Hoewel je kind aan de borst voeden de normaalste zaak van de wereld is, zijn er toch 101 redenen om je kind zich aan jouw borst te laten voeden. Handig voor als je eens in gesprek bent en je mening over het geven van borstvoeding wilt onderbouwen. Of misschien twijfel je weleens of word je aan het twijfelen gebracht. Dan heeft het beslist zin om eens door al deze argumenten vóór borstvoeding te struinen. Goed voor de motivatie!
- Auteur: Leslie Burby
- Aangeleverd door: ProMom met aanvullingen van Dana Anagnostou, Executive Director van ProMom
- Vertaling door: Natascha Oorthuis en Trix Planting
- Andere bijdragen van: Nanny Gortzak, lactatiekundige IBCLC; Saskia Liebregts, verpleegkundige en werkzaam bij MBTS Translations en Stefan Kleintjes, lactatiekundige Groningen-Bedum en kinderdiëtist
- © 1998-2003 ProMom, Inc
1. De Organisatie van Amerikaanse Kinderartsen (AAP) raadt het geven van borstvoeding aan
Volgens de meest recente verklaring van de AAP is moedermelk de voeding die de voorkeur verdient voor alle kinderen, ook voor de prematuur geboren en zieke zuigeling. Het wordt aanbevolen om borstvoeding voort te zetten tot ten minste de eerste 12 maanden en daarna zolang als moeder en kind dit wensen.
Literatuurverwijzing
2. Borstvoeding bevordert de hechting tussen moeder en kind
De Amerikaanse vereniging van diëtisten promoot borstvoeding en gaat er van uit dat de hechting die ontstaat tijdens het voeden, het geven van borstvoeding tot een unieke keuze maakt.
Borstvoeding zorgt voor het vrijkomen van het hormoon oxytocine in het lichaam van de moeder. Het is nu algemeen bekend dat oxytocine zowel het samentrekken van de baarmoeder als de melkstroom (toeschietreflex) bewerkstelligt, maar ook het ontwikkelen van moederlijk gedrag en de hechting tussen moeder en kind stimuleert.
Literatuurverwijzing
3. Borstvoeding bevredigt de emotionele behoeften van de baby
Alle baby’s hebben de behoefte vastgehouden te worden. Studies hebben laten zien dat prematuur geboren baby’s meer risico lopen te overlijden als ze niet worden vastgehouden of gestreeld. Er is geen veiliger gevoel denkbaar voor een baby van welke leeftijd dan ook, dan te worden gekoesterd en geknuffeld tijdens de borstvoeding. Hoewel veel met de fles voedende ouders zich bewust zijn van het belang van het lichaamscontact tijdens het geven van de fles, zijn sommigen dat niet. Zelfs voor ouders met de beste bedoelingen is er altijd de verleiding om de fles op kussens naast het kind te leggen. Of, als de baby wat ouder is, het kind zijn/haar eigen fles vast te laten houden en alleen te laten zitten. Dit is emotioneel onbevredigend voor de baby en kan fysieke gevaren opleveren. Een alleen gelaten kind kan zich verslikken. Ook veroorzaken flesjes, meegegeven in bed, tandbederf.
4. Borstvoeding is de perfecte voeding voor kinderen
Moedermelk is dé ongeëvenaarde superieure babyvoeding en is soortspecifiek; alle vervangende voedingsmogelijkheden zijn wezenlijk anders. Het borstgevoede kind is het uitgangspunt of normatieve voorbeeld, waartegen alle andere voedingsmethodes moeten worden afgezet wat betreft groei, gezondheid, ontwikkeling en alle andere voordelen op de korte en lange termijn.
Literatuurverwijzing
5. Geen borstvoeding geven verhoogt het risico van de moeder op borstkanker
Het is al enige jaren bekend dat het geven van borstvoeding in verband wordt gebracht met een lagere kans op borstkanker voor de menopauze. Een nieuwe studie uit China heeft aangetoond dat een vrouw die 24 maanden van haar leven borstvoeding geeft, de helft minder kans op borstkanker heeft dan een vrouw die geen borstvoeding heeft gegeven. De beschermende werking loopt op tot 75% voor die moeders die in totaal 109 maanden borstvoeding geven. Dit bleek te gelden voor typen borstkanker die zowel voor als na de menopauze voorkomen.
Literatuurverwijzing
6. Het krijgen van kunstvoeding verhoogt voor een meisjesbaby het risico om later borstkanker te ontwikkelen
Vrouwen die als kind kunstvoeding kregen hebben als volwassene een grotere kans op het ontwikkelen van borstkanker. Voor zowel borstkanker voor de menopauze als borstkanker na de menopauze geldt, dat vrouwen die als kind borstvoeding kregen, zelfs al was dat maar van korte duur, 25% minder kans op het ontwikkelen van borstkanker hadden. Dit in vergelijking met vrouwen die kunstvoeding kregen.
Literatuurverwijzing
7. Kunstvoeding wordt in verband gebracht met een lager IQ
Moedermelk bevordert de hersenontwikkeling en verbetert de cognitieve ontwikkeling, op een manier die voor kunstvoeding onmogelijk is. Uit een studie bleek dat het gemiddelde IQ van 7- en 8-jarige kinderen die als baby borstvoeding hadden gekregen, 10 punten hoger was dan het IQ van hun met kunstvoeding gevoede leeftijdgenootjes. Alle kinderen uit het onderzoek waren te vroeg geboren en met een sonde gevoed. Dit geeft aan dat de moedermelk zelf, en niet het voeden aan de borst, het verschil in IQ veroorzaakt.
Een andere studie die deze stelling ondersteunt komt uit Nieuw Zeeland. Een longitudinale, 18 jaar durende studie met meer dan 1.000 kinderen gaf aan dat de kinderen die als baby borstvoeding hadden gekregen, een hogere intelligentie en betere schoolprestaties hadden dan kinderen die kunstvoeding hadden gekregen.
Literatuurverwijzing
8. Borstvoeding is altijd bij de hand en zit in een aantrekkelijke verpakking
Valt daar nog iets aan toe te voegen?
9. Borstvoeding vergemakkelijkt het loskomen van meconium
Baby’s worden geboren met een plakkerige substantie in hun darmpjes, het zogenaamde meconium. Colostrum (de eerste melk) heeft de unieke eigenschap dat het er voor zorgt dat deze substantie zo snel mogelijk het lichaam verlaat.
10. Borstvoeding bevat antistoffen tegen ziektes en helpt bij de ontwikkeling van het afweersysteem van de baby
Kunstvoeding levert geen van deze voordelen. Borstgevoede kinderen zijn minder ziek omdat moedermelk de antistoffen tegen ziektes van de moeder aan de baby doorgeeft. Ongeveer 80% van de cellen in moedermelk zijn macrofagen, cellen die bacteriën, schimmels en virussen doden. Borstgevoede baby’s worden op verschillende manieren beschermd tegen een aantal ziektes waaronder: longontsteking, botulisme, bronchitis, stafylokokken infecties, griep, oorontstekingen en mazelen. Daarbij komt nog dat moeders antistoffen aanmaken tegen alle ziektes die aanwezig zijn in hun omgeving. Daarmee geven ze melk, ‘op maat gemaakt’ om de ziektes te bestrijden waaraan hun baby’s worden blootgesteld.
Literatuurverwijzing
11. Borstvoeding is lichter verteerbaar dan kunstvoeding
Baby’s kunnen moedermelk gemakkelijker verteren dan de melk van andere dieren, waarschijnlijk omdat moedermelk een enzym bevat dat bijdraagt aan het verteringsproces. Moedermelk stremt in de maag tot zachtere ‘klontjes’ dan koemelk (koemelk is de basis van de meeste kunstvoedingen) en wordt gemakkelijker opgenomen in het lichaam. Hoewel moedermelk minder eiwitten bevat dan koemelk, zijn vrijwel al deze eiwitten beschikbaar voor de baby. Dit in tegenstelling tot de eiwitten in koemelk: ongeveer de helft van deze eiwitten verlaat het lichaam van de baby als afvalproduct. Ook voor ijzer en zink geldt dat zij beter opgenomen worden door borstgevoede baby’s.
Literatuurverwijzing
12. Het zuigen van de baby is bevorderlijk voor het samentrekken van de baarmoeder na de geboorte
Borstvoeding geven zal je helpen om je oude figuur eerder terug te krijgen, omdat het proces van de melkafgifte er voor zorgt dat de baarmoeder (die tijdens de zwangerschap tot ongeveer 20 keer haar normale grootte toeneemt) sneller weer krimpt naar de grootte van voor de zwangerschap.
De baarmoeder van de niet borstvoedende moeder zal nooit krimpen tot haar oorspronkelijke grootte. De baarmoeder zal altijd iets vergroot blijven.
