Ons kleine ventje werd na weken van ziekenhuis, uiteindelijk met 33 weken en 2 dagen zwangerschap via een spoedkeizersnede geboren. Hij had het moeilijk, lag in een couveuse en kon nog niet zelfstandig drinken. Zijn voeding kreeg hij via een sonde, zijn gezichtje bedekt met een CPEP, overal slangetjes, op alle ledematen infusen, piepjes, monitors. Zo’n klein teer mensje. Het enige wat ik kon doen als moeder was bij hem zijn en natuurlijk kolven. Hij had het goede van borstvoeding zo hard nodig!
Voor mij was er geen optie, het moest slagen, ik wilde dit zo graag. Tijdens de eerste keer buidelen met papa ging ons kleine mannetje direct op zoek naar een tepel. Hij wurmde zich zo naar beneden toe en probeerde van alles maar het lukte natuurlijk niet.
Het koste hem erg veel energie. Te klein was hij om zelfstandig drinken en daarom kreeg hij, als hij bij één van ons lag, zijn voeding tijdens het buidelen via de sonde. Zo kreeg hij een lekker vol maagje als we hem vast hielden.
Heel langzaam, mocht hij soms proberen te drinken. Heel eventjes, zeer inspannend voor iemand van inmiddels 1800 gram. De combinatie van ademhalen-slikken-zuigen ging soms moeilijk. Vaak verslikte onze kleine man zich bij de pogingen om te drinken.
Het gaf mij een goed gevoel dat hij die drang, hoe jong klein en fragiel hij was, toch had. Dit was mijn drive om ondanks de moeilijke tijd door te zetten. Op een middag viel het ons op dat er een poster hing in de hal net voor de NICU. Een poster met ‘Super Prematuur, wat is jouw super power?’. Ons kleintje was inderdaad een super prematuur.
Super omdat hij ons kindje was en prematuur vanwege de weken zwangerschap. Als een soort superman lag hij in de couveuse, want hoe je het ook bekeek, hij was een super prematuur, onze kleine super prematuur.
De superpower van ons kleine ventje was zijn doorzettingsvermogen. Hij leek te beschikken over een ongelooflijke overlevingsdrang. Stappen werden gemaakt, mijlpalen gehaald, steeds meer slangetjes verdwenen en steeds meer zagen wij van ons kleine mooie kindje. Na een behoorlijke dip groeide onze kleine superman goed en heel langzaam, met kleine stapjes, dronk hij bij mij. Uit de couveuse, in de klimaatkamer mocht ik hem op gepaste tijden gaan voeden en wegen. Dat gaf een indicatie van hoeveel hij dronk. Als hij te moe was om voldoende te drinken, kreeg hij zijn voeding vervolgens via de maagsonde.
Zoals door de lactatiekundige voorspeld, had hij ineens de slag te pakken en leek het alsof hij alle tijd daarvoor wilde inhalen. Hij was niet te stoppen met drinken. Dat was heerlijk want hierdoor kon ik soms een keer kolven overslaan. Toen we thuis kwamen, miste ik enorm de weegschaal. Ik werd onzeker, kreeg ons ventje wel genoeg? Dronk hij goed? Geeft hij niet teveel over? Houdt hij voldoende binnen? Om de drie uur maakten wij hem wakker voor om te drinken. Hij was nog te jong om zelf wakker te worden.
Heel geleidelijk gingen we over op voeden op verzoek. Het ging als vanzelf, hij begon aan te geven als hij trek kreeg en dan legde ik hem aan. Ik kan met trots zeggen dat de kolf al een tijdje ongebruikt in de kast ligt. Als men mij vraagt hoeveel voedingen hij krijgt per dag? Tja…. Eigenlijk geen idee. De ene dag meer dan de andere dag. Ik voed hem wanneer hij trek krijgt en het is heerlijk. Het gaat geweldig goed. Hij groeit, plast, poept, alles werkt. Niets doet je meer denken aan toen hij als ‘super prematuur’ werd geboren. De naam die we voor hem kozen betekent ‘overwinnaar’, en één ding is zeker, dat is hij!
Nu 3,5 maand verder, alweer eventjes thuis, krijg ik wel eens reacties: ‘geef je nog steeds borstvoeding?’ Ja…. en als ’t aan mij ligt blijf ik dat nog wel even doen!!!
Lieve Kolijn, mama en papa houden van jou!
- Reageren? Dat kan op de Facebookpagina van Kenniscentrum Borstvoeding
- Heb jij ook een belangrijk verhaal? Kijk hier en schrijf ons jouw verhaal!
- Bereid je voor op borstvoeding en lees hier alles over borstvoeding.