Er kan nog een hoop verbeterd worden aan het imago van borstvoeding. Discussies over borstvoeding lijken soms meer op een loopgravenoorlog dan een dialoog. Dat is jammer want daarmee gaat een hoop goede informatie verloren. Dat heeft voor een groot deel te maken met hoe we over borstvoeding praten. Wil je dat de inhoud van je boodschap overkomt dan zul je een manier van communiceren moeten gebruiken waardoor een ander naar je wil luisteren. Laten we eens kijken wat er anders zou kunnen.
Praat over jezelf
In gesprek met iemand die geen borstvoeding geeft, heb je misschien de neiging om te gaan uitleggen of over te halen. Vaak heb jij een bom kennis die de ander niet heeft. Jij wéét immers hoe borstvoeding aanvoelt in de praktijk, jij kent alle ins en outs. Misschien weet je zelfs wel meer dan de gemiddelde zorgverlener. Als iemand reden geeft waarom zij nooit aan borstvoeding begonnen is of ermee gestopt is, luister dan eerst. Erken het gevoel van degene die kennelijk een nare ervaring heeft gehad. Vertel daarnaast hoe jij het hebt ervaren. Juist als je problemen hebt gehad en overwonnen is dat waardevolle informatie. En hou het dicht bij jezelf.
Praat van moeder tot moeder
Het is verleidelijk om in discussies met onderzoeken te schermen, toch kun je dat beter niet doen. Er zijn tienduizenden wetenschappelijke onderzoeken gedaan. Weinig zijn goed uitgevoerd, de meeste zijn discutabel. Cijfers en uitkomsten verschillen nogal. Om dat juist te interpreteren moet je thuis zijn in de wetenschap.
Laat het dus buiten de discussie. Praat met andere moeders over het moederschap, dat is namelijk wat jullie verbindt. Door borstvoeding te geven zit je niet ineens in een kamp: je bent gewoon een moeder die haar kind voedt.
Net als al die miljoenen anderen.
Wees solidair
Borstvoeding gaat vaak mis omdat moeders te vaak en te veel alleen moeten aanmodderen.
Ja, er zijn goede borstvoedingsorganisaties en lactatiekundigen, maar de drempel is vaak hoog.
Nieuwe moeders kunnen alle support gebruiken die er is. Als je open, eerlijk en benaderbaar bent, kun je een enorme steun in de rug zijn voor andere moeders.
Soms zelfs letterlijk: jij weet immers dat lekker zitten met wat kussens in de rug en met je baby aan de borst, fijn is. Dat zijn praktische tips die goud waard zijn voor elke kersverse moeder.
Hemel borstvoeding niet op
Ik geef geen vloeibaar goud, ik geef moedermelk. Ik ben geen superheld, ik doe iets dat heel gewoon en normaal is. Iedere keer als we zeggen dat borstvoeding ‘het beste’ is, zeggen we dat het iets uitzonderlijks is. Als je zegt dat borstvoeding ‘het beste’ is, dan is de logische vervolgvraag: beter dan wat? We zeggen daarmee dat kunstmatige zuigelingenvoeding de standaard is.
Dat klopt niet: de moderne mens bestaat ruim 200.000 jaar en zo lang voeden we onze baby’s al met moedermelk. Daarbij is het niet eens appels met peren vergelijken maar appels met giraffen. Moedermelk en kunstmatige zuigelingenvoeding lijken niet op elkaar. Stink er dus niet in. Borstvoeding is geen wondermiddel tegen allerlei kwalen, het is melk gemaakt voor kleine mensen. Niemand vraagt zich af of muizenmelk wel goed voor kleine muisjes is, of tijgermelk voor welpjes, waarom dan twijfelen aan mensenmelk voor baby’s? Dat is namelijk wat we doen als we zeggen dat moedermelk zo ‘goed’ is. We verdedigen dan waarom we borstvoeding geven en dat is natuurlijk onzin.
Ga géén discussie aan
Je hebt deze vast wel eens gehoord: ‘Borstvoeding prima, maar niet ten koste van alles!’ Ga jezelf alsjeblieft niet verdedigen. Borstvoeding is de biologische standaard voor onze soort. Dat het tegenwoordig niet meer de maatschappelijke standaard is, is berejammer.
Vergelijk het maar met een kunstgebit: dat gaat misschien wel honderden jaren mee en rot niet weg. Toch wil ik graag mijn eigen tanden houden. Al betekent dat wat extra poetsen en elk half jaar op controle bij de tandarts. Dat heb ik er graag voor over. Net als borstvoeding. Omdat het heel normaal is, zelfs als de rest van de wereld wel met een kunstklapper rondloopt.
Mislukte borstvoeding is géén borstvoeding
‘Als borstvoeding zo is dan hoeft het van mij niet!’, hoorde ik iemand zeggen. Dat kon ik me goed voorstellen. Wie wil er nu met pijn en verdriet voeden? Alleen: dat is dus geen borstvoeding. Het is borstvoeding die mis gaat, een ‘zieke’ borstvoeding. Dat onderscheid is belangrijk. Moeders hebben te vaak te horen gekregen dat kloven en ellende erbij horen. Daardoor lopen sommigen te lang door met problemen. Ze willen zo graag doorzetten en dan gaat het fout.
Een normale borstvoedingsrelatie kenmerkt zich juist door gemak. Kijk maar eens naar een langvoedster in het wild: die zie je echt niet ineen krimpen van pijn of ongemak. Ze lijkt het amper te merken dat haar kind drinkt. Om te weten hoe normale, en dus pijnloze, borstvoeding verloopt, moet je het zelf ervaren. Dat is kennis die succesvolle borstvoeders hebben en degene met een rot-ervaring niet. Die laatste groep kan vaak niet over de heuvel van problemen heenkijken. Daarom is het belangrijk dat we dat onderscheid in ons taalgebruik blijven maken.
Ik geef nog borstvoeding
Met zes maanden vroeg de arts van het consultatiebureau op hoeveel flessen mijn zoon zat. ‘Hoezo?’, vroeg ik. ‘Ik geef borstvoeding’. ‘Oh’, zei de arts, ‘je geeft ‘nog steeds’ de borst!’ Kennelijk was ik in mijn buurt een van de weinigen. Neemt niet weg dat een baby van zes maanden, een jaar of zelfs een peuter van twee of drie gewoon moedermelk nodig heeft. Als je dus langer dan een paar maanden voedt, geef je niet ‘nog steeds’ borstvoeding; je geeft ‘gewoon’ borstvoeding. Kind heeft melk nodig, kind moet keihard groeien. En jij maakt die melk. 1 + 1 = 2.
Leg het probleem bij de ander
Ooit nare dingen te horen gekregen? Dat je van die beruchte maffia bent? Of dat je wel erg ‘fanatiek’ overkomt?
Ik kreeg het te horen toen ik mijn baby voedde en niet eens iets zei. Er is maar één juiste reactie op dat soort uitspraken: spreek mensen aan op hun onbeschoftheid.
Want dat is het namelijk. Het is niet netjes en de ander zet zichzelf ermee voor schut.
Het is dus niet jouw probleem, ook al voel je je er nog zo rot over.
Práát over borstvoeding
Tot slot: geef in het openbaar de borst en praat erover. Als je toegankelijk bent en open staat voor vragen, werk je actief mee aan het verbeteren van het borstvoedingimago. Als mensen het vies vinden of het er raar uit vinden zien, dan is dat juist het moment om in gesprek te gaan. Als je je niet in de verdediging laat drukken door zulke opmerkingen, maar beseft dat diegene mogelijk amper in aanraking kwam met borstvoeding. Zie dat dan als een kans. Wees geduldig, beantwoord vragen, vertel dat je het zelf eerst ook een gek idee vond, maar dat je er in gegroeid bent. Dat werkt. Zo zetten we moedermelk weer op de kaart en maken we borstvoeding weer normaal.
Lees ook
- Borstvoeding: verplicht of vrijblijvend?
- Borstvoeding: verplicht of vrijblijvend? – voor professionals
- Over borstvoeding en taalgebruik