Literatuurverwijzing
13. Het zuigen van de baby helpt bloedingen na de bevalling voorkomen
Wanneer een moeder borstvoeding geeft komt in haar lichaam het hormoon oxytocine vrij. Oxytocine stimuleert de baarmoeder om samen te trekken zodat deze kan krimpen tot haar oorspronkelijke grootte van voor de zwangerschap. Dit zorgt voor het uitdrijven van de placenta. Deze samentrekkingen zorgen er ook voor dat de bloedvaten van de moeder die eerst de baby van voeding voorzagen, worden afgesloten. Hiermee wordt overmatig vloeien tegen gegaan. Vrouwen die geen borstvoeding geven krijgen vaak synthetische oxytocine toegediend om overvloedig bloedverlies tegen te gaan.
Literatuurverwijzing
14. Borstvoeding geven helpt de moeder gewicht te verliezen nadat de baby is geboren
Borstvoeding geven kost de moeder ongeveer 500 kilocalorieën extra per dag. Moeders die borstvoeding geven, verliezen in het algemeen sneller gewicht dan kunstvoedende moeders. Zij zien hun buikje sneller verdwijnen en hebben een kleinere kans op borst- en eierstokkanker. Hetzelfde geldt voor de kans op osteoporose.
Moeders die volledig of gedeeltelijk borstvoeding gaven namen aanmerkelijk meer in heupomvang af en zaten een maand na de bevalling minder ver boven hun gewicht van voor de zwangerschap dan moeders die volledig de kunstvoeding gaven.
Literatuurverwijzing
15. Premature melk is speciaal aangepast aan de behoefte van premature baby’s
Moedermelk die wordt geproduceerd door vrouwen die te vroeg bevallen zijn, verschilt van de melk die wordt gemaakt na een voldragen zwangerschap. In het bijzonder de eerste maand na de bevalling blijft pre-terme melk wat betreft samenstelling op colostrum lijken.
Literatuurverwijzing
16. De WHO (Wereldgezondheidsorganisatie) en Unicef bevelen borstvoeding aan
Borstvoeding is ongeëvenaard de beste voeding en ideaal voor de gezondheid en ontwikkeling van kinderen. Het vormt een unieke biologische en emotionele basis voor de gezondheid van zowel moeder als kind. De antistoffen in moedermelk beschermen kinderen tegen ziektes en infecties en er is een belangrijke relatie tussen borstvoeding en het leeftijdverschil tussen kinderen.
Literatuurverwijzing
17. Borstvoeding beschermt tegen de ziekte van Crohn
De ziekte van Crohn is een chronische ontsteking van de dikke darm, die zich uit kan breiden in de diepere lagen van de ingewanden. Het is een moeilijk te behandelen aandoening, maar meerdere studies hebben aangetoond dat door het geven van borstvoeding de baby minder kans heeft op het ontwikkelen van de ziekte van Crohn.
Literatuurverwijzing
18. Kunstvoeding verhoogt het risico van het kind om Diabetes type I (insulineafhankelijke- of jeugddiabetes) te krijgen
Er zijn veel studies die een verband leggen tussen het ontwikkelen van jeugddiabetes en het niet krijgen van borstvoeding. De resultaten van een recente Finse studie lieten zien, dat de introductie van zuivelproducten op jonge leeftijd en een hoge melkconsumptie gedurende de jeugd de hoeveelheid antistoffen tegen de koemelk in het lichaam van kinderen doet toenemen. Deze factor is onafhankelijk in verband gebracht met een verhoogde kans op het krijgen van insulineafhankelijke diabetes.
Literatuurverwijzing
19. Borstvoedende vrouwen met diabetes hebben minder insuline nodig
De afname van de benodigde dosering insuline na de bevalling was bij borstvoedende vrouwen duidelijk groter dan bij vrouwen die kunstvoeding gaven.
Literatuurverwijzing
20. Het geven van borstvoeding kan de voortgang van endometriose bij de vrouw stabiliseren
Endometriose is een aandoening waarbij het endometrisch weefsel (het weefsel van de baarmoederwand) zich binnen het lichaam op andere plaatsen dan de baarmoeder begint te vormen, zoals in de eierstokken, eileiders en de buitenzijde van de baarmoeder. Dit weefsel blijft functioneren als baarmoederweefsel. Net zoals de cellen binnenin de baarmoeder elke maand opzwellen en afgevoerd worden, doen deze cellen op de verkeerde plaats precies hetzelfde. Omdat er geen vaginale uitgang is voor dit bloed en weefsel, kunnen er pijnlijke complicaties en onvruchtbaarheid ontstaan. Er is veel klinisch onderzoek dat laat zien dat zwangerschap het voortschrijden van deze aandoening tijdelijk stopzet. Veel vrouwen zeggen ook dat de aandoening lijkt te verminderen door borstvoeding te geven. Het lijkt natuurlijk logisch dat het uitstellen van de terugkeer van de menstruatiecyclus wenselijk is om opleving van de endometriose te voorkomen. Er zijn vrouwen die beweren volledig genezen te zijn. Na haar kinderen in totaal 27 maanden borstvoeding gegeven te hebben zei een vrouw: “Zelfs nu nog zijn mijn menstruaties regelmatig, mijn ovulatie is normaal en voorspelbaar en ik ben de pijn vergeten die mij, als een vuist in mijn buik, zo vaak ’s nachts wakker hield.”
Literatuurverwijzing
21. Geen borstvoeding geven vergroot het risico van de vrouw om ovariumkanker te krijgen
Uit onderzoek blijkt dat bij vrouwen die eierstokkanker krijgen de verhouding tussen vrouwen die borst- of kunstvoeding hebben gegeven 1 op 1.6 is.
Literatuurverwijzing
22. Geen borstvoeding geven vergroot het risico van het krijgen van baarmoederkanker
Een studie van de World Health Organisation (WHO) toont aan dat, hoe langer een vrouw haar kind aan de borst voedt, hoe kleiner het risico is dat zij kanker aan het baarmoederslijmvlies krijgt.
Een andere studie betreft een meta-analyse van 17 voorgaande studies, waarin 8.981 vrouwen met baarmoederkanker werden onderzocht. De controlegroep bestond uit 17.241 vrouwen. Deze studie laat ook zien dat vrouwen die hun baby aan de borst voeden, minder kans hebben op baarmoederkanker. Ze zouden 11 procent minder kans lopen op de ziekte dan vrouwen die wel kinderen hebben, maar deze niet aan de borst voeden.
Literatuurverwijzing
23. Kunstvoeding verhoogt voor de baby de kans op het ontwikkelen van allergieën
Borstgevoede baby’s hebben minder allergieën dan baby’s die kunstvoeding krijgen. Dit is vooral belangrijk als in je familie allergieën voorkomen. Veel baby’s zijn allergisch voor zuigelingenvoeding op basis van koemelk, en sommige zelfs voor voeding op sojabasis. Borstvoeding beschermt ook tegen andere allergieën zoals atopisch eczeem, voedselallergie en allergieën van de luchtwegen.
Literatuurverwijzing
24. Moedermelk verkleint voor de baby het risico van astma
Borstgevoede baby’s hebben op latere leeftijd een kleinere kans op terugkerende piepende ademhaling (zes jaar of ouder).
Literatuurverwijzing
25. Kunstvoeding verhoogt voor de baby de kans op middenoorontsteking
Middenoorontsteking komt 3 tot 4 keer vaker voor bij kinderen die kunstvoeding krijgen.
Literatuurverwijzing
26. Kunstvoeding kan het risico van wiegendood (S.I.D.S.) vergroten
Er zijn een aantal studies die een verband laten zien tussen het niet krijgen van borstvoeding en wiegendood. Aangetoond is, dat iedere maand borstvoeding de kans op wiegendood met 50% doet afnemen in vergelijking met kunstvoeding.
Literatuurverwijzing
27. Borstvoeding beschermt de baby tegen diarree en buikgriep
Talloze studies laten zien dat diarree en buikgriep vaker voorkomen bij baby’s die kunstvoeding krijgen. Dit is zo over de hele wereld, hoewel velen denken dat alleen mensen in gebieden met besmet water hierover bezorgd moeten zijn. Zulke infecties zijn in ontwikkelingslanden waarschijnlijk vaker dodelijk, maar alle kunstgevoede baby’s lopen een groter risico dan hun borstgevoede leeftijdgenoten.
Literatuurverwijzing
28. Borstvoeding beschermt de baby tegen bacteriële meningitis (hersenvliesontsteking)
Meningitis is een infectie/ontsteking van het vlies dat rond de hersenen en het ruggenmerg zit. Dit kan veroorzaakt worden door een type bacterie genaamd Hemophilus influenzae type B (HiB). Borstvoeding beschermt tegen infecties die door deze bacterie worden veroorzaakt en tegen de meningitis die daaruit voort kan komen.
Literatuurverwijzing
29. Borstvoeding beschermt de baby tegen infecties van de luchtwegen
Dit omvat o.a. infecties die veroorzaakt worden door rotavirussen en het RS-virus.
