Ik strek mijn hand uit… zoekend naar verbinding…
Vergeef me mijn stijl, ik ben op zoek, heb vragen, nog te weinig antwoorden. Ik vraag me mijn hele leven al af wat mensen beweegt. Hoe je hun gedrag kan veranderen. Oprah zei al in de jaren ’80: ‘If you know better, you do better!’
Maar waarom stopt de ene zwangere moeder dan direct met roken, als ze hoort dat wetenschappelijk onderzoek aantoont dat het schadelijk is voor de baby. Terwijl weer een andere moeder haar geweten sust, en hardop roept dat stoppen meer stress geeft, dan de vijf sigaretten die ze per dag nog rookt…
Onlangs zag ik een moeder met een babydrager, ik twijfelde, zei niks en fietste door. Bij terugkeer van het boodschappen doen, zag ik haar weer. De baby bungelde face forward in de zak. Ik kon het niet laten en sprak haar aan over haar niet-ergonomische drager en het dragen met het gezicht naar voren. Wat bleek, deze mama had er al wel iets over gehoord. Maar eventjes (1,5 uur) was toch vast niet zo erg? Wat zeg je dan, wat doe je dan? Hoe krijg je iemand zo ver een draagdoek te proberen? In ieder geval dat ‘ding’ nooit meer te gebruiken? In zo’n gesprek ben ik op zoek naar de knoppen, waaraan ik moet draaien, om haar gedrag te veranderen. Dat doe ik uit bevlogenheid en het kost tijd. Vooral veel luisteren en vragen stellen. Niet oordelen, ook al vind ik er echt wel wat van. Geen eenvoudige opgave en het lukt niet altijd.
Zo kom ik dan bij borstvoeding. Ik ben fan, een groot fan! Mijn moeder heeft drie dochters, die allen lang borstvoeding geven. Terwijl zij zelf ons de fles met kunstvoeding gaf. Zij wilde de zekerheid precies te weten, hoeveel wij dronken op een dag. Ze miste de rust en het vertrouwen in haar lichaam om borstvoeding te geven. Ze was ook blij met de revolutie die kunstvoeding bracht. Het was een luxe, je kon de zorg uitbesteden, papa kon ook helpen, je hoefde niet thuis te blijven en kon zelfs al snel na de bevalling weer werken…
Onlangs las ik weer een column over moeders die nu geen borstvoeding geven, of ‘al snel het bijltje er bij neerleggen’. Ik snap de bevlogenheid, maar voel een verwijt. Ik wil graag mijn hand uitstrekken naar moeders, die wel wilden, maar niet zijn begonnen. Naar moeders, die na weken van soebatten en tepelkloven, stoppen. Zelfs naar moeders, die borstvoeding onzin en achterhaald vinden. Ja, ik geloof dat bijna elke vrouw, grote en kleine borsten, platte en ingetrokken tepels, lichte huid of zelfs borstverkleining gehad, borstvoeding kan geven. Maar wat helpt het, als ik dat een stoppende (of niet startende moeder) voor de voeten werp? Geen vrouw wil benaderd worden als klein kind, met opgeheven vingertje ‘Foei, dat jij geen borstvoeding geeft!’ Los van wie er gelijk heeft, ben je niet in verbinding. Dan predik je voor je eigen gemeenschap en dat is makkelijk. Pro-borstvoeding zijn we allemaal hier toch op borstvoeding.com.
Misschien moet dit stuk niet hier, maar juist op de site van de kunstvoedingfabrikanten. Zodat moeders die een fles met kunstvoeding gaan geven, geprikkeld worden om zich toch nog meer in het fenomeen borstvoeding te verdiepen. Zoals wij ons toch nog meer moeten verdiepen, in waarom borstvoeding niet de dagelijkse werkelijkheid is voor veel moeders en hun pasgeboren baby’s. We moeten nog meer energie steken in hoe we moeders kunnen versterken, kunnen helpen, de hand kunnen toesteken, ook als ze toch voor kunstvoeding kiezen.
Martijn, mijn lief en steun in borstvoedingstijd, studeerde ooit Marketing. Hij opperde dat de oplossing hier misschien wel in gezocht moest worden. De fles niet meer als luxe product, maar als armoede portretteren. Borstvoeding promoten als teken van ontwikkeling en welvaart! Bekendheden vragen om over borstvoeding te praten, het meer in de open te brengen. Op zoek naar verbinding! Dat betekent ook, niet provoceren! Dus geen foto’s van een moeder met ontbloot bovenlijf, die haar twee kinderen van ruim boven de vier liggend de borst geeft. Het verbindt niet, het stoot zelfs mij als borstvoeding fan, alleen maar af.
Als kennis macht is, hoe zorgen we er dan voor dat iedereen eerlijke informatie krijgt? Er zijn inmiddels honderden bewijzen, dat we als consument elke dag weer bedot worden. Of het nou gaat om zuinigere auto’s, die niet zo zuinig zijn, of over het langdurig zitten van baby’s in autostoeltjes, dat niet zo veilig blijkt te zijn…
Als het om borstvoeding versus kunstvoeding gaat, zijn de overtuigende bewijzen er al lang. Daar hoef je de oplossing niet meer in te zoeken. Wie zijn ogen wil sluiten, zal dat blijven doen. Misschien moet je moeders op een andere manier helpen of zelfs begrenzen. Wat mij betreft zou de overheid alle moeders gratis informatie over en ondersteuning ten alle tijden in borstvoeding moeten geven. Borstvoeding als norm, niet de vraag: ‘Wat gaat u doen borst of fles?’ Maar gewoon de positie innemen dat er voldoende bewijs is dat borstvoeding het beste is voor een kind en kunstvoeding te veel nadelige gezondheidsklachten heeft. Kunstvoeding mag van mij best achter slot en grendel. Alleen als je alles hebt geprobeerd en het lukt niet, dan schrijft de arts je een recept voor en kan je het gratis halen bij de apotheek.
Zoiets… Ach, ik weet het ook niet… dit klinkt ook weer weinig verbindend… maar ik blijf zoeken…
Ondertussen vertel ik aan moeders die het horen willen, hoe fijn het is om borstvoeding te geven. Stel ik vragen aan moeders die tegen borstvoeding zijn, wat maakt dat ze zo’n aversie hebben? Aan moeders die eerder gestopt zijn dan de bedoeling (en dat zijn er heel veel) vraag ik, hoe ze geholpen hadden kunnen worden. Wat ze een volgende keer zouden doen? Ik probeer in verbinding te blijven en strek mijn hand uit… maar het is niet makkelijk… het lukt me niet altijd…
Floortje Vening
Getrouwd met Martijn Tausch (ook borstvoedingsfan), mama van Annabel, Madelief, Steijn, Florian en Benjamin, docent en ondernemer van coachings- en trainingsbedrijf Florish en draagdoekensite Portamundo.