijn ter preventie van wiegendood. Veel op de rug liggen heeft echter ook nadelen. Een baby die op zijn rug ligt, ligt in een volkomen andere houding dan toen hij in de baarmoeder was. Hij ligt gestrekt en hoewel hij zijn beentjes kan optrekken en hij zijn vuistjes naar zijn mondje kan brengen, kan hij zijn rug niet meer doorbollen en hij kan niet meer terug naar de foetushouding. Het lijkt dus vrij onnatuurlijk als een baby op zijn rug ligt.
De kikkerhouding
De zogenaamde ‘kikkerhouding’ is anatomisch gezien de meest gunstige houding voor een pasgeborene: je baby heeft de knietjes goed gebogen hoog opgetrokken, de beentjes in een hoek van ongeveer 90 à 100 graden geopend en het rugje mooi bol. De schouders wat naar voren, de armpjes geplooid en met de handjes zo dat de vuistjes naar het mondje kunnen worden gebracht om op te kunnen sabbelen. In deze houding is er in de gewrichten ruimte voor het zachte kraakbeen om harder te worden. Wanneer de baby in de kikkerhouding schommelende bewegingen ervaart, wordt de stabiliteit van het hoofdje en de romp vergroot.
De baby die in deze houding rust in een draagdoek, zal zijn lichaamsgrenzen voelen door de aanraking van de zachte maar stevige stof. Hij schommelt in dezelfde houding als toen hij in de baarmoeder was en dat zal hem rust geven.
Verlichting voor krampjes en reflux
Krampjes en reflux zijn een oorzaak van veel huilen. Hier biedt de draagdoek meestal snel verlichting: Een kindje dat vaak overgeeft bijvoorbeeld kan in de doek de eerste uren na de voeding rechtop gedragen worden. Een kindje rechtop dragen zonder draagdoek is al gauw te zwaar. En de verleiding is dan groot om je kindje snel weer neer te leggen zodra het niet meer huilt. Met een doek kan je je kindje vele uren rechtop bij je dragen zonder veel extra inspanning.
Een baby met krampjes is vaak snel geholpen door de meest natuurlijke darmmassage die er bestaat: rechtop, buik-tegen-buik, met de knietjes wat opgetrokken in de draagdoek tegen mama’s of papa’s zachte en warme buik aan terwijl die loopt. Door de ritmische cadans van het lopen duwen de knietjes zachtjes op een aantal acupressuurpunten onderaan op het buikje, die de spijsvertering bevorderen. De warmte van het lichaam van de drager geeft hetzelfde pijnstillende effect als een warm kersenpitkussen op de buik. Dikwijls kan een baby met wat ontlastingsprobleempjes wel stoelgang maken na een wandeling in de draagdoek.
Is er bijvoorbeeld plotseling een luide knal, dan zal het kindje in de draagdoek niet alleen de knal minder luid horen, maar meteen ook voelen dat de drager zich na de knal herstelt. De drager zal namelijk even schrikken, zijn spieren spannen en weer ontspannen. Mama’s hartslag, ademhaling en spierspanning laten non-verbaal aan baby weten dat het OK is. Geen reden tot paniek. Stress vloeit niet alleen uit het lichaam van de drager weg, maar ook uit dat van de baby. Baby’s die vaak gedragen worden, ook wanneer ze niet huilen of getroost moeten worden, huilen minder. Ze huilen bijna de helft minder dan baby’s die niet gedragen worden. |
\r
Quiet alertness
Baby’s die vaak gedragen worden zijn vaker in een toestand van ‘quiet alertness’. In deze staat is de baby rustig en alert en kan hij de wereld om zich heen verkennen en op anderen reageren. Het is de meest optimale toestand om te leren. Onderzoek wijst uit dat baby’s die vaak worden gedragen visueel en auditief alerter zijn. Ze horen en zien meer van hun omgeving. Ook ouders profiteren van deze quiet alertness; het is makkelijker om meer aspecten van je baby te leren kennen wanneer je die niet alleen hoeft te troosten.
Enkele bijzondere aspecten van de baby in de draagdoek
- Visueel overzicht
- Taalontwikkeling
- Sociale ontwikkeling
- Milieu-aspect
Een baby in de wieg of kinderwagen ziet vooral het plafond, de muur, wolken, daken en boomkruinen. Een baby in de draagdoek heeft volledig overzicht op ooghoogte.
Een baby in de draagdoek hoort niet alleen zijn moeder, vader of anderen praten, hij ziet de gezichten en de lippen van de personen die praten. Hij kan de mimiek, de mondbewegingen en intonatie koppelen aan wat hij hoort.
Een baby in de draagdoek komt meer in contact met mensen dan als hij in de wieg ligt. Hij ziet en wordt gezien. Hij observeert de sociale interactie van mama of papa en leert hieruit. De baby wordt veel meer betrokken in het dagelijkse leven en krijgt inzicht in sociale processen.