Baby’s die borstvoeding kregen, hadden een tweemaal kleiner risico om in het ziekenhuis opgenomen te worden met longontsteking en bronchitis.
Borstgevoede baby’s hadden in vergelijking met kunstgevoede baby’s tot één vijfde minder last van infecties aan de onderste luchtwegen.
Literatuurverwijzing
30. Baby’s die met kunstvoeding gevoed worden hebben een groter risico om bepaalde soorten jeugdkanker te krijgen
In een studie, uitgevoerd door onderzoekers van de University of Minnesota, werd ontdekt dat baby’s die tenminste een maand borstvoeding hadden gekregen 21% minder kans hadden om leukemie te krijgen dan kunstgevoede baby’s. Baby’s die 6 maanden borstvoeding hadden gekregen hadden zelfs 30% minder kans op leukemie.
Literatuurverwijzing
31. Borstvoeding vermindert de kans op het krijgen van jeugdreuma
Voorlopige gegevens van onderzoekers aan de University of North Carolina/Duke University wijzen uit dat borstgevoede baby’s een 60% kleiner risico hebben om jeugdreuma te krijgen.
Literatuurverwijzing
32. Borstvoeding vermindert de kans op het krijgen van de ziekte van Hodgkin
De ziekte van Hodgkin is een vorm van lymfoom, of kanker van het lymfesysteem. Het kan voorkomen bij kinderen, maar dat is minder waarschijnlijk bij kinderen die als baby borstvoeding hebben gehad.
Literatuurverwijzing
33. Borstvoeding beschermt de baby tegen bepaalde aandoeningen van de ogen
In een onderzoek uit Bangladesh blijkt borstvoeding een beschermende factor te zijn tegen blindheid onder kinderen van kleuterschoolleeftijd, zowel op het platteland als in de stedelijke gebieden. Moedermelk is meestal de voornaamste of zelfs de enige bron van vitamine A voor een kind gedurende de eerste 24 maanden (of gedurende de borstvoedingsperiode).
Literatuurverwijzing
34. Borstvoeding vermindert de kans op osteoporose
Uitgaande van de hieronder vermelde studies hebben zowel borstvoedende moeders als hun kinderen een kleiner risico om deze aandoening te krijgen.
De kans dat een vrouw met osteoporose haar kind geen borstvoeding had gegeven was 4 keer zo groot als bij een vrouw uit de controlegroep.
Dr. Alan Lucas, van het MRC Childhood Nutrition Center of London, ontdekte dat 8-jarigen die kunstvoeding in plaats van borstvoeding kregen een minder ontwikkelde botmineralisatie hadden dan de kinderen die wel borstvoeding hadden gekregen.
Bij de moeder neemt de dichtheid van de mineralen in het bot af in de periode dat borstvoeding gegeven wordt, maar na de borstvoedingsperiode ziet men een hogere dichtheid dan bij degenen die geen borstvoeding gaven.
Literatuurverwijzing
35. Borstvoeding helpt bij het rijpen van het spijsverteringskanaal
Bepaalde hormonen in de melk (zoals cortisol) en kleinere proteïnen (waaronder groeifactoren voor de opperhuid, de zenuwen, insuline-achtige stoffen en Somatomedine-C, een groeibevorderende stof) zorgen ervoor dat de doorlatende slijmvliesbekleding van de darm van de pasgeborene gesloten wordt en maakt deze bekleding zo goed als ondoordringbaar voor ongewenste ziekteverwekkers en andere mogelijk schadelijke stoffen. Onderzoek bij dieren heeft inderdaad aangetoond dat de ontwikkeling van het spijsverteringskanaal na de geboorte sneller verloopt bij dieren die met de melk van hun moeder waren gevoed. En bij dieren die tevens colostrum kregen, wat de grootste concentratie huidgroeifactoren bevat, rijpt het spijsverteringskanaal zelfs nog sneller.
Literatuurverwijzing
36. Koemelk irriteert het spijsverteringskanaal
Volgens Dr. William Sears, MD, moet koemelk niet te drinken gegeven worden aan kinderen jonger dan een jaar. Koemelk kan het spijsverteringskanaal van uw kinderen beschadigen, wat verlies van kleine hoeveelheden ijzer tot gevolg kan hebben. Dit kan leiden tot ijzergerelateerde bloedarmoede.
Literatuurverwijzing
37. Baby’s die kunstvoeding krijgen hebben meer risico om later vetzucht te ontwikkelen
Een recent Duitse onderzoek stelt dat: in geïndustrialiseerde landen het bevorderen van langdurig borstvoeding geven kan helpen om vetzucht in de jeugdjaren te voorkomen. Omdat te dikke kinderen een hoog risico lopen om te dikke volwassenen te worden, kunnen zulke preventieve maatregelen eventueel resulteren in een afname van hart- en vaatziekten en andere ziektes die gerelateerd zijn aan obesitas (vetzucht).
Het onderzoek wijst uit dat 4,5% van de kunstgevoede kinderen te dik zijn, tegen slechts 0,8% van de kinderen die borstvoeding kregen.
Literatuurverwijzing
38. Borstgevoede baby’s hebben minder kans op stoornissen van de hart-longfunctie tijdens de voedingen
Kunstgevoede baby’s hebben meer kans op stoornissen van de hart-longfunctie, waaronder een langdurige blokkering van de luchtweg en een bemoeilijkte ademhaling als gevolg van herhaald slikken.
Baby’s kunnen tijdens flesvoeding een zuurstofverzadiging van minder dan 90% hebben. In een onderzoek hadden van de 50 gezonde en op tijd geboren baby’s, er negen last van een abnormaal langzame hartslag tijdens het drinken uit de fles. Zes van deze periodes werden voorafgegaan door apnoe (tijdelijke ademstilstand), bij drie was er sprake van hypopnoe (belemmering van de ingeademde luchtstroom) en bij één van centrale apnoe (geen pogingen tot ademhalen).
Literatuurverwijzing
39. Borstgevoede baby’s hebben minder kans op colitis ulcerosa
Colitis ulcerosa is een chronische ontsteking van de dikke darm met zweren en ontstekingen aan de binnenste bekleding van de dikke darm en de endeldarm. Een aantal onderzoeken toont aan dat kinderen die borstvoeding krijgen minder kans hebben om deze aandoening te ontwikkelen.
Literatuurverwijzing
40. Moedermelk beschermt tegen Hemophilus influenzae type B (HiB)
Hemophilus influenzae type B is een bacterie die zonder symptomen in de luchtwegen kan groeien, maar die kan uitbreiden naar de keel, de oren of het bloed en dan ernstige ziektes kan veroorzaken. Borstgevoede baby’s zijn minder vatbaar voor deze overvloedige bacteriegroei.
Literatuurverwijzing
41. Een baby die borstvoeding krijgt, hoeft voor een operatie minder lang nuchter te zijn
Een gezonde baby die borstvoeding krijgt en een operatie moet ondergaan, kan tot drie uur voor aankomst in het ziekenhuis gevoed worden.
Literatuurverwijzing
42. Borstvoeding resulteert in een lager aantal ziekteverzuimdagen van de ouders
Omdat borstgevoede baby’s statistisch gezonder zijn dan kunstgevoede leeftijdsgenootjes, zullen de ouders van borstgevoede baby’s minder werktijd hoeven verzuimen om voor hun zieke kinderen te zorgen.
43. Borstvoeding verhoogt de effectiviteit van vaccinaties
Bij borstgevoede kinderen zie je, in vergelijking met kunstgevoede kinderen, betere reacties op vaccinaties in het serum en speeksel. Dit geldt zowel voor orale vaccinaties als voor injecties.
Literatuurverwijzing
44. Borstgevoede baby’s krijgen minder vaak necrotiserende enterocolitis (NEC)
Deze ziekte komt het meest voor bij te vroeg geboren of zieke baby’s. Bij NEC sterven delen van de darmwand af en ontstaan er perforaties. Premature baby’s die met melk van hun eigen moeder of moedermelk uit een melkbank worden gevoed, hebben minder risico op het ontwikkelen van NEC (zes tot tien keer zo weinig risico).
Een Australische studie schat in dat 83% van de gevallen van NEC toegeschreven zou kunnen worden aan het niet krijgen van moedermelk.
Literatuurverwijzing
45. Borstvoeding kan als een natuurlijke vorm van anticonceptie gebruikt worden
Dit geldt alleen als je volledige borstvoeding geeft en nog niet ongesteld bent geworden na de geboorte van je baby. Nachtvoedingen helpen om de periode dat je niet menstrueert (amenorroe) te verlengen. Als je echt niet weer zwanger wilt worden, gebruik dan voor de zekerheid toch een voorbehoedsmiddel, zelfs als je menstruatie nog niet is teruggekeerd. Je weet nooit wanneer de eerste eisprong zal plaatsvinden, behalve als je zeer secuur een natuurlijke gezinsplanningmethode volgt. Voor je het weet ben je misschien weer zwanger. Toch draagt borstvoeding in het algemeen bij aan een optimale geboortespreiding.
Literatuurverwijzing
46. Borstvoeding is makkelijker dan kunstvoeding
Na de aanvankelijke opstartperiode is borstvoeding erg gemakkelijk. Het enige wat je hoeft te doen is je shirt omhoog en de kleine aanleggen. Je hoeft niet te winkelen voor kunstvoeding, flessen en andere benodigdheden. Geen gedoe met het mengen, verwarmen, koelen en opruimen van kunstvoeding. Als je baby bij je in bed of op de kamer slaapt, heb je geen last van die nachtrustverstorende slaaprituelen die samengaan met kunstvoeding. Je hoeft alleen maar op je zij te gaan liggen, de baby aan te leggen en je kunt weer in slaap vallen.
47. Borstvoeding is gratis
Hoe je het ook bekijkt, als je voor kunstvoeding kiest zul je meer geld kwijt zijn. De extra calorieën die een voedende moeder moet eten zijn een te verwaarlozen uitgave en borstvoedingskleding is niet per se noodzakelijk. Als je moet kolven, kun je een uitstekende kolf aanschaffen voor een bedrag tussen de € 20 en € 295. Een goede kolf kan voor meer dan één kind gebruikt worden en is dus een goede investering. Koop wel een kolf van een fabrikant die gespecialiseerd is in het maken van borstkolven. Pas op voor kolven die door kunstvoedingfabrikanten gemaakt worden. Veel vrouwen noemen deze kolven op zijn zachtst gezegd inefficiënt en in het ergste geval pijnlijk in het gebruik.
48. Kunstvoeding is duur
De kosten om een baby een jaar lang met kunstvoeding te voeden werden in 1990 op $1000 geschat. Het is sindsdien zeker duurder geworden. Als je de hogere medische kosten meerekent, die statistisch gezien zullen voorkomen, dan lopen de kosten op tot $ 2.300 per jaar. Als je baby toevallig hypo-allergene kunstvoeding nodig heeft, ben je aanzienlijk meer kwijt.
Literatuurverwijzing
49. Kunstvoeding kost de overheid (VS) en de belastingbetaler miljoenen dollars
De Amerikaanse overheid geeft jaarlijks meer dan 500 miljoen dollar uit aan het WIC supplemental food program (soort bijstand om eten te kunnen kopen).
Literatuurverwijzing
50. Borstvoeding heeft altijd de juiste temperatuur
Er zijn ernstige brandwonden in babymondjes veroorzaakt door het aanbieden van te hete kunstvoeding. En het is nooit leuk om eerst een fles op te moeten warmen voor een baby die huilt van de honger.
51. Borstvoeding bevat vetten, koolhydraten en eiwitten altijd in de juiste verhouding
Kunstvoedingfabrikanten zijn steeds weer bezig om de verhoudingen aan te passen op zoek naar de beste samenstelling. De realiteit is, dat de samenstelling van moedermelk verandert van voeding tot voeding, afhankelijk van de behoeftes van de baby. Er is geen kunstvoeding die dát kan.
52. Borstvoeding werkt als een natuurlijk kalmeringsmiddel voor de baby
Moedermelk bevat bepaalde stoffen die als een soort slaapmiddel werken voor vermoeide baby’s. Zelfs als een baby niet in slaap valt, zal hij/zij zeker kalmeren en gemoedelijker worden. Als je er voor kiest om door te gaan met borstvoeding tot in de peuterleeftijd kan het zijn dat de ‘ik ben twee en ik zeg nee!’ fase nooit aanbreekt.
53. Borstvoeding werkt als een natuurlijk kalmeringsmiddel voor de moeder
Moeders die borstvoeding geven maken vaak grapjes over in slaap vallen tijdens het ‘werk’. De slaapopwekkende eigenschappen van borstvoeding geven zijn opmerkelijk. Het is zelfs zo dat pas bevallen moeders moeten opletten dat ze hun baby zo vasthouden dat die niet kan vallen wanneer ze onvermijdelijk indutten. In bed voeden is een goede oplossing. Zelfs kolven op het werk kan een hele goede manier zijn om even bij te komen en opnieuw te focussen op een drukke werkdag. De ontspanning wordt veroorzaakt door het hormoon oxytocine, dat elke keer wanneer een moeder voedt of kolft, vrijkomt. Het verlaagt de bloeddruk en kalmeert de moeder. Interessant genoeg toont een onderzoek aan dat er veel minder gevallen van huiselijk geweld en seksueel misbruik zijn in gezinnen waar borstvoeding wordt gegeven.
Literatuurverwijzing
54. Moedermelk smaakt lekkerder dan kunstvoeding
Moedermelk is opmerkelijk zoet en zacht van smaak. Kunstvoeding is flauw en vlak van smaak. Wat zou jij liever drinken?
55. Borstgevoede baby’s zijn over het geheel genomen gezonder
Kaiser Permanente, een van de grootste Health Maintenance Organizations (zorgverzekeraar) in de VS, leidde onlangs een intern onderzoek naar de waarde van het door hen gevoerde begeleidingsprogramma voor borstvoeding. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat borstgevoede baby’s veel gezondheidsvoordelen hadden ten opzichte van met kunstvoeding gevoede baby’s, inclusief een betere algemene gezondheidstoestand.
Literatuurverwijzing
56. Borstgevoede baby’s hebben minder kans op overlijden voor hun derde verjaardag
Het is niet alleen zo dat borstgevoede baby’s minder snel een levensbedreigende ziekte krijgen, ook zijn ze beter in staat zich te verweren tegen elke ziekte die ze oplopen.
Literatuurverwijzing
57. Borstgevoede baby’s hoeven minder vaak naar de dokter
Omdat borstgevoede baby’s statistisch gezonder zijn, bezoeken ze de dokter minder vaak.
Literatuurverwijzing
58. Vrouwen die borstvoeding geven besteden minder tijd en geld aan doktersbezoek
In 1995 concludeerde Kaiser Permanente Health Maintenance Organization (zorgverzekeraar) in North Carolina, dat met kunstvoeding gevoede baby’s gemiddeld ruim $1.400 per jaar méér aan aanvullende gezondheidszorg kosten dan borstgevoede baby’s.
Literatuurverwijzing
59. Minder verspilling van verpakkingsmateriaal
Geen dozen, blikken, plastic flessen enz.
Om alle Amerikaanse baby’s één jaar lang kunstvoeding te kunnen geven is 86 miljoen kilo tin nodig, oftewel 550 miljoen blikken. We zouden 3 miljoen kilo papier (verpakkingsmateriaal van de blikken met kunstvoeding) per jaar besparen als alle moeders in Groot-Brittannië borstvoeding zouden geven.
Maar kunstvoeding is niet het enige probleem. Flessen en spenen zijn van plastic, glas, rubber en siliconen. Productie van deze materialen is grondstofintensief en de eindproducten zijn vaak niet te recyclen. Al deze producten verbruiken onze natuurlijke bronnen en er ontstaat vervuiling bij de productie en distributie. En het weggooien van verpakkings- en reclamemateriaal veroorzaakt afval.
Literatuurverwijzing
60. Geen flessen om mee te slepen
Behalve als je melk kolft en vervoert voor later gebruik. Maar zelfs dan heb je nog minder flessen nodig.
61. Minder vervuilende gassen van koeien
Hoe raar het ook mag klinken, de biogassen van koeien dragen in belangrijke mate bij aan het broeikaseffect. Naast de grote hoeveelheid methaan die geproduceerd wordt, zorgt koeienmest en urine ook voor vervuiling van onze rivieren en grondwater.
62. Koelen is niet nodig
Borstvoeding blijft natuurlijk altijd vers omdat het op vraag gemaakt wordt. Zelfs afgekolfde moedermelk blijft buiten de koelkast een hele tijd houdbaar.
Literatuurverwijzing
63. Koemelk is bedoeld voor kalfjes
Menselijke melk bevat eiwitten, vetten en koolhydraten in totaal andere verhoudingen dan koemelk. Koemelk is bedoeld om een kalf snel in gewicht te laten toenemen, heel hard te laten groeien en de hersenfunctie slechts zo veel te laten ontwikkelen als voor een rund nodig is. De natuurlijke hormonen in koemelk zijn toegespitst op koeien, niet op mensen. Het feit dat mensen überhaupt melk van een andere diersoort kunnen drinken is eigenlijk verbazingwekkend als je er goed over nadenkt.
64. Moedermelk is bedoeld voor mensenbaby’s
Kalfjes zouden het er waarschijnlijk niet goed op doen. Moedermelk is bedoeld voor een goede hersenontwikkeling en om te zorgen voor een geleidelijke fysieke groei.
65. Natuurlijke pijnstiller voor baby’s
Moedermelk bevat daadwerkelijk stoffen die pijnstillend werken (endorfinen). Daarnaast is het opmerkelijk hoeveel troost er uitgaat van het liggen in de armen en het zuigen aan de borst. Heel wat verdriet om builen en schaafwondjes is à la minute verdwenen met een momentje drinken aan de borst. Als je kind inentingen krijgt is het een goed idee om direct na de prik je kind aan de borst te leggen. Dit verzacht de pijn en versterkt de werking van de inenting.
66. Perfecte voeding voor zieke baby’s
Als een met kunstvoeding gevoede baby maagdarmklachten heeft krijgt hij meestal ORS (water met suikers en zouten), omdat kunstvoeding te moeilijk te verteren is. Borstvoeding is daarentegen erg licht verteerbaar en kalmerend voor de darmen; daarom is er geen enkele noodzaak voor dure en kunstmatige ORS-producten. Bij een baby met luchtweginfecties kan kunstvoeding zorgen voor nog meer slijmontwikkeling. Moedermelk zorgt niet voor een verhoging van de slijmproductie; het bevat antistoffen tegen deze ziektes en is goed verteerbaar.
67. Meer slaap voor moeder
Helemaal als een moeder samen slaapt met haar baby, maar ook als ze dat niet doet. Geen flessen om klaar te maken en op te warmen. En je bent minder tijd kwijt aan het troosten van een mogelijk door krampen en allergieën geplaagde baby.
68. Meer slaap voor de baby
Een baby die direct aan de borst gelegd kan worden als hij ’s nachts honger heeft, zal daarna waarschijnlijk veel sneller weer in slaap vallen. Dit in tegenstelling tot een baby die zich eerst overstuur heeft moeten huilen omdat hij op een flesje moest wachten.
69. Meer slaap voor vader
Hier hetzelfde: zelfs als vader helpt met het boertje, de luier en de baby haalt en brengt voor de voeding, er is geen gedoe met flessen. Ook hoeven de meeste borstgevoede baby’s veel minder te boeren na de eerste paar maanden.
70. Minder spullen om te onderhouden en op te bergen
Flessen, maatbekers, sterilisators en andere benodigdheden nemen kostbare kastruimte in en moeten worden schoongehouden.
71. Minder spullen om aan te schaffen
Als je niet wilt of hoeft te kolven, hoef je helemaal niets aan te schaffen: je lichaam heeft de hele uitzet ingebouwd zitten. Zelfs als je wel een kolf en flessenset moet kopen blijft borstvoeding financieel zeker het proberen waard, door de kostenbesparing op kunstvoeding en aanvullende dokterskosten.
72. Moedermelk is nog nooit teruggehaald naar de fabriek
Kunstmatige zuigelingenvoeding wel, soms na het veroorzaken van letsel of overlijden. Er zijn minstens 22 gevallen bekend waarin kunstvoeding uit de schappen is gehaald, waaronder 7 potentieel levensbedreigende situaties.
Literatuurverwijzing
73. Verse moedermelk is nooit besmet met bacteriën
Sterker nog, het heeft zelfs antibacteriële eigenschappen.
74. Geen zorgen over welk merk beter is
Iedere kunstmatige zuigelingenvoeding verschilt van die van de concurrent, maar geen enkele komt ook maar in de richting van een echte kopie van moedermelk. Het kan moeders veel kopzorgen geven om uit te vinden welk merk kunstvoeding het beste is. En welke kunstvoeding er ook gebruikt wordt, het wordt steeds duidelijker dat kunstmatige zuigelingenvoeding nooit moedermelk kan dupliceren. Moedermelk bevat levende cellen, hormonen, actieve enzymen, immuunglobulinen en bestanddelen met een unieke bouw die niet nagemaakt kunnen worden in kunstmatige zuigelingenvoeding.
Literatuurverwijzing
75. Geen zorgen over schoon water
Zelfs in landen als de VS kan het water gevaarlijke sporenelementen zoals arseen, lood en aluminium bevatten. Deze stoffen kunnen geconcentreerd worden als het water gekookt moet worden voor de bereiding van kunstvoeding.
76. Borstvoeding is beter voor het welzijn van dieren
Minder gebruik van koemelk zorgt voor minder koeien, dus minder kans op dierenmishandeling.
77. Borstvoeding zorgt voor een goede ontwikkeling van het gebit en de kaken
Zuigen aan de borst is goed voor de ontwikkeling van de tanden en kaken van de baby. Baby’s aan de borst gebruiken soms wel 60 keer meer energie om hun voeding te bemachtigen dan baby’s die uit een fles drinken. Doordat de kaakspieren van de baby stevig getraind worden door het drinken aan de borst, zorgt deze spierspanning ervoor dat de kaak zich goed ontwikkelt en dat de tanden recht en gezond blijven.
Onder borstgevoede kinderen is te zien dat, hoe langer ze borstvoeding kregen, hoe minder malocclusie (het slecht op elkaar sluiten van de boven- en ondertanden) voorkomt.
Literatuurverwijzing
78. Baby’s die borstvoeding krijgen hebben minder gaatjes
Moedermelk bevat actieve bacteriedodende cellen, die de bacteriën die tandbederf veroorzaken bestrijden. Bovendien lopen met kunstvoeding gevoede baby’s risico op het ontwikkelen van zuigflescariës. Gaatjes in de voortanden ontstaan als de baby in bed wordt gelegd met een flesje kunstvoeding, sap of een andere suikerbevattende vloeistof. Uitgebreid en kostbaar tandheelkundig ingrijpen kan dan noodzakelijk zijn om de ontstane problemen op te lossen.
Literatuurverwijzing
79. Minder geld kwijt aan orthodontie
Hoe langer je borstvoeding krijgt, hoe meer kans dat je tanden op de juiste manier doorkomen. Als je tanden recht doorkomen, hoef je ze later niet te corrigeren.
80. Betere spraakontwikkeling
Tong-duw problemen ontstaan vaak bij flesgevoede baby’s, omdat zij met hun tong proberen de melkstroom uit de kunstmatige speen af te remmen. Dit kan tot spraakproblemen leiden, maar ook tot ademen door de mond, lipbijten, tandvleesproblemen en een onaantrekkelijke aanblik.
Literatuurverwijzing
81. Minder kans op eczeem voor de baby
Wij concluderen dat borstvoeding preventief werkt tegen het krijgen van atopisch eczeem, het effect is merkbaar tot aan de volwassen leeftijd. Wanneer langer dan 1 maand borstvoeding wordt gegeven, zonder bijvoeding van andere melkproducten, biedt dit een aanzienlijke bescherming tegen voedselallergieën op de leeftijd van 3 jaar. Dit geldt ook voor astma op 17-jarige leeftijd.
Zes maanden volledige borstvoeding kan eczeem gedurende de eerste 3 levensjaren, en mogelijk ook allergieën op latere leeftijd voorkomen. De verschillen die veroorzaakt worden door het voedingspatroon van baby’s waren zo groot, dat het erop lijkt dat de invloed van de soort melkvoeding de invloed van de erfelijke aanleg zou kunnen overtreffen.
Eczeem kwam minder voor en was minder hevig bij borstgevoede baby’s (22%) waarvan de moeder een allergeenvrij dieet volgde (48%). Van de baby’s die hypo-allergene kunstvoeding, sojamelk of koemelk kregen, ontwikkelde respectievelijk 21%, 63% en 70% atopisch eczeem.
Literatuurverwijzing
82. Borstgevoede baby’s hebben een prachtige huid
Je hoeft hiervoor niet te verwijzen naar veel wetenschappelijke studies die aantonen dat borstgevoede baby’s minder last van eczeem en minder vaak (luier)uitslag hebben. Aai gewoon eens het huidje van een borstgevoede baby en voel het!
83. Minder last van spugen
Bij borstgevoede pasgeborenen duurt de periode dat zij last hebben van gastro-oesofagale reflux (teruglopen van de voeding in de slokdarm) aanzienlijk korter dan bij kunstgevoede pasgeborenen.
Literatuurverwijzing
84. Spuugvlekken zijn makkelijker te verwijderen
Oké, dit is alleen gebaseerd op de terloopse observatie van een heleboel borstvoedende moeders. We merkten op dat doorgegeven kleertjes van baby’s die kunstvoeding krijgen vaak lelijke, bruinige vlekken hebben, aan de kraag en op de voorzijde. Onze borstgevoede baby’s schijnen nooit dit soort spuugvlekken te maken. Na ongeveer de eerste maand spugen ze sowieso niet veel meer. Hoeveel pasgeboren borstgevoede baby’s zie je de hele dag met een slabbetje om?
85. Moedermelk bevat geen genetisch gemanipuleerde bestanddelen
De meeste consumenten zijn zich totaal niet bewust van de hoeveelheid genetisch gemanipuleerd voedsel die ze consumeren, omdat de regering het niet verplicht stelt om dit op de verpakking te vermelden. Genetic ID, een bedrijf in Iowa (VS), heeft vier op soja gebaseerde kunstvoedingen getest op genetisch gemanipuleerde ingrediënten. Alle vier de voedingen, Carnation Alsoy, Similac Neocare, Isomil en Enfamil Prosobee, testten positief en bevatten dus genetisch gemanipuleerde ingrediënten.
86. Moedermelk bevat geen synthetische groeihormonen
Veel koeien in de VS krijgen routinematig synthetische groeihormonen toegediend om de melkproductie te verhogen. Dus is het logisch dat deze hormonen ook in de Amerikaanse kunstvoeding (op basis van koemelk) terechtkomen.
87. Geen borstvoeding krijgen wordt in verband gebracht met Multiple Sclerose op latere leeftijd
Hoewel men denkt dat deze ziekte niet door één factor wordt veroorzaakt en zonder een duidelijke ziekteoorzaak gedefinieerd te hebben, lijkt het er toch op dat het niet krijgen van borstvoeding in verband gebracht kan worden met een verhoogde kans op MS.
Literatuurverwijzing
88. Minder kans op liesbreuken
Door het lieskanaal lopen de spermaleiders en een aantal bloedvaten naar het genitale gebied. Een liesbreuk is een defect in de opening op het punt waar deze vaten van de buikholte naar het kruis lopen. Dit komt omdat de opening te groot wordt of uitscheurt. De breuk kan wat van de buikinhoud in het genitale gebied laten uitstulpen.
Borstvoeding biedt bescherming tegen liesbreuken. Om onbekende redenen hebben borstgevoede baby’s beduidend minder vaak last hiervan. Moedermelk bevat gonadotrofínen, hormonen die mogelijk de geslachtsklieren helpen rijpen. Een recente case-control studie laat zien dat er onder borstgevoede kinderen aanzienlijk minder liesbreuken voorkomen.
Literatuurverwijzing
89. Betere cognitieve ontwikkeling
Van 771 baby’s met een laag geboortegewicht, hadden de baby’s waarvan de moeders borstvoeding hadden gegeven een voorsprong van 8 punten (volgens de Bayley’s mental developmental index) op kinderen waarvan de moeders ervoor hadden gekozen om geen borstvoeding te geven.
Literatuurverwijzing
90. Betere sociale ontwikkeling
De psychomotorische en sociale ontwikkeling van borstgevoede baby’s verschilt duidelijk van die van kunstgevoede baby’s. Dit leidt op een leeftijd van 12 maanden tot een aanzienlijke voorsprong in de psychomotorische en sociale vaardigheden.
Literatuurverwijzing
91. Minder kans voor de baby op het krijgen van urineweginfecties
92. Drinken aan de borst bevordert de oog-handcoördinatie
93. Borstvoeding geven beschermt de moeder tegen bloedarmoede (ijzertekort)
Omdat veel moeders die volledige borstvoeding geven pas na een jaar of langer weer gaan menstrueren wordt hun ijzervoorraad niet uitgeput door maandelijkse bloedingen gedurende deze periode.
94. De moeder heeft minder maandverband of andere menstruatieartikelen nodig
Veel moeders die borstvoeding geven beginnen pas 14 maanden of meer na de bevalling weer te menstrueren. Vermenigvuldig dit eens met het aantal geboortes elk jaar en bedenk dan eens hoeveel maandverband dit jaarlijks onze afvalberg zou besparen. Om het verhaal nog wat mooier te maken: borstvoeding wordt vollediger verteerd door baby’s dus ze poepen minder en hebben daardoor minder luiers nodig dan met kunstvoeding gevoede baby’s.
Literatuurverwijzing
95. Borstvoeding geven is enorm stimulerend voor het zelfvertrouwen van de moeder
Er is niets verbazingwekkender dan te kijken naar een mollige zes maanden oude baby, en te weten dat de enige voeding die dit vrolijke schepseltje heeft gekregen is gemaakt door jouw eigen lijf.
96. Moedermelk kan ooginfecties genezen
Moedermelk bezit natuurlijke antibacteriële eigenschappen en veel moeders zeggen dat een paar druppels ervan in het geïrriteerde oog van hun baby het probleem snel kon verhelpen.
97. Moedermelk kan gebruikt worden als natuurlijk antibioticum voor wondjes
Niet dat antibioticazalf nu zomaar overbodig is geworden, maar bacteriën kunnen niet lang overleven in verse moedermelk. Er zijn moeders die hierbij zweren om te voorkomen dat krabben en schaafwondjes gaan ontsteken.
98. Geen zorgen over nieuw ontdekte bestanddelen die er niet in zitten
Kunstvoeding is een ‘formule’ om moedermelk kunstmatig na te maken. Het is echter niet mogelijk moedermelk te kopiëren. De FDA (Amerikaanse Gezondheidsraad) gaf het recent toe in een verklaring: “De exacte chemische samenstelling van moedermelk is nog steeds niet bekend. Kunstgevoede baby’s zijn afhankelijk van producten die erg kunnen verschillen van elkaar, maar die steeds weer onvoldoende worden bevonden wat betreft de essentiële voedingsstoffen. Deze voedingsstoffen worden dan toegevoegd, meestal nadat kinderen schade hebben ondervonden van het ontbreken ervan, of als consumentendruk de fabrikant ertoe dwingt.”
Literatuurverwijzing
99. Luiers verwisselen is veel prettiger bij borstgevoede baby’s
De ontlasting van borstgevoede baby’s ruikt niet sterk of vies. Hetzelfde kan niet gezegd worden van met kunstvoeding gevoede baby’s. Verschoon eens een paar met kunstvoeding gevoede baby’s als je niet zeker weet of je borstvoeding wilt gaan geven!
100. Borstgevoede baby’s ruiken heerlijk
Hier is geen wetenschappelijk onderzoek voor nodig. Er is iets bijna magisch aan de geur van je eigen borstgevoede baby, of je nu de moeder of de vader bent. Ruik het en je bent overtuigd.
101. Borsten zijn gemaakt voor borstvoeding!
Literatuurverwijzingen
1
AAP Breastfeeding Policy Statement Breastfeeding and the Use of Human Milk
terug
2
ADA Website: http://www.eatright.org
Uvnas-Moberg, Eriksson: Breastfeeding: physiological, endocrine and behavioural adaptations caused by oxytocin and local neurogenic activity in the nipple and mammary gland.
Acta Paediatrica, 1996 May, 85(5):525-30
terug
4
A.A.P. Breastfeeding Policy Statement: Breastfeeding and the Use of Human Milk (RE2729)
terug
5
Zheng et al, ‘Lactation Reduces Breast Cancer Risk in Shandong Province, China’ Am. J. Epidemiol. 152 (12): 1129
Newcomb PA, Storer BE, Longnecker MP, et al. ‘Lactation and a reduced risk of premenopausal breast cancer.’ N Engl J Med. 1994;330:81-87
terug
6
Freudenheim, J. et al. 1994 ‘Exposure to breast milk in infancy and the risk of breast cancer’. Epidemiology 5:324-331
terug
7
Horwood and Fergusson, ‘Breastfeeding and Later Cognitive and Academic Outcomes’, Jan 1998 Paediatrics Lucas, A., ‘Breast Milk and Subsequent Intelligence Quotient in Children Born Preterm.’ Lancet, 1992; 339:261-262Vol. 101, No. 1
Morrow-Tlucak M, Haude RH, Ernhart CB. ‘Breastfeeding and cognitive development in the first 2 years of life’. Soc Sci Med. 1988:26; 635-639
Lucas A., ‘Breast Milk and Subsequent Intelligence Quotient in Children Born Preterm’. Lancet 1992;339:261-62
Wang YS, Wu SY. ‘The effect of exclusive breastfeeding on development and incidence of infection in infants.’ J Human Lactation. 1996; 12:27-30
terug
10
Williams RD, U.S. Food and Drug Administration Statement: Breast-Feeding Best Bet for Babies
Koutras, A.K., ‘Fecal Secretory Immunoglobulin A in Breast Milk vs. Formula Feeding in Early Infancy’. J. Ped Gastro Nutr 1989.
terug
11
The Complete Book Of Breastfeeding M.S. Eiger. MD, S. Wendkos Olds, Copyright 1972, 1987 Comstock, Inc., Workman Publishing Co., Inc., 708 Broadway, New York, NY 10003
terug
12
The Complete Book Of Breastfeeding M.S. Eiger. MD, S. Wendkos Olds, Copyright 1972, 1987 Comstock, Inc., Workman Publishing Co., Inc. 708 Broadway, New York, NY 10003
Chua S, Arulkumaran S, Lim I et al. ‘Influence of breastfeeding and nipple stimulation on postpartum uterine activity’ Br J Obstet Gynaecol 1994; 101:804-805
terug
13
Chua S, Arulkumaran S, Lim I et al. ‘Influence of breastfeeding and nipple stimulation on postpartum uterine activity’ Br J Obstet Gynaecol 1994; 101:804-805
terug
14
Dewey KG, Heinig MJ, Nommwen LA. ‘Maternal weight-loss patterns during prolonged lactation’. Am J Clin Nutr 1993; 58:162-166
Verklaring van de Amerikaanse vereniging van Diëtisten (American Dietetic Association)
Kramer, F., ‘Breastfeeding reduces maternal lower body fat’ J. Am Diet Assoc 1993; 93(4):429-33
terug
15
Hamosh, Margit, PhD, Georgetown University Medical Center ‘Breast-feeding: Unraveling the Mysteries of Mother’s Milk’
terug
16
(met nadruk wordt gewezen op: The WHO/UNICEF International Code of Marketing of Breastmilk Substitutes)
terug
17
Koletzko S, Sherman P, Corey M, et al. ‘Role of infant feeding practices in development of Crohn’s disease in childhood.’ Br Med J. 1989; 298:1617-1618
Rigas A, Rigas B, Blassman M, et al. ‘Breast-feeding and maternal smoking in the etiology of Crohn’s disease and ulcerative colitis in childhood.’ Ann Epidemiol. 1993;3387-392
terug
18
Virtanen et al: ‘Diet, Cow’s milk protein antibodies and the risk of IDDM in Finnish children.’ Childhood Diabetes in Finland Study Group. Diabetologia, Apr 1994, 37(4):381-7
Mayer, EJ, Hamman RF, Gay EC, et al. ‘Reduced risk of IDDM among breast-fed children’. Diabetes, 1988;37:1625-1632
Virtanen SM, Rasanen L, Aro A, et al. ‘Infant feeding in Finnish children
Gerstein HC. ‘Cow’s milk exposure and type 1 diabetes mellitus’. Diabetes Care. 1994; 17:13-19
Borch-Johnson, K., et al, ‘Relation between breastfeeding and incidence of insulin-dependent diabetes mellitus’. Lancet 2:1083-86 (1984)
terug
19
Davies, H.A., ‘Insulin Requirements of Diabetic Women who Breast Feed.’ British Medical Journal, 1989
terug
20
Annie Havard, ‘Breastfeeding, a cure for endometriosis’, Allaiter ajourd’hui, Quarterly Bulletin of LLL France, No. 25, Oct. – Dec. 1995
terug
21
Gwinn ML, ‘Pregnancy, breastfeeding and oral contraceptives and the risk of Epithelial ovarian cancer.’ J. Clin. Epidemiol. 1990; 43:559-568
Rosenblatt KA, Thomas DB, ‘Lactation and the risk of Epithelial ovarian cancer’. Int J Epidemiol. 1993; 22:192-197
Schneider, AP ‘Risk Factors for Ovarian Cancer’. New England Journal of Medicine, 1987.
terug
22
Rosenblatt, KA et al ‘Prolonged lactation and endometrial cancer’ Int. J. Epidemiol. 1995; 24:499-503
Petterson B, et al. ‘Menstruation span- a time limited risk factor for endometrial carcinoma’. Acta Obstst Gyneocol Scand 1986;65:247-55
Breastfeeding and Endometrial Cancer Risk, an Analysis From the Epidemiology of Endometrial Cancer Consortium
terug
23
Wiggins, PK, Dettwyler, KA’ Breastfeeding: A Mother’s Gift’, July 1, 1998 ed., Chapter 1, L.A. Publishing Co.
Merrett, TG, et al., ‘Infant Feeding and Allergy: Twelve Month Prospective Study of 500 Babies Born in allergic Families.’ American Allergy, 1988; 13-20
Lucas A, Brooke OG, Morley R, et al. ‘Early diet of preterm infants and development of allergic atopic disease: randomized prospective study’. Br Med J. 1990; 300:837-840
Halken S, Host A, Hansen LG, et al. ‘Effect of an allergy prevention programme on incidence of atopic symptoms in infancy’. Ann Allergy. 1992; 47:545-553
Saarinen UM, Kajossari M. ‘Breastfeeding as prophylaxis against atopic disease: prospective follow-up study until 17 years old.’ Lancet. 1995; 346:1065-1069
terug
24
Archives of Pediatric and Adolescent Med., July
terug
25
Aniansson G, Alm B, Andersson B, et al. ‘A prospective cohort study on breast-feeding and otitis media in Swedish infants’. Pediatr Infect Dis J. 1994; 13:183-188
Duncan, B et al ‘Exclusive breastfeeding for at least four months protects against Otitis Media’, Pediatrics 91(1993): 897-872
Kovar MG, Serdula MK, Marks JS, et al. ‘Review of the epidemiologic evidence for an association between infant feeding and infant health.’ Paediatrics. 1984; 74:S615-S638
Saarinen UM. ‘Prolonged Breast Feeding as prophylaxis for recurrent otitis media.’ Acta Paediatr Scand. 1982; 71:567-571
terug
26
Fredrickson, DD et al., ‘Relationship between Sudden Infant Death Syndrome and Breastfeeding Intensity and Duration.’ Am. Journal of Diseases in Children, 1993: 147:460
Ford RPK, et al. ‘Breastfeeding and the Risk of Sudden Infant Death Syndrome.’ International Journal of Diseases in Children, 1993, 22(5):885-890
Taylor BJ, Mitchell EA, et al. ‘Breastfeeding and the risk of sudden infant death syndrome. Int J. Epidemiol. 1993; 22:885-890
Mitchell EA, Taylor BJ, Ford RPK, et al. ‘Four modifiable and other major risk factors for cot death: the New Zealand Study’J Pediatric Child Health 1992; 28:S3-S8
Scragg LK, Mitchell EA, Tonkin SL, et al. ‘Evaluation of the cot death prevention programme in South Auckland.’ NZ Med J. 1993; 106:8-10
terug
27
Kovar MG, Serdula MK, Marks JS, et al. ‘Review of the epidemiologic evidence for an association between infant feeding and infant health.’ Pediatrics. 1984: 74:S615-S638
Dewey KG, Heinig MJ, Nommsen-Rivers LA. Differences in morbidity between breast-fed. ‘Differences in morbidity between breast-fed and formula-fed infants.’ Pediatric 1995; 126:696-702
Howie PW, Forsyth JS, Ogston SA, et al. ‘Protective effect of breast feeding against infection.’ Br Med J. 1990; 300:11-16
Popkin BM, Adair L, Akin JS, et al. ‘Breast-feeding and diarrheal morbidity.’ Pediatrics. 1990; 86:874-882
Beaudry M, Dufour R, Marcoux S. ‘Relation Between infant feeding and infections during the first six months of life.’ J Pediatr. 1995; 126:191-197
terug
28
Cochi SL, Fleming DW, Hightower AW, et al. ‘Primary invasive Haemophilus influenzae type b disease: a population-based assessment of risk factors.’ J Pediatr. 1986; 108:997-896
Istre GR, Conner JS, Broome CV, et al. ‘Risk factors for primary invasive Haemophilus influenzae disease: increased risk from day care attendance and school-aged household members.’ J Pediatr. 1985; 106:190-198
terug
29
Grover M et al ‘Effect of human milk prostaglandins and lactoferrin on respiratory syncytial virus and rotavirus’ Acta Paediatr. 1997; 86: 315-316
Piscane A, et al ‘Breastfeeding and acute lower respiratory infections’ Acta Paediatr. 1994; 83: 714-718
Cunningham, Allan S. MD ‘Breastfeeding, Bottle-feeding and Illness – An Annotated Bibliography’, 1996.
Frank Al, Taber LH, Glezen WP, et al. ‘Breast-feeding and respiratory virus infection.’ Pediatrics 1982; 70:239-245
Wright AI, Holberg DJ, Martinez FD, et al. ‘Breast feeding and lower respiratory tract illness in the first year of life.’ Br Med J. 1989; 299:935-949
Chen Y. ‘Synergistic effect of passive smoking and artificial feeding on hospitalization for respiratory illness in early childhood.’ Chest. 1989; 95:1004-1007
Wright AL, Holberg CH, Taussig LM, et al. ‘Relationship of infant feeding to recurrent wheezing at age 6 years.’ Arch Pediatr Adolesc Med. 1995; 149:758-763
terug
30
‘Breastfeeding May Lower Risk For Leukemia In Children’, c. 1999, Mediconsult.com
Davis MK, Savitz DA, Graubard BI, Infant feeding and childhood cancer. Lancet. 1988; 2:365-368
Shu X-O, Clemens H, Zheng W, et al. Infant breastfeeding and the risk of childhood lymphoma and leukemia. Int J Epidemiol. 1995; 24:27-32 terug
31
Mother’s Milk: An Ounce of Prevention? Arthritis Today May-June 1994
terug
32
‘An Exploratory Study of Environmental and Medical Factors Potentially Related to Childhood Cancer.’ Medical & Pediatric Oncology, 1991; 19(2):115-21
terug
33
Bloem, M. et al. ‘The role of universal distribution of vitamin A capsules in combating vitamin A deficiency in Bangladesh: Am J Epidemiol 1995; 142(8): 843-55
Birch E, et al. ‘Breastfeeding and optimal visual development.’ J Pediatr Ophthalmol Strabismus 1993; 30:33-8
terug
34
Blaauw, R. et al. ‘Risk factors for development of osteoporosis in a South African population.’ SAMJ 1994; 84:328-32
Kalwart HJ and Specker BL ‘Bone mineral loss during lactation and recovery after weaning.’ Obstet. Gynecol. 1995; 86:26-32
Melton LJ, Bryant SC, Wahner HW, et al. ‘Influence of breastfeeding and other reproductive factors on bone mass later in life.’ Osteoporos Int. 1993; 22:684-691
Cumming RG, Klineberg RJ. ‘Breastfeeding and other reproductive factors and the risk of hip fractures in elderly woman.’ Int J Epidemiol 1993; 22:684-691
terug
35
Newman, J, MD, FRCPC, How Breast milk Protects Newborns http://www.promom.org/bf-info/sci-am.htm
terug
36
The Baby Book – Everything You Need to Know About Your Baby From Birth to Age Two. c. 1993 Little, Brown & Co.
terug
37
von Kries, R et al, ‘Breastfeeding and obesity: cross sectional study.’ BMJ 1999; 319:147-150 (July 17)
terug
38
Koenig HS, Davies Am, Thach BT. ‘Coordination of breathing, sucking and swallowing during bottle feedings in human infants.’ J Appl Physiol 69: 1629: 1623-1629, 1990
Matthew O, Clark ML, Ponske MH. Apnea, bradycardia, and cyanosis during oral feeding in term neonates. J Pediatr 106:857, 1985
terug
39
Whorwell PJ, et al., ‘Bottle-feeding, Early Gastroenteritis, and inflammatory Bowel Disease.’ British Med. Jour. 1 (1979):382
Rigas A, Rigas B, Blassman M, et al. ‘Breast-feeding and maternal smoking in the etiology of Crohn’s disease and ulcerative colitis in childhood.’ Ann Epidemiol. 1993; 3387-392
terug
40
Cochi SL, Fleming DW, Hightower AW, et al. ‘Primary invasive Haemophilus influenzae type B disease: a population-based assessment of risk factors.’ J Pediatr. 1986; 108:997-896
Takala AK, Eskola J, Palmgren J, et al. ‘Risk factors of invasive Haemophilus influenzae type b disease among children in Finland. J Pediatr. 1980; 115:695-701
Istre GR, Conner JS, Broome CV, et al. ‘Risk factors for primary invasive Haemophilus influenzae disease: increased risk from day care attendance and school-aged household members.’ J Pediatr. 1985; 106:190-198
terug
41
Schreiner, M.S. ‘Preoperative and Postoperative fasting in children.’ Ped Clinics N Amer 41 (1); 111-20 (1994)
terug
43
Han-Zoric, M., ‘Antibody responses to parenteral and oral vaccines are impaired by conventional and low protein formulas as compared to breastfeeding.’ Acta Paediatr Scand 1990; 79:1137-42
terug
44
Drane, D. ‘Breastfeeding and formula feeding: a preliminary economic analysis’ Breastfeed Rev 1997; 5:7-15
Lucas A, Cole TJ. ‘Breast milk and neonatal necrotizing enterocolitis.’ Lancet 1990; 336:519-1523
Convert RF, Barman N, Comanico RS, et al. ‘Prior enteral nutrition with human milk protects against intestinal perforation in infants who develop necrotizing enterocolitis.’ Pediatr Res. 1995; 37:305A. Abstract
terug
45
Kennedy KI, Visness CM. ‘Contraceptive efficacy of lactational amenorrhoea.’ Lancet 1992; 339:227-230
Gray RH, Campbell OM, Apelo R, et al. ‘Risk of ovulation during lactation.’ Lancet 1990; 335:25-29
Labbock MH, Colie C. Puerperium and breast-feeding. Curr Opin Obstet Gynecol. 1992; 4:818-825
https://www.anticonceptie-online.nl/richtlijnen/45.pdf
terug
48
Batten W. Hirschman J. Thomas C. Impact of the special supplemental food program on infants. J Pediatr 117 II:SIOI-109, 1990
terug
49
Batten W. Hirschman J. Thomas C. Impact of the special supplemental food program on infants. J Pediatr 117 II:SIOI-109, 1990
terug
53
Acheston, L. Family violence and breastfeeding. Arch. Fam. Med. 1995, 4:650-652
terug
55
Kaiser Permanente: Internal research to determine benefits of sponsoring an official lactation program
terug
56
Van Den Bogaard, C. ‘Relationship Between Breast Feeding in Early Childhood and Morbidity in a general Population.’Fan Med, 1991; 23:510-515
terug
57
Kaiser Permanente: Internal research to determine benefits of sponsoring an official lactation program
terug
58
Kaiser Permanente: Internal research to determine benefits of sponsoring an official lactation program
terug
59
Mother Nature Loves Breastmilk D. Michels, Pub. Various periodicals, available on Internet at http://members.aol.com/diamichels/greenbm.htm
terug
62
Richtlijnen van Kenniscentrum Borstvoeding voor het bewaren van moedermelk: https://borstvoeding.com/artikelen/kolven/bewaren.html
terug
72
Babbit, V, ‘FDA Recalls Baby Formula, 1998’, Breastfeeding.com, Inc.
terug
74
Citaat uit FDA pediatric-nutrition researchers at Abbott Laboratories, writing in March 1994 issue of Endocrine Regulations.
terug
77
The Complete Book Of Breastfeeding M.S. Eiger. MD, S. Wendkos Olds, Copyright 1972, 1987 Comstock, Inc., Workman Publishing Co., Inc., 708 Broadway, New York, NY 10003
Labbok, M.H. ‘Does Breastfeeding Protect against Malocclusion? An Analysis of the 1981 Child Health Supplement to the National Health Interview Survey’ American Journal of Preventive Medicine, 1987
terug
78
Loesche WJ, ‘Nutrition and dental decay in infants.’ Am J Clin Nutr 41; 423-435, 1985
Lucas, A, Cole T, ‘Is Breast Feeding a Likely Cause of Dental Caries in young Children?’ Journal of American Dental Assoc., 1979; 98:21-23
terug
80
The Complete Book Of Breastfeeding M.S. Eiger. MD, S. Wendkos Olds, Copyright 1972, 1987 Comstock, Inc., Workman Publishing Co., Inc. 708 Broadway, New York, NY 10003
Broad, Frances E., ‘The Effects of Infant Feeding on Speech Quality.’ New Zealand Medical Journal, 1976; 76:28-31
terug
81
Saarinen UM, Kajosaari M. ‘Breastfeeding as prophylaxis against atopic disease: prospective follow-up study until 17 years of age.’ Lancet. 1995; 346:1065-69.
Chandra R.K., ‘Influence of Maternal Diet During Lactation and the Use of Formula Feed an Development of Atopic Eczema in the High Risk Infants’. Br Med J. 1989
terug
83
Heacock, H.J. ‘Influence of Breast vs Formula Milk in Physiologic Gastroesophageal Reflux in Healthy Newborn Infants’. Jour. Pediatr Gastroenterol Nutr, 1992 January; 14(1): 41-6
terug
87
Dick, G. ‘The Etiology of Multiple Sclerosis.’ Proc Roy Soc Med 1989; 69; 611-5
terug
88
Pisacane, A. ‘Breast-feeding and inguinal hernia’ Journal of Paediatrics 1995: Vol 127, No. 1, pp 109-111
terug
89
Morley, R. ‘Mothers Choice to provide Breast Milk and Developmental Outcome’. Arch Dis Child, 1988
terug
90
Baumgartner, C., ‘Psychomotor and Social Development of Breast Fed and Bottle Fed babies During their First year of Life’. Acta Paediatrica Hungarica, 1984
terug
91
Kaiser Permanente: Intern onderzoek naar de voordelen van het ondersteunen van een borstvoedingsprogramma
terug
92
Baumgartner, C., ‘Psychomotor and Social Development of Breast Fed and Bottle Fed babies During their First year of Life’. Acta Paediatrica Hungarica 1984; 25(4): 409-17
terug
94
‘Mother Nature Loves Breastmilk’ D. Michels, gepubliceerd in verschillende tijdschriften
terug
98
M. Walker, R.N., International Board Certified Lactation Consultant, The Journal of Human Lactation, Sept 1993
terug
Deze informatie wordt u aangeboden door Leslie Burby en ProMom, Inc. als openbare informatie. De informatie is op geen enkele manier bedoeld als medisch advies; het vervangt niet de diensten van bevoegde medische hulpverleners.
Lees verder
- Het Nieuwe Borstvoeding Boek, Stefan Kleintjes, lactatiekundige Groningen-Bedum & Gonneke van Veldhuizen-Staas, lactatiekundige Helmond
- Eten voor de Kleintjes, kleintjes van 0-4 leren zelf eten, Stefan Kleintjes, kinderdiëtist en lactatiekundige Groningen Bedum; 10e druk september 2019
- Bestel hier je boeken bij Kenniscentrum Borstvoeding