Hij wilde me iets duidelijk maken

verhaal-297.jpg
Vanaf de eerste dag dat ik wist dat ik opnieuw mama zou worden, keek ik enorm uit naar de borstvoeding. Bij mijn eerste kindje was dit vrij goed gelukt, maar was ik door een ontsteking langs beide kanten in een sukkelstraatje geraakt en werd ik na vier maanden gedwongen te stoppen. Ik was daar toen emotioneel totaal nog niet klaar voor, maar de dochter was meteen aan de flessen gewend en wilde zelfs geen borst meer.

Op 5 april 2013 was het dan zo ver. Ik liep al van ’s nachts rond met weeën en toen ik om 11u25 in het ziekenhuis aankwam, ging het allemaal erg snel. Een dikke 25 minuten later was onze kleine man er al en nog eens tien minuten later lag hij aan de borst. Het verliep meteen goed! Wat een zuigreflex had hij! Alles liep perfect (als we dan even niet meer aan de stuwing en de kloven terug denken).
Maar toen begon het… Half juli voelde ik stilaan de druk om toch maar met de fles te beginnen oefenen. Eind augustus moest ik namelijk terug voltijds gaan werken en mijn man wilde nog wel eens een avondje zonder de baby kunnen genieten.

Ik ging er van uit dat Winston even makkelijk van de fles zou drinken als zijn oudere zus… niet dus! Hij had nochtans, toen ik met de kloven sukkelde, meerdere keren getoond dat hij echt wel wist waarvoor zo’n flesje diende. Maar nu brulde en tierde hij de boel bij elkaar: een rood aangelopen gezicht, gebalde vuisten, traantjes in de ogen, … en vooral heel zielig en doordringend kijken: ‘mama, ik wil bij jou zijn!’

Iedere keer weer gaf ik toe. Voor een groot stuk ook omdat ik dit helemaal nog niet wilde. Ik genoot nog zo van de borstvoeding en het liep allemaal zo goed! Gelukkig kon ik op de steun rekenen van een geweldige lactatiekundige die bij ons over de deur woont. Ik belde haar vaak huilend op en altijd kreeg ze me er terug boven op.

Maar ondertussen tikte de klok natuurlijk verder. Het werd al half augustus. Ik contacteerde de mensen van ‘Kenniscentrum Borstvoeding’. Die gaven me verschillende tips en vroegen me ook om zeker te laten weten hoe het afliep. De lactatiekundige zei me dat we best al zouden starten met vaste voeding. Zo zou hij zijn dagen in de crèche toch al kunnen overbruggen. Op enkele dagen tijd leerde Winston zo zijn groente- en fruitpapje naar binnen spelen. We bleven ondertussen experimenteren met verschillende soorten papflessen. Deze vulden we de ene keer met afgekolfde melk, de andere keer weer met poedermelk. Ook de cupfeeding die ons was aangeraden, lukte helemaal niet. Alsook de harde aanpak (volledig van mama gescheiden) baatte niet. We waren op den duur zelfs zo ver dat de arts Winston echt fysiek onderzocht om na te gaan of er toch geen afwijkingen waren.

Als er één vervelend ding is aan de tijd, is dat je het nooit op pauze kan zetten. Zo kwam het dus dat ik eind augustus mijn baby bij de opvang moest achterlaten, wetende dat hij die dag vast erg veel honger zou lijden. En effectief… als ik hem ’s avonds ging halen was hij uitgehongerd. Hij weigerde er niet alleen de fles maar ook de groentepap at hij niet. Als overlevingsstrategie begon hij zijn dag-nacht om te wisselen. Hij dronk soms tot vier keer per nacht… zo uitgehongerd was hij. En zo uitgeput raakte ik zelf.

Na een tijd begonnen we weer wat beterschap te merken met de fles. We leken een speen te hebben gevonden die hij wel ok vond. En mits toevoeging van een beetje koekjesmeel aan het melkpoeder, begonnen de maaltijden te vlotten. Als gevolg hiervan, begon de druk van buitenstaanders om te stoppen met borstvoeding natuurlijk ook weer toe te nemen. Maar ik voelde aan Winston dat we er beiden niet klaar voor waren. Hij begon ook met zijn gezondheid te sukkelen. Hij maakte geregeld enkele dagen koorts gepaard met braken. De huisarts raadde me aan om de borstvoeding terug volledig op te bouwen omdat dit het best verteerbare was voor zijn maagje. Ik schrok van de negatieve reacties rond me : ‘Als ons kind ziek is, geneest het ook met flesjesvoeding.’ Ik probeerde het me niet aan te trekken en bleef doen wat in mijn ogen het beste was. Toch bleef onze kleine man ziek en viel hij zienderogen af. We werden door de arts steeds terug naar huis gestuurd met boodschappen als ‘het zullen de tandjes wel zijn’ of ‘het is gewoon een klein griepje’. Toch voel je als moeder dat er meer is.

Uiteindelijk werd mijn zoontje in het ziekenhuis opgenomen vorige week met een zware bacterie in het bloed die zijn hartje stilaan aan het aantasten was. Lang leve het moederinstinct dat ik ben blijven volhouden dat er meer was! Volgens de specialist zaten de bacteriën ’te wachten’ tot hij zwak genoeg was om toe te slaan.

Deze opname was gelijk ook het einde van mijn borstvoeding… De eerste nacht in het ziekenhuis, stopte hij plots met drinken en keek me echt aan alsof hij me iets wilde zeggen. Dit klinkt misschien absurd, maar het was echt net of hij zei ‘het is goed geweest, ik ben er klaar mee’. De volgende dag weigerde hij gewoon de borst. Na enkele dagen serieuze stuwing en wat afkolven af en toe, heb ik ook totaal geen productie meer.

Ik ben er voor mezelf echt van overtuigd dat ik dankzij onze nauwe borstvoedingsband heb aangevoeld dat er echt iets verkeerd was met zijn gezondheid. Ik ben er voor mezelf echt zeker van dat het dus dankzij de borstvoeding is dat mijn zoontje toch al die tijd tegen de bacteriën heeft kunnen vechten. En ik geloof ook echt dat mijn zoontje zichzelf zo hard aan de borstvoeding heeft vastgeklampt omdat hij me dit ook allemaal wilde duidelijk maken. Het is misschien allemaal erg ver gezocht maar zoals hij me die eerste nacht in het ziekenhuis aankeek, was het net of hij me dit ook allemaal wilde zeggen.
Sinds vandaag zijn we terug thuis. Winston is een heel ander kind. Hij is ook al terug wat aan het bijkomen en hij drinkt uit de fles net alsof hij het nooit anders heeft gedaan.
Eind goed, al goed!

Joke