Een baby in een kinderwagen of buggy bevindt zich precies op die hoogte waar de uitlaatgassen van auto’s het sterkst geconcentreerd zijn. De productie van een draagdoek is stukken milieuvriendelijker dan de productie van een kinderwagen of buggy.
Over hoe warm je kindje gekleed moet zijn tijdens het dragen is veel en weinig te zeggen en hangt erg van de situatie af: ben je binnen of buiten. Wat voor weer is het? Steken zijn beentjes wel of niet uit? En natuurlijk: is het een katoenen enkele sling, een katoenen sling die je drie keer omwikkeld hebt of zo eentje van stevige stof die je dubbel draagt? Heb je je baby onder je jas, of juist buiten je jas? Is het een tropische zomer of vriezen de mussen van het dak? Je ziet, hier zijn moeilijk regeltjes voor te geven. Belangrijk is dat je de temperatuur van je baby regelmatig checkt: in zijn nekje kun je goed voelen of het voor hem de juiste temperatuur is. |
\r
Draagdoeken en borstvoeding
Je melkproductie is een zaak van vraag en aanbod. Voeden op verzoek is daarom de boodschap. Bij voeden op verzoek is het belangrijk dat de moeder de hongersignalen van de baby goed kan zien. Door de baby in de draagdoek bij je te houden, mis je de hongersignalen niet en kun je de baby bij het eerste signaal aanleggen. Verder stimuleert een baby die vaak dichtbij zijn mama is de aanmaak van prolactine wat een positief effect heeft op de melkproductie en de hechting.
Een baby in de doek kan bovendien heel gemakkelijk en perfect discreet worden aangelegd. Je kan de doek gewoon wat losser maken, je borst – onzichtbaar voor de buitenwereld – over je topje schuiven en klaar is Kees.
Welke draagdoek en hoe werkt het?
Er bestaan veel verschillende soorten draagdoeken. Iedere soort doek heeft zijn eigen specifieke kenmerken en plus- of minpunten. Je kan dus niet zeggen: ‘Dit is de beste doek’, want het hangt ervan af waarvoor je hem wil gebruiken.
Er zijn vier typen draagdoeken
-
\t
- knoopdoeken; rekbare en geweven;
- slings; geknoopte slings, buidelslings en ringslings;
- aziatisch type draagdoeken, zoals de mei tai;
- torsodragers.
\t
\t
\t
Voeden in de draagdoek: voedhoogte en draaghoogte
In principe kan je je kind voeden in iedere doek die je vooraan op je buik of op je heup kan gebruiken. Hoe verstelbaarder de draagdoek of de knooptechniek is, hoe makkelijker je je kind de borst geeft in de draagdoek. Een baby die op de juiste hoogte hangt om goed aan je borst te kunnen drinken hangt eigenlijk te laag om rugvriendelijk te kunnen dragen. En omgekeerd: een baby die op de juiste draaghoogte hangt, hangt vaak te hoog om goed te kunnen aanleggen. In een draagdoek die je kan aanspannen en losser kan maken kan je je baby hoger [draaghoogte] of lager [voedhoogte] positioneren.
Filmpjes
Hoe je dat kan doen met je eigen draagdoek kan je zien op de filmpjes van Eva.
- Voeden in een rekbare knoopdoek
[tricot slen, babybundler, binana, moby, hug-a-bub] - Voeden in een ringsling
[mistermirko, lovely sling, dharitri, notti, maya wrap, sling ezee en heart-to-heart] - Voeden in een mei-tai
[mistermirko en beginnings lifter] - Voeden in een geweven knoopdoek
[storchenwiege, didymos, hoppediz, BB-slen, girasol, amazonas, didymos]
- Kijk hier naar alle andere video’s over draagdoeken van Eva.
Samenvatting
In de draagdoek is een kindje dicht bij zijn moeder, waar zij ook gaat. Dat is goed voor de borstvoeding en goed voor het contact. Het kindje hoort het vertrouwde geluid van zijn moeder en ruikt constant haar nabijheid. Hij blijft zo lekker warm en kan vanuit het veilige plekje de wereld inkijken. En zijn moeder krijgt optimaal de kans om haar kind goed te leren kennen en regelmatig met hem te communiceren.
Ook voor zijn spijsvertering heeft de draagdoek voordelen; het schommelen in de doek en het bewegen als zijn moeder loopt, is goed voor de spijsvertering. En als zijn moeder het handig vindt, kan zij hem ook in de draagdoek voeden.
- Met dank aan Eva Demuynck van De Doekentheek en Eva Witsel
Lees ook
- De Doekentheek voor een gedetailleerd overzicht van alle soorten draagdoeken
- Draagdoek.nl voor een ruim assortiment prachtige draagdoeken
- Wereldwijde gebruiken [boekrecensie]
- De draagdoek [column]