Een weg met obstakels

verhaal-71-1-obstakels.jpgIk las een vraag op een babysite van een onzekere mama-in-wording over of ze nou wel of geen borstvoeding zou gaan geven straks als de kleine er is. De reacties kwamen van zowel borstvoedingsvoorstanders als van voorstanders van de fles. Een reactie van een borstmoeder was: ‘Omdat het het allerbeste is. Omdat het zo lekker makkelijk is: aanleggen en drinken maar; geen geklooi met klaarmaken, opwarmen, en intussen een huilend en ongeduldig kind. Omdat het zo bijzonder en intiem is: alleen jij als mama kan het geven. Ik ben het daar voor een groot deel mee eens. Want borstvoeding is het allerbeste, en bijzonder en intiem is het zeker! Maar makkelijk? Nee, lang niet altijd. Ik heb ondervonden dat de borstvoedingsweg een weg met behoorlijk wat obstakels kan zijn.

Het begon al de nacht na de bevalling. Onze dochter Nyke is met 37 weken geboren. Ik wist niet hoe ik haar aan moest leggen, hulp van verpleging kreeg ik amper. Op dag twee had ik al een blaar en een gigantische kloof. En pijnlijk dat ik het aanleggen vond! We gingen wel vol goede moed naar huis. Op dag vier kreeg ik gigantische stuwing, ik kon mijn armen niet eens optillen en mijn kleine meisje had niet genoeg kracht om uit die grote gespannen ballonnen haar melk te krijgen. De dag erna werd ons meisje opgenomen in het ziekenhuis; ze was te geel en te veel afgevallen. Ik moest thuis blijven omdat ik te zwak was om in het ziekenhuis voor haar te zorgen, en ging kolven. In het ziekenhuis kreeg Nyke de fles, met kunstvoeding, maar na één dag al met mijn gekolfde melk. Thuis kolfde ik alsof mijn en haar leven ervan afhing. Goed in zwanger-zijn was ik niet, bevallen was een drama, maar borstvoeding zou ik toch wel moeten kunnen geven?!

verhaal-71-2-obstakels.jpgOp dag zeven gooide ik een flesje met gekolfde melk om: tranen met tuiten heb ik gehuild. Mijn meisje mocht na een paar dagen weer naar huis, maar het was erg belangrijk om te zien hoeveel ze dronk, dus bleven we de fles geven. In haar derde week heb ik met behulp van een lactatiekundige weer geprobeerd haar aan de borst te krijgen. Maar wat was dat weer pijnlijk. Ook dronk ze niet goed door. Besloten werd nog weer even te wachten. Op mijn tepels ontstond ondertussen een wit plakkaat aanslag, wat ik niet weggepoetst kreeg. Na vijf weken kwamen we er achter: spruw! Bij Nyke was niets te zien. Vandaar dat het steeds zo pijnlijk was! De huisarts wilde niks voor haar geven, ik moest maar gaan smeren. Na een strijd met de huisarts heeft een andere huisarts gelukkig wel een middel voor Nyke uitgeschreven. Ondertussen was Nyke het drinken uit de borst verleerd. Met heel veel moeite en geduld en met veel hulp en steun van de lactatiekundige is het wonder toch nog gebeurd: Nyke is na acht weken nog uit mijn borst gaan drinken! Het was ons toch nog gelukt. Dit was zo mooi!

Ons mooie meisje had het wel moeilijk. Ze huilde enorm veel en kronkelde veel. Ze kon niet op haar ruggetje liggen van de pijn. We hebben zoveel geprobeerd, maar niets hielp. Het ergste was dat we haar een week lang telkens lieten huilen, op aanraden van het consultatiebureau. Maar ook dat hielp niet, en ondertussen huilde ik elke keer met haar mee. Daar zijn we na die week dan ook mee gestopt. Ik droeg haar de hele dag in de draagdoek, dat was het enige waar ze rustig van werd. Uiteindelijk ben ik op dieet gegaan: geen zuivel, ei en soja meer. We kregen een ander meisje; ze werd een vrolijk en rustig meisje. Ik had dubbele gevoelens: ik had zó mijn best gedaan voor die borstvoeding, maar het voelde alsof ik haar al die tijd vergif had gegeven. Want door mijn melk had ze het achteraf zo moeilijk. Maar aan de andere kant was borstvoeding nu nog belangrijker, want voor allergiekindjes is borstvoeding helemaal het beste!

verhaal-71-3-obstakels.jpgOndertussen had ik erg veel melk. De vriezer lag al vol en daarom hebben we een nieuwe grotere vriezer aangeschaft. Speciaal voor al die melk. Na het drama van het omgooien van dat kleine flesje gekolfde melk, kon ik geen melk weggooien. Toen ook die vriezer vol was, heeft mijn vriend al de melk (wel 14 liter) waar misschien spruw in zat weggegooid. Ik kon dat niet. Mijn overproductie was niet leuk meer. Elke nacht werd ik wakker met pijnlijke borsten en regelmatig lag ik in een nat bed. Ik kolfde elke avond en ochtend de pijn weg. Mijn dochter was nog geen vijf maanden en ik had al bijna 40 liter teveel gekolfd. Gelukkig bestaat het moedermelknetwerk, en heb ik melk kunnen doneren. Heel erg blij was ik dat er andere kindjes konden groeien van mijn melk, wat ik toch met veel liefde had gekolfd.

Ik wilde graag van die overproductie en het kolven af. Uiteindelijk is dat gelukt, door steeds minder te kolven en mijn dochter op mijn verzoek ’s avonds extra aan te leggen. We hebben nog een keer flinke spruw gehad. En na een griepje en die spruw had ik zelfs een gigantische productiedip. Na de overproductie had ik nooit gedacht dat ik dat nog zou meemaken. Nyke dronk dapper elk uur, soms zelfs elk kwartier, om de productie weer optimaal te krijgen.

Over zes weken wordt Nyke al één jaar, onze kleine meid wordt al een dametje. Ik ben nog steeds op een hypo-allergeen dieet voor haar. Dat is best zwaar. Ik ben trots op deze lange periode dat ze al borstvoeding krijgt. We genieten samen van de intieme momenten en het voelt ontzettend goed dat ze zo goed groeit en bloeit op mijn melk. We hebben een weg met obstakels achter de rug, en we zullen komende tijd vast nog wat obstakels tegen komen. Dus dat borstvoeding geven altijd makkelijk is? Nee, dat niet. Maar ondanks die obstakels is het wel het mooiste wat er is en raad ik het iedereen aan!

    \t

  • Karin en Nyke