Al tijdens mijn zwangerschap schaf ik een dure electrische kolf aan. Het lijkt nog ver weg maar als ik weer aan het werk ga, zal ik toch moeten gaan kolven. Ik ben vastbesloten om borstvoeding te gaan geven en als het allemaal anders loopt, dat zien we dan wel weer. Als mijn dochter wordt geboren blijkt ze al snel de slag van het drinken te pakken te hebben en na een dag of drie zwellen mijn kleine borsten op tot voor mij ongekende proporties. De kraamverzorgster stelt op de laatste dag van de kraamweek voor om even te oefenen met het kolfapparaat. Wat voelt dat gek! Ik word er lacherig van. Als de kraamverzorgster weer binnenkomt is ze onder de indruk. Stop nu maar hoor, dit is wel genoeg. In totaal zit er al 180 cc in de flesjes, en dat voor een eerste keer. Aan mijn man de eer om een deel hiervan aan mijn dochter te geven. Ik betrap mezelf op jaloezie. Ze hoort bij mij te drinken en niet uit een flesje. Ik stop het gevoel weer weg en geniet van de aanblik van man en dochter.
Na deze oefening wordt de kolf weer opgeborgen tot zes weken later. Dan willen we gaan oefenen met de fles en een klein voorraadje opbouwen voor als ik weer aan het werk ga.
Zes weken later dus, kolf ik enthousiast ‘s avonds m’n borsten leeg en doe de inhoud in een flesje. Maar nee, mijn dochter weigert resoluut. Ze brult en brult en wil niets anders dan de borst. Daar zit ik dan met een volle fles en lege borsten. Niet zo slim van me. Nynke mag aan de borst en een uur later is ze dan toch verzadigd. De weken erna gaat het erg wisselend. Soms drinkt ze een beetje uit de fles, meestal weigert ze. We proberen alle trucjes uit. Net op tijd besluit ze een flesje leeg te drinken en ik kan met een gerust hard aan het werk.
Ik heb geboft met mijn werkgever. Een mooie kolfruimte met koelkast en alle begrip van collega’s. De eerste maanden kolf ik drie keer per dag. Tegen de tijd dat ze ruim acht maanden is lukt het opeens niet meer. Slechts 30 cc per kolfbeurt is de opbrengst. Ook ‘s avonds voor het slapengaan is mijn dochter alles behalve tevreden. Een tijd lang krijgt ze na de laatste voeding nog een beetje kunstvoeding na zodat zij met een volle buik kan slapen en ik daarmee ook. Gelukkig heb ik kerstvakantie en als ik daarna weer aan het werk ga lukt het kolven weer. Nu nog twee keer per dag. En inmiddels heb ik genoeg voorraad in de vriezer om tegenvallende dagen op te kunnen vangen. Op het dagverblijf zijn er vrijwel geen andere kindjes die afgekolfde moedermelk meekrijgen.
Inmiddels ben ik zo vertrouwd met m’n kolftas dat ik me kaal voel als ik zonder tas op pad ga. Ik kolf in de sauna, bij de toiletjuffrouw van de Bijenkorf, op een campingtoilet en in congreshotels voor m’n werk. Soms ben ik doppen van de flesjes vergeten, soms de flesjes zelf. Dan moet ik op zoek naar flesjes mineraalwater. Eén keer kan ik ‘s avonds niet thuiskomen vanwege storm en heb ik de volgende dag extra bekers vol melk bij me.
Als Nynke ongeveer vijftien maanden is, kolf ik nog één keer per dag. Wat ik kolf, gaat mee naar het dagverblijf. Op papadagen weigert ze inmiddels een fles of beker met mamamelk. Dan, in oktober 2007, krijg ik een nieuwe baan. Zal ik daar ter sprake brengen dat ik nog kolf? Zal ik stoppen met kolven voor die tijd? Al snel blijkt dat laatste nog niet aan de orde te zijn. In korte tijd krijg ik drie keer een hele harde pijnlijke borst. Met veel massage, extra kolven en voeden voorkom ik dat het een borstontsteking wordt. Maar vervelend is het wel. Voorlopig blijf ik nog maar kolven onder werktijd. Mijn nieuwe werkgever vindt dit geen probleem, al is er geen echte kolfruimte en moet ik mijn spullen op het toilet of in de keuken omspoelen. En dan, na ongeveer twintig maanden stop ik ermee. Een dag zonder kolven gaat prima en Nynke kan nog een paar weken van de voorraad drinken. Daarna schakelt ze op het dagverblijf probleemloos over op een beker koemelk tussen de middag (en thuis weigert ze nog steeds elke vorm van zuivel behalve mamamelk). Sneller dan verwacht ben ik helemaal gewend aan een werkdag zonder kolfmoment. De kolf staat inmiddels op zolder. Ik ben erg blij dat het kolven meestal zo goed ging en dat ik mijn dochter ook overdag zo lang van moedermelk heb kunnen voorzien. Werken en langer voeden kunnen dus goed samengaan, natuurlijk wel enigszins afhankelijk van het soort werk dat je doet. Mijn dochter is nu twee jaar en drie maanden en drinkt nog met veel plezier. Als de melk op is krijg ik de opdracht om ‘nieuwe mek’ te gaan maken. En dat doe ik graag voor haar.
Grietje