Katherine Dettwyler beschrijft aan de hand van haar onderzoek hoe zij aankijkt tegen de natuurlijke speenleeftijd.
Onderzoek naar verschillende variabelen en de speenleeftijd
In mijn onderzoek heb ik bij primaten die niet tot het menselijke ras behoren gekeken naar de verschillende variabelen van hun ‘levensgeschiedenis’ zoals: zwangerschapsduur, geboortegewicht, groeicurve, geslachtsrijpheid, leeftijd waarop de tanden doorkomen, levensduur. Vervolgens heb ik gekeken in hoeverre deze variabelen correleren met de leeftijd die deze dieren hebben als ze gespeend worden.
Van alle dieren uit het dierenrijk zijn zij het nauwst aan ons verwant en dan met name gorilla’s en chimpansees, wier genen voor meer dan 98% overeenkomen met die van de mens. Ik deed een aantal voorspellingen over de ‘natuurlijke‘ leeftijd waarop de mensen hun kinderen zouden spenen als ze hier niet een heleboel culturele regels over zouden hebben. Mijn belangstelling voor dit onderwerp werd gewekt bij het bestuderen van de crossculturele literatuur over de speenleeftijd bij kinderen, waaruit blijkt dat culturen er zeer uiteenlopende normen op na houden omtrent de leeftijd waarop kinderen gespeend horen te worden, variërend van zeer jong in de VS tot heel laat op sommige andere plekken.
Kinderen stoppen vanzelf?
Je hoort vaak dat de mondiaal gemiddelde speenleeftijd 4,2 jaar is, maar dit cijfer is niet nauwkeurig en het zegt ook niet veel. Uit een overzicht van 64 ’traditionele’ studies die voor 1940 werden uitgevoerd, bleek dat er gemiddeld ongeveer 2,8 jaar borstvoeding werd gegeven, maar dat er in sommige culturen veel korter borstvoeding werd gegeven en in andere veel langer. Statistisch gezien heeft het geen enkele zin om te spreken van een mondiaal gemiddelde speenleeftijd, omdat zo veel kinderen helemaal nooit de borst krijgen, of hun moeders er al in de kraamweek mee stoppen of na zes weken als ze weer aan het werk gaan. Tegelijkertijd zijn er over de hele wereld nog steeds veel culturen waar kinderen gewoon borstvoeding krijgen tot ze vier of vijf jaar of ouder zijn, en zelfs in de VS krijgen sommige kinderen zo lang of nog langer de borst. In culturen waar kinderen aan de borst drinken ‘zolang ze dat zelf willen’, stoppen deze daarmee gewoonlijk uit zichzelf rond de leeftijd van drie tot vier jaar, zonder enige vorm van strijd of enig emotioneel trauma. Mijn belangstelling kwam eveneens voort uit het besef dat andere dieren een ‘natuurlijke’ leeftijd hebben waarop zij zichzelf spenen. Bij honden is dat rond acht weken, bij paarden acht tot twaalf maanden enzovoorts. We mogen er van uit gaan dat deze dieren er geen culturele normen op na houden omtrent wat daarvoor een gepast tijdstip zou zijn.
Een aantal onderzoeksresultaten
- Holly Smith, die een groep van 21 soorten niet tot het menselijke ras behorende primaten (apen en mensapen) bestudeerde, zag dat hun jongen gespeend werden in de periode waarin ze hun eerste blijvende kiezen kregen. Bij de mens zou dat 5,5-6 jaar zijn.
- Kinderartsen verkondigen vaak dat de zoogperiode bij veel soorten min of meer gelijk is aan de draagduur, wat er volgens hen op zou duiden dat de mens geacht wordt van de borst af te zijn rond een maand of negen. Deze relatie blijkt echter beïnvloed te worden door de lengte van de volwassen dieren: hoe groter de volwassen dieren, des te langer de voedingsduur ten opzichte van de draagduur. Bij chimpansees en gorilla’s, die qua lengte het dichtst bij de mens staan en die ook genetisch gezien het nauwst aan de mens verwant zijn, is die verhouding 6 : 1. Dat wil zeggen dat ze hun jongen zes maal langer zogen dan hun draagduur bedraagt. Om precies te zijn: chimpansees 6,1 maal langer en gorilla’s 6,4 maal langer, waarbij de mens qua lengte ongeveer tussen beiden zit. Voor de mens zou dat een zoogtijd betekenen van 4,5 jaar (zes keer negen maanden zwangerschap).
- Kinderartsen verkondigen vaak dat de meeste zoogdieren hun jongen spenen tegen de tijd dat deze hun geboortegewicht verdrievoudigd hebben, wat er volgens hen op zou duiden dat de mens geacht wordt van de borst af te zijn met één jaar. Ook deze relatie wordt echter beïnvloed door lichaamsgewicht: zwaardere zoogdieren zogen hun jongen tot deze hun geboortegewicht verviervoudigd hebben. Bij de mens vindt een verviervoudiging van het geboortegewicht doorgaans plaats tussen de 2,5 en de 3,5 jaar.
- In een studie bij primaten werd aangetoond dat de jongen gespeend werden als ze ongeveer een derde van hun volwassen gewicht bereikt hadden. Bij mensen gebeurt dat rond de leeftijd van vijf tot zeven jaar.
- Een vergelijking van de leeftijd waarop de jongen gespeend worden en geslachtsrijpheid bij mensapen zou duiden op een speenleeftijd bij kinderen van zes tot zeven jaar. Dat is ongeveer halverwege de geslachtsrijpe leeftijd.
- Onderzoek heeft aangetoond dat het immuunsysteem van een kind pas op ongeveer 6-jarige leeftijd rijp is, en het is duidelijk bewezen dat moedermelk het immuunsysteem helpt opbouwen en dit aanvult met antistoffen van de moeder zo lang er moedermelk geproduceerd wordt (tot 2 jaar, er is nooit onderzoek verricht naar de samenstelling van moedermelk na twee jaar post partum).
De hieruit af te leiden minimumleeftijd voor een natuurlijke speenleeftijd bij de mens is 2,5 jaar, met een maximumleeftijd van zeven jaar.
Na twee jaar maak je niet plotseling waardeloze melk
Voor wat betreft de voordelen van langdurige borstvoeding zijn er een aantal onderzoeken waarin borstgevoede baby’s en met kunstvoeding gevoede baby‘s zijn vergeleken inzake de frequentie van het optreden van verschillende ziektes alsmede inzake IQ-score. In alle gevallen bleken de borstgevoede baby‘s een lager risico te lopen om ziek te worden en een hoger IQ te hebben dan de baby’s die kunstvoeding kregen. Uit die onderzoeken waarin borstgevoede baby‘s onderverdeeld werden in verschillende categorieën al naar gelang de duur van de borstvoeding, bleken de baby’s die het langst borstvoeding hadden gekregen beter te scoren, zowel wat het minder ziek zijn betreft als wat betreft de hoogte van het IQ. Met andere woorden: als de categorieën waren verdeeld in 0-6 maanden borstvoeding, 6-12 maanden borstvoeding, 12-18 maanden borstvoeding en 18-24+ maanden borstvoeding, dan scoorden de baby’s uit de categorie 18-24+ het best, dan de baby’s uit de categorie 12-18 maanden, dan de baby’s uit de categorie 6-12 maanden borstvoeding en de baby’s die 0-6 maanden borstvoeding hadden gekregen scoorden het slechts in vergelijking met de andere categorieën van borstgevoede baby’s, maar nog altijd veel beter dan de baby’s die kunstvoeding hadden kregen. Deze resultaten zijn aangetoond voor maagdarminfecties, aandoeningen van de bovenste luchtwegen, multiple sclerose, diabetes, hartaandoeningen, enz, enz. Evenzo scoorden de baby’s die het langst borstvoeding hadden gekregen het hoogst op de IQ-testen. Het is belangrijk om op te merken dat in geen enkele van deze studies aandacht werd besteed aan kinderen die langer dan twee jaar borstvoeding hadden kregen. Alle kinderen die 18 tot 24 maanden of langer borstvoeding hadden gekregen, waren op één grote hoop gegooid. Vermoedelijk blijven de voordelen toenemen, aangezien je lichaam niet ‘weet’ dat je baby jarig is geweest, om vervolgens plotseling waardeloze melk zonder enige voedingsstoffen of antistoffen te gaan produceren.
Hoewel de eerste zes maanden het belangrijkst zijn…
Maar hoe dan ook, niemand heeft nog bewezen dat de voordelen van borstvoeding voortduren dan wel stoppen na twee jaar, omdat er nog geen gedegen onderzoek naar is gedaan. De tendens die zich tijdens de eerste twee jaren duidelijk aftekent, is dat hoe langer je voedt, des te langer de voordelen duren. Het fenomeen van de verminderende opbrengst speelt duidelijk een rol: de eerste zes maanden borstvoeding zijn onmiskenbaar veel belangrijker wat betreft de voedingswaarde en de immunologische ontwikkeling van de baby dan de zes maanden van 3,5 tot 4 jaar. Dat betekent niet dat je niet zou moeten doorgaan met het geven van borstvoeding als je baby dat nog wil en jij er geen bezwaren tegen hebt. Dat zou hetzelfde zijn als zeggen: ‘Mabel, wij halen niet veel inkomsten meer uit die oliebron. Vroeger haalden we er $56 per maand uit en nu mogen we al blij zijn als we $25 per jaar krijgen. Ik denk dat we die oliemaatschappij maar eens moesten zeggen dat ze hun godvergeten geld kunnen houden.’ ‘Mijn hemel Clyde, doe niet zo idioot. Met dat geld kunnen we nog steeds voor $25 eten kopen. Ben je nou helemaal de pedalen kwijt?’
Strijd tegen de parasieten
Uiteraard hoeven baby’s die in de VS geboren worden niet de strijd aan te gaan met alle ziektes, parasieten en met het besmette water waarmee baby’s uit Derde Wereldlanden de strijd moeten aanbinden. Wij hebben meer aanvullende voedingsmiddelen, waarvan we over het algemeen kunnen aannemen dat deze veilig en hygiënisch zijn. Wij kunnen onze kinderen laten inenten en als het nodig is kunnen we ze antibiotica geven tegen infecties. Maar het feit dat we dit allemaal kunnen, betekent nog niet dat borstvoeding niet belangrijk is. Borstgevoede baby’s doen het nog steeds beter dan baby’s die kunstvoeding krijgen, zelfs in een kraakheldere omgeving met de grootste medische zorg voorhanden. Ze worden minder vaak ziek, ze zijn slimmer en ze zijn blijer. Een andere belangrijke overweging is dat het oudere kind zijn emotionele verbondenheid met een persoon kan behouden en deze niet hoeft te richten op een levenloos voorwerp zoals een knuffel of een dekentje. Volgens mij leg je hiermee de basis voor een leven dat mensgericht en niet materialistisch is, en ik denk dat dit een goede zaak is. Ik kan me ook niet voorstellen hoe je de peuterjaren zou doorkomen zonder die hechte, liefdevolle band met een kind dat zulke grote, en sommige zeer frustrerende, veranderingen doormaakt.
Lees ook
- A time to wean, in Breastfeeding: Biocultural Perspectives, uitgegeven door Aldine de Gruyter
Artikelgegevens
- Geschreven 3 augustus 1995. Bijgewerkt februari 1997
- Vertaald door Ilse François en Monique van der Heyden, februari/juli 2001
- © inhoud: 1999 Sue Ann Kendall en Kathy Dettwyler
- © Nederlandse vertaling: 2001 Borstvoeding